BI1J - Dag 037

Bijbel In Een Jaar

Dag 037


Proloog

Wees niet agnostisch over wat je kunt weten. Wees ook niet te streng in de leer over dingen waarover de Bijbel agnostisch is.
Er zijn dingen die we weten ('wat openbaar is') en dingen die we niet weten ('wat verborgen is').

Psalm (18)

Matteüs (24)

NB
32
Leert van de vijgenboom het zinnebeeld:
wanneer ten slotte haar tak week wordt en de bladeren uitbotten herkent ge dat de zomer nabij is;
33
zó ook gíj:
wanneer ge al deze dingen ziet, herkent dan dat het nabij is, voor de deuren (staat);
35
de hemel en de aarde,- dat zal voorbijgaan, maar mijn woorden: mogen die níet voorbijgaan!-
36
maar over die dag en ure weet niemand iets, ook niet de engelen der hemelen, ook niet de zoon,- behalve de Vader alleen.
37
Ja, zoals de dagen van Noach, zó zal zijn de nadering van de mensenzoon;
38
want zoals ze in die dagen vóór de zondvloed geweest zijn: kluivend en fuivend, huwend en uithuwend, tot aan de dag dat Noach de ark in kwam,
39
en zij niets herkenden totdat de zondvloed kwam en hen allen wegrukte, zó zal ook zijn de nadering van de mensenzoon!
40
Als de Mensenzoon komt, mag niet iedereen met hem mee. Als er bijvoorbeeld twee mannen aan het werk zijn op het land, mag maar één van hen met de Mensenzoon mee. De ander moet achterblijven.
Of als er twee vrouwen graan aan het malen zijn, mag maar één van hen met de Mensenzoon mee. De ander moet achterblijven.
BI1j:
Jezus laat zien wat dat betekent, klaarstaan voor zijn terugkomst. Hij vertelt een verhaal over het verschil tussen een betrouwbare, verstandige dienaar en een slechte dienaar.
  • De verstandige dienaar is klaar voor de terugkomst van zijn heer, blijft trouw aan zijn instructies en behandelt zijn mededienaren op een goede manier.
  • De slechte dienaar lapt de instructies van zijn heer aan zijn laars en behandelt zijn mededienaren slecht.
Het loopt heel verschillend af met de twee dienaren (vergelijk v.47 met v.51). Met andere woorden: je bent klaar voor de komst van Jezus als
  • je God liefhebt en
  • je naaste liefhebt.
51
Dan zal de heer hem de zwaarste straf geven. Dan gaat die dienaar naar de plaats waar iedereen huilt van ellende en spijt. Daar gaan ook alle schijnheilige mensen naartoe.

Matteüs (25)

10
Maar terwijl zij weggaan om te kopen komt de bruidegom aan
en die gereed zijn gaan met hem naar binnen voor de bruiloftsdagen;
de poortdeur wordt gesloten.
11
Láter komen ook de overige maagden aan en zeggen: heer, heer!, doe voor ons open!
12
Maar zijn antwoord is dat hij zegt: amen is het, zeg ik jullie: ik wil van jullie niet weten!
13
Weest dus wakker, omdat ge de dag niet weet en niet het uur!

Job (38)

BI1J:
Het antwoord op de veelgestelde vraag 'Waarom staat God het lijden toe?' is dat er dingen zijn die we weten en dingen die we niet weten. De klacht van de Heer over de vrienden van Job is dat ze 'woorden zonder kennis' spreken (38:2, HSV). Ze zeggen niet dat ze het niet weten, maar proberen de dingen uit te leggen zonder het antwoord te weten.
Het boek Job gaat niet zozeer over de reden waarom God lijden toestaat (theodicee, de rechtvaardiging van God) als over de manifestatie van God te midden van het lijden (theofanie), maar meer over hoe wij op lijden moeten reageren.
Er zijn echter ook dingen die je wel kunt weten: 'Ik weet dat u alles kunt, voor u is alles mogelijk' (42v.2, BGT).
3
Omgord toch als een kerel je lendenen,- ik zal je vragen stellen en laat jij dan mij alles weten!
12
Heb jij ooit van jouw dagen de ochtend ontboden,- het morgenrood zijn plaats laten weten?,
15
aan de boosdoeners wordt hun licht onthouden,-  de hooggeheven arm wordt gebroken.
31
Kun jij de banden binden van het Zevengesternte,- of de boeien van de Orion openen?
32
Breng jij de Dierenriem naar buiten op zijn tijd,- de Berin met haar jongen, leid je die?
33
Heb jij weet van de wetten des hemels,- of stel jij de ambtsregels van de aarde vast?
Weet jij hoe de seizoenen ontstaan zijn ? En wat de sterren daarmee te maken hebben?

Job (39)

Job (40)

3
Dan antwoordt Job de Ene en zegt:
4
zie, ik ben klein geworden, wat kan ik u terugzeggen,- mijn hand leg ik op mijn mond.
5
Eenmaal heb ik gesproken, ik antwoord niet meer,- ja twee keer, maar ik voeg er niet aan toe!
6
De Ene antwoordt Job vanuit het onweer* en zegt:
7
omgord toch als een kerel je lendenen,- ik stel vragen, laat jij mij de antwoorden weten!
--
(0 )
(18)
(24-25)
(38-40)

Reacties

Populaire posts van deze blog

De levens van Claus (Mark Schaevers)

Modern Hindu Personalism

Harder Dan Sneeuw (Stefan Hertmans)