BI1J - Dag 027

Bijbel In Een Jaar

Dag 027 (0 )

Psalm (17)

5
Door mijn schreden te houden in uw sporen ✡ wankelen mijn passen niet!
Het Hebreeuwse woord voor wegen betekent letterlijk 'karrenspoor'. David is vastbesloten om Gods spoor te volgen (v.5a).
Als je Gods spoor wilt volgen, moet je op het volgende letten:
  • Je hart (wat je denkt): 'Beproeft en peilt u mijn hart, u zult niets in mijn nadeel vinden' (v.3a).
  • Je woorden (wat je zegt): 'Geen kwaad kwam uit mijn mond' (v.3c).
  • Je voeten (waar je heen gaat): '... aan uw weg hielden zich mijn voeten' (v.5a, WV).

Matteüs (19)

NB:
9
maar ik zeg u: wie zijn vrouw loslaat tenzij omwille van ontucht, en een andere huwt, pleegt overspel!
10
De leerlingen zeggen tot hem:
als het zó staat met de zaak van de mens met de vrouw, heeft het geen zin om te huwen!
11
Maar hij zegt tot hen:
niet állen kunnen dit woord bevatten,- alleen zij aan wie het is gegeven;
12
want er zijn ontmanden die zó uit de moederschoot gebaard zijn
en er zijn ontmanden die ontmand zijn door de mensen,
en er zijn ontmanden die zichzelf ontmand hebben vanwege het koninkrijk der hemelen:
wie bij machte is het te vatten, die vatte het!



BI1J:
Jezus citeert Genesis 2:24 in Matteüs 19:5. Dit vers uit Genesis wordt gezien als blauwdruk voor het huwelijk, niet alleen in het Oude Testament en door Paulus (Efeziërs 5:31), maar ook door Jezus zelf.
Bij het huwelijk ga je in het openbaar een levenslange verbintenis met een partner aan die zelfs vóór de band met je ouders komt.
Bij het huwelijk word je één met je partner; het Hebreeuwse woord betekent letterlijk aan elkaar 'gelijmd', niet alleen in de lichamelijke zin, maar ook emotioneel, psychologisch, sociaal en geestelijk. Dit is de christelijke context van de 'eenwording van het vlees'.

Job (4 – 5)

Elifaz’s toespraak:


2
Want alleen een domkop laat zich wurgen door wrevel,- een onnozelaar laat zich doden door jaloezie.
“Mensen die boos zijn op God, zijn dom. Door hun boosheid sterven ze veel te vroeg…
8
Daarentegen zou ik het vragen aan de Godheid,- tot God mijn woord richten;
Als ik jou was, Job, zou ik God om hulp vragen.”

Job (6 – 7)

5
Balkt een woudezel boven groen gras?- of loeit een os boven vers graan?
6
Wordt iets flauws opgegeten zonder zout?, of zit er smaak in het wit van een ei?
15
mijn broeders bleken onbetrouwbaar als een beek,- als de waterloop van beken die voorbij schieten.
16
Die grauw zijn van ijs,- en waarboven nog sneeuw zich verborgen houdt.



“Ik ben teleurgesteld in jullie, mijn vrienden, zoals iemand teleurgesteld is die water zoekt in de woestijn en alleen maar een droog dal vindt.
21
Zo zijt gij nu voor mij geworden: nog niet ziet ge verschrikking of ge zijt al bevreesd!
Jullie zien mijn ellende, maar jullie schrikken en zijn alleen maar bang.
25
Wat is er mis aan wat oprecht gezegd wordt,- en wat straft een bestraffing die van u komt?
2
Een dienstknecht snakt naar schaduw,- zoals een daggelder hoopt op zijn loon,

Ik voel me als een slaaf in de hitte, op zoek naar schaduw. Ik voel me als iemand die heel hard moet werken voor heel weinig geld.
6
Mijn dagen zijn sneller gegaan dan een weversspoel,- ten einde gegaan zonder iets van verwachting.
--
(0 )
(17)
(19)
(4 – 7)


Reacties

Populaire posts van deze blog

De levens van Claus (Mark Schaevers)

Modern Hindu Personalism

Harder Dan Sneeuw (Stefan Hertmans)