BI1J - Dag 047

Bijbel In Een Jaar

Dag 047


Proloog

De filosoof Goethe zei het als volgt: 'Zaken die het belangrijkst zijn, mogen nooit lijden onder dingen die het minst belangrijk zijn'.
Wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen. De zaken die God het belangrijkst vindt, moeten op de eerste plaats komen in ons leven.

Psalm (22)

BI1J:
Deze psalm is een uitzonderlijk nauwkeurige profetie over het lijden van Jezus, die de wreedheid van een kruisiging beschrijft!
NB
15
Ik ben uitgegoten als water,
   uit elkaar liggen al mijn beenderen,
mijn hart lijkt geworden tot was, ✡ in mijn binnenste gesmolten!
16
Als een potscherf is verdroogd mijn kracht, mijn tong aan mijn gehemelte gekleefd, ✡
in het stof des doods legt gij mij neer!
17
Want omringd ben ik door honden,
kwaadwilligen hebben met z’n allen mij omsingeld, ✡
doorstoken mijn handen en mijn voeten.
18
Al mijn beenderen kan ik tellen; ✡
zij, zij kijken toe en zien het met mij aan.
19
Onder elkaar verdelen zij mijn gewaden,- ✡
over mijn kleding werpen zij het lot!
20
Gij, Ene, blijf toch niet ver!,- ✡
o mijn sterkte, haast u mij ter hulpe!





Marcus (1)

BI1J:
Bidden tot God: De meeste mensen staan alleen vroeg op als ze iets heel bijzonders of belangrijks te doen hebben. Jezus' hoogste prioriteit was zijn relatie met God de Vader. 'Vroeg in de ochtend, toen het nog helemaal donker was, stond hij op, ging naar buiten en liep naar een eenzame plek om daar te bidden' (1:35). Dit spoort ons aan om allemaal 'voor dag en dauw' op te staan, 'een stil plekje' te zoeken en te bidden (v.35, HB).

Marcus (2)

17
Jezus hoort dat en zegt tot hen:
die sterk-en-gezond zijn hebben geen heelmeester nodig, wél wie het kwalijk hebben!-
ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, wél zondaars!

Exodus (19)

BI1J:
Hoewel God jou uitnodigt tot een hechte band met Hem, moet je het wonder van zijn heiligheid en macht nooit uit het oog verliezen.
NB:
19
Dan geschiedt de stem van de ramshoorn die dóórgaat en zéér sterk wordt;
Mozes spreekt en God antwoordt hem in een stem.

Exodus(20)

NB
2
ik ben de Ene, God-over-jou, die jou heb uitgeleid uit het land van Egypte, uit het dienaarshuis.
3
Niet zal dít er voor jou wezen: ándere goden, bij mijn aanschijn!
4
Niet zul je voor jezelf maken een snijbeeld of welke gestalte ook die is in de hemelen boven, die is op het aardland beneden of die is in de wateren onder het aardland!
5
Níet zul je je voor hen buigen en níet zul je hen dienen;
want ik, de Ene, God-over-jou, ben een naijverig God die onrecht van vaders aan zónen bezoekt, aan derden en vierden van hen die mij haten;
6
en die vriendschap bewijst aan dúizenden: aan hen die mij liefhebben en mijn geboden bewaken!
••
7
Níet aanheffen zul je de naam van de Ene, God-over-jou, voor valse zaken; want niet ongestraft laat de Ene wie zijn naam aanheft voor valse zaken!
8
Gedenk de dag van de sabbat,- het rusten, door die te heiligen;
18
Heel de gemeente, als ze zien de donderstemmen, de bliksemschichten, de stem van de ramshoorn en de rokende berg;
als de gemeente dat ziet, wankelen ze en gaan ver weg staan.
20
Mozes zegt tot de gemeente:
vreest niet, want met het doel u te beproeven is God gekomen;
en met het doel dat er vreze voor hem zal wezen op uw aanschijn, zodat ge niet zondigt!
23
níets zult ge maken naast mij; goden van zilver en goden van goud zult ge u níet maken;

Een meer hoopvolle uitleg:


BI1J:
De Tien Geboden zijn niet bedoeld als ladder die een mens moet beklimmen om dichter bij God te komen. God heeft ze bedoeld als richtlijnen voor het leven voor mensen die Gods genade en verlossing al hebben ervaren.
--
(0)
(22)
(1)
(19-20)

Reacties

Populaire posts van deze blog

De levens van Claus (Mark Schaevers)

Modern Hindu Personalism

Harder Dan Sneeuw (Stefan Hertmans)