Turks Fruit (Jan Wolkers)
Commentaar vooraf:
Je hebt dit boek tweemaal achter elkaar gelezen (mid mei 2009),
- de eerste keer o.w.v. het verhaal (waardoor je altijd te snel leest)
- en daarna opnieuw, trager, voor de compositie zelf.
...en beide keren ben je kapot van dit boek, en weet je daarna niet goed wat doen. “Joepie, op naar het volgende nieuws-artikel/TV-programma/boek/film? Nee, nu even niets, dank u wel.” Lang geleden dat je zo geraakt werd.
Toen het boek pas uit kwam, was er veel protest tegen de sex-scènes. En akkoord: toen je een aantal jaar voordien dat boek een eerste keer begon te lezen, heb je het evenzeer dichtgeklapt met het idee “stop, dit zegt niets over mijn leven.” Nu je het boek wel tot het eind hebt uitgelezen, weet je wel beter. Dit boek gaat vooral over het VERLIES van een geliefde (in dit geval: door kanker)… en hoe hij, bij het begin van dat verlies, gewoon niet kan inzien wat zijn muze zo doet veranderen (in dit geval: hoe de kanker in haar lijf haar ganse systeem overhoop haalt). En nadien is het te laat.
Dit verhaal stemt zo scherp overeen met wat je zelf hebt meegemaakt met een ander soort geliefde: je moeder. Ook bij haar merkte iedereen gedrags-verandering op, en weet die eerst aan haar “menopauze”, of “lastige pubers”. Haar laatste jaar kon je het echter niet meer wegkijken: haar waarneming was, van binnenuit, gewoon volledig ontregeld!
Zoals haar GEHOOR.
- Bv. “Stefaan, hou op met dat gebonk ! Het maakt me wakker”, roept ze ‘s nachts vanuit de woonkamer, naar jou in je bed. Verbouwereerd schiet jij wakker: “Maar welk gebonk ? Ik hoor toch niets ?” Buiten, in de verte, klinkt een lichte beat door vanuit het dorpscentrum, waar een concert, of fuif, aan de gang is. En dat zachte signaal wordt door het kankergezwel in haar hoofd, duizendmaal versterkt tot één wild gedreun tussen haar oren.
- Bv. Jij wil haar, ter ontspanning, een licht stukje klassiek laten horen: violen. Zij grijpt naar haar oren, en kermt: “Doe dat uit!”. Voor haar klinken die violen als het overstuurde geluid van elektrische gitaren.
Of haar vertroebeld ZICHT, waarvoor nog snel een bril met stomme grijze montuur werd gekocht. Het mocht niet baten. Ze verloor nog dikwijls haar evenwicht.
En vooral, de ganse tijd, barstende HOOFDPIJN, waarvoor ze krom gebogen zat aan de keukentafel, haar handen rond haar kruin.
Pas de laatste maanden kregen we de finale diagnose van de dokters ; en kon je alleen nog maar machteloos toekijken op het uitzichtloze. De emotie wordt door dit boek terug opgeroepen, en nog versterkt. Want ging jullie verdriet, tijdens die periode, ten dele over “oh arme wij achterblijvers die alleen verder moeten”, dan realiseer je je nu nog veel dieper haar wanhoop.
Ook na het intikken van deze gedachtenstroom heb je nog steeds geen zin in iets anders.
“Oh Mother, I can feel the soil falling over my head… I know it’s over”
Enkele citaten:
p.148
En voordat ze wegging zei ze dat ze precies het tegenovergestelde was als die vriendin aan de Arabische Golf die Fuck me I’m desperate op de muren had geschreven. Dat zij ook wanhopig was. Maar dat ze tegen iedereen wel wilde uitroepen: ‘Laat me in godsnaam met rust!’…
p.150
Pas toen ik de hoorn had neergelegd… voelde ik mijn ogen strak en vreemd in mijn kop zitten. Alles wat ze (Olga) de laatste jaren had uitgevreten, vanaf haar plotselinge vlucht bij mij vandaan tot aan de kakkerlakken van de Arabische Golf, kwam misschien wel door die kleurloze knol in haar kop die met zijn woekerende wortels haar hersens had aangetast. Ik zag ineens dat vreemde staren van haar voordat ze voorgoed bij me wegging. Nu achteraf was het alsof ze had zitten luisteren naar wat er daar van binnen aan de gang was. En toen in paniek gevlucht was voor iets dat ze zelf niet begreep maar dat ze met zich mee droeg. Overal heen. Onontkoombaar als een schaduw…
p.154
Voor het einde van dat jaar was ze helemaal kaal. Het stond haar eigenlijk wel goed zoals ze ze nu was. Met dat bolle opgezwollen gezicht. Een halfdebiele almoeder die lijkt te lachen omdat ze half blind is. Maar zij vond het verschrikkelijk. Ze wist niet waar ze blijven moest. Iedere keer als ik kwam had ze wel dat kussen achter haar hoofd eroverheen willen trekken. Daarom kocht ik, nadat ik er met de dokter over gesproken had, een pruik voor haar. Ik leende er zeshonderd gulden voor die ik pas na een jaar na haar dood heb kunnen terugbetalen. Hij was iets vuriger rood dan haar vroegere haar. Dolgelukkig was ze ermee. De eerste middag dat ze hem ophad zat ze aan een stuk door luchtig met haar handen over haar hoofd te voelen. Maar hij stond haar afschuwelijk. Het was angstaanjagend. Omdat je niet meer kon zien dat ze ziek was. Of ze er altijd zo had uitgezien. Als een opgeblazen kwaadaardige sprookjesprinses. Een grimmige leugenachtige stiefzuster van Assepoester.
--
- BOEK: https://books.google.be/books?id=DXKovx0d7tMC&printsec=frontcover&hl=nl&source=gbs_ge_summary_r&cad=0#v=twopage&q&f=false
- FILM: https://www.youtube.com/watch?v=scB0Dvw3gFo
- NIEUWE {*} BOEK-EDITIE - http://www.tzum.info/2016/09/voorpublicatie-turks-fruit-jan-wolkers-dick-matena/
Reacties
Een reactie posten