BHAGAVAD GITA NL - ONLINE CURSUS


.

20201101 - HOOFDSTUK 1 - HET AANSCHOUWEN VAN DE STRIJDMACHTEN OP HET SLAGVELD VAN KURUKSETRA 

Spreker Bhakti Prabhava Swami 

-28 jaar geleden begonnen in Gent ;
-geïnitieerd door Bhakti Caru Swami ; 
-vanaf 1996 chartered accountant in Radhadesh ; 
-elk jaar elke maanden naar Vrindavan, voor verdere studie
-2015 sanyasi initiatie door BCS ; 
-2016 doctoraat religieuze studies van Univ van Wales
.
Introductie
BG = Kṛṣṇa's leidraad om je terug te brengen naar spirituele wereld. Het is de leer van de ziel, van je werkelijke zelf.
.
De slag van Kurukshetra duurde 18 dagen:
Er zijn 18 lagen/hoofdstukken in BG (18 numerologisch: 1 + 8 = 9 = hoogste nummer, en daarom gunstig), gegroepeerd in drie delen:
-eerste 6 hoofdstukken: de basis, nl. niskama karma, karma yoga, jnana yoga... met slechts één bedoeling: jou te brengen tot bhakti yoga
-midden 6 hoofdstukken: essentie, nl. bhakti yoga (liefde voor God). Ref. H11: ananya-bhakti (zuivere liefde voor Kṛṣṇa). Enkel door deze zuivere liefde voor Kṛṣṇa te ontwikkelen, kan je terugkeren naar de spirituele/enige/eeuwige wereld.
-laatste 6 hoofdstukken: jnana yoga (kennis, die de praktijk ondersteunt), met meer details over de eerste 6 hoofdstukken
-18e hoofdstuk: op zich nog eens de samenvatting
.
-Arjuna, als militair, wil niet vechten. 
-Kṛṣṇa wil dat Arjuna vecht
... maar dat is niet de echte reden waarom Kṛṣṇa spreekt. Kṛṣṇa spreekt tegen elke geconditioneerde ziel.
.
Dhrtarastra & Pandu zijn beide zonen van koning Bharat.
Omdat Dhrtarastra, als oudste zoon, blind was, werd niet hij maar zijn jongere broer Pandu de nieuwe koning.
-Pandu had 5 zonen.
-Dhrtarastra had 100 "Kuru" zonen, met als oudste Duryodhana.
Beide groepen zonen groeiden samen op... maar Duryodhana & zijn broers probeerden meermaals de zonen van Pandu te doden. Uiteindelijk zorgde een gok-wedstijd ervoor dat de zonen van Pandu verbannen werden voor 14 jaar. Bij hun terugkeer wilden ze hun koningrijk terug... maar kregen dat niet van Duryodhana. En zo begon de oorlog tussen beide groepen.
.
BG 1.1
De eerste 10 dagen was Sanjaya op het slagveld van Kurukshetra... waarna hij door Arjuna en co verslagen werd. Daarna keerde Sanjay terug naar Hastinapura, waar hij Dhrtarastra informeerde. Sanjay (zelf discipel van Vyasadeva) kon door zijn mystiek vermogen zien wat er op het slagveld gebeurde.
Dhrtarastra is niet neutraal, is meer bezorgd om mamakah — mijn partij (zonen); 
...maar Kurukshetra is een bedevaartplek, en daarom niet zo voordelig voor Dhrtarastra's zonen (die slecht leefden, in tegenstelling tot de zonen van Pandu)
Voordien was Akrura al eens, met een vredesmissie, naar Hastinapura gezonden: hij probeerde, door te spreken met Dhrtarastra, de oorlog te voorkomen. Maar diens advies ("geef die Pandava's hun rechtmatig deel") werd door Dhrtarastra wel gehoord... maar het "ging door zijn hart als een bliksemschits, want hij was zijn eigen zonen teveel genegen").
.
BG 1.2-1.3
Duryodhana spreekt (als expert politieker) tegen zijn leraar Dronacharya (zelf de specialist in martial arts, de leraar van de Pandava's, hij heeft bv. Arjuna groot gemaakt in het boogschieten), lovend over het Pandava leger aan de overkant.
Dronacharya 
-was, als kind, een student-brahmaan, samen met Drupada (latere vader van Draupadi, vrouw van Arjuna), die hem zei "Alles wat van mij is, is ook van u"
-maar als volwassene was Dronacharya zo arm, dat hij zelfs geen melk kon kopen voor zijn zoon, Asvattam. Dronacharya vroeg Drupada om één koe (o.w.v. zijn vroegere uitspraak), maar Drupada lachte dat weg als jeugd-sentiment, en gooide Dronacharya buiten. Uit woede over dit voorval werd, vanaf dan, Dronacharya (voorheen een bhahmin student) een echte specialist in gevechtskunst.
-Veel later vroeg Dronacharya aan Arjuna (de enige die sterk genoeg is om te vechten tegen Drupada) om Drupada, vastgebonden, bij hem te brengen. Toen eiste Dronacharya de helft van Drupada's koninkrijk voor zichzelf, en werd Dronacharya zelf koning.
BG 1.4
Drie beloftes van Bhima: "ik zal
-de 100 zonen van Dhrtarastra doden ;
-Duryodhana's dijen breken (die voordien, door de mystiek kracht van Gangari, onoverwinnelijk was) ;
-borst van Duhsasana openrukken (die eerder geprobeer had om Draupadi te misbruiken) "
BG 1.5-1.6
BG 1.7-1.8
Nu pocht Duryodhana over zijn EIGEN leger, met de helden Dronacharya en (de nog veel machtigere, en oudere) Bhisma (die niet kon sterven, zolang hij dat niet wou)
BG 1.9-1.10
Duryodhana verheerlijkt Bhismadeva expliciet, om hem te motiveren om te vechten met zijn volle kracht en volle affectie TEGEN de Pandava's (die hij nochtans vroeger heeft opgevoed).
BG 1.11
Duryodhana voelt zeker van de overwinning... omdat hij zich beschermd weet door grootvader Bhismadeva.
BG 1.12
Na het aanhoren van al die verheerlijkingen, voelde Bhismadeva zich, als toegewijde van Kṛṣṇa, verschrikkelijk... en blaast daarom op zijn schelphoorn (symbool van Vishnu), met als boodschap: "Ik ben een ksatrya, en ik zal mijn leven geven op het slagveld".
BG 1.13
De reactie van het leger van Duryodhana was een daverend geluid.
BG 1.14-1.19
Aan de andere kant: Kṛṣṇa & Arjuna, die nu ook hun hoornschelpen (elk met een naam, die het slagveld zullen overleven!) lieten weerklinken... wat een grote schrik in de harten veroorzaakte in de harten van de Kuru's.
-Pancajanya: Nadat Kṛṣṇa & zijn broers waren afgestudeerd (in alle kunsten en wetenschappen), vroegen ze aan hun leraar, Sandipani muni, wat zij konden doen. Hun leraar vroeg: breng mijn gestorven zoon terug... wat uitmondde in het doden van de demon Sankhasura (literally, "conch demon") (2);, wat de oorsprong werd voor Pancajanya.
-Paundra: Bhima, de gulzige eter (als Draupadi kookte voor de Pandu's, was de helft ervan voor Bhisma alleen), werd (samen met zijn Pandava broers) een vakantie-huis aangeboden, gemaakt van zeer ontvlambaar materiaal... maar ze werden verwittigd door Vidura. Ze konden wegvluchten via een tunnel, op de armen van Bhima. Onderweg op hun vlucht, doodde Bhima een demon, die op zijn offermaaltijd aan het wachten was.
-Sikhandi... was voordien een vrouw, Ambha (dochter van Satyavati), die de gelofte had genomen om nooit te trouwen met een ANDERE prins (zoals Bhismadeva, die NU haar hand vroeg) dan degene aan wie ze haar hart had gegeven. Maar die prins wou haar blijkbaar niet, en Bhismadeva daarna ook niet meer. Haar voorspelling: in mijn volgende leven zal ik de oorzaak zijn van uw dood. Sikhandi heeft het lichaam van Bhisma (die zich niet wou verdedigen tegen Sikhandi, wetende dat die voordien een vrouw was) doorboord met vele pijlen.
BG 1:20-1.22
Kṛṣṇa (als wagen-menner) wordt door Arjuna bevolen om hun strijdwagen te plaatsen tussen de 2 legers.
Een Brahmaan die BG met veel fouten reciteerde, legde uit aan heer Caitanya (op diens vraag) dat zijn geestelijk leraar hem instructie had gegeven om elke dag de BG volledig te reciteren... wat hem moeilijk viel, want hij was ongeletterd. 
-"Maar waarom komen er dan toch tranen in je ogen?" 
-"Doordat ik de prent zie van Kṛṣṇa, als wagenmenner/dienaar, van Arjuna, zijn toegewijde." 
-"U hebt de BG begrepen!"
BG 1.23-1.24
BG 1.25-1.27
Kṛṣṇa parkeerde de wagen , op de frontlijn van 80 km, juist voor zijn vroegere familieleden: Duryodhana, Dronacharya, Bhismadeva !
BG 1.28-1.30
Er s een probleem met Arjuna. Hij wil niet vechten, en geeft hiervoor vier egoïstische redenen.
BG 1.30-1.35
EERSTE REDEN OM NIET TE VECHTEN: 
HIER KOMT NIETS GOED VAN, GEEN GENOT (VAN HET LICHAAM), GEEN PLEZIER
Arjuna beseft: "wat ik ga bereiken is juist het omgekeerde ("viparitani") van wat ik wil. Van deze oorlog zal niets goeds komen. Mijn 'genieten' is normaal 'ANDEREN zien genieten'... maar nu zou ik die ANDEREN gaan doden !"
Bemerk: pas als iemand gefrustreerd is in al zijn verlangens, en ziet dat het omgekeerde gaat gebeuren van wat hij verlangt, dan vraagt zo iemand: "waarom ben ik hier?"
Arjuna somt vele (op zich "goede", uit de geschriften) redenen op... maar al deze redenen zijn hier verkeerd, in de aanwezigheid van de Personificatie van Religie, die een missie heeft: een oorlog organiseren tegen alle koningen die enkel leven voor eigen genot en NIET voor het welzijn van de mensen of om hen spirituele instructies te geven... terwijl Arjuna enkel denkt aan zichzelf en zijn EIGEN genot.
Na het horen van BG begrijpt Arjuna terug: ik ben een dienaar van Kṛṣṇa. Alles wat ik doe, moet ik doen als een offer aan Kṛṣṇa.
BG 1.36
TWEEDE REDEN OM NIET TE VECHTEN: 
"DHARMA-SASTRA" (HOGER DAN "ARTHA SASTRA") STELT DAT JE JE FAMILIELEDEN NIET MAG DODEN. (bemerk wat een grote geleerde ik ben - ref. BG 2.11)
"Artha Sastra" lijst de verschillende soorten misdaad op. En elk van die misdaden hebben de Kuru's begaan: ze probeerden Bhima te vergiftigen met taart, verdrinken (vastgebonden) in rivier waarin giftige slangen hem beetten (maar dat gif neutraliseerde het taart-gif), verbranden, doden met wapens, rijkdom afnemen, land bezetten, Draupadi naakt strippen, etc
...en daarom moet Arjuna nu zijn plicht doen en hen straffen !
De Kuru's hebben zo alle religieuze regels hebben overtreden, en moeten daarom gedood worden. Er IS geen zonde in zulk doden.
Kortom: Arjuna wil geleerde woorden spreken ...terwijl HET GROOTSTE PRINCIPE VAN RELIGIE op zijn strijdwagen staat, dus dient Arjuna DIENS instructies te volgen.
BG 1.37-1.44
DERDE REDEN OM NIET TE VECHTEN: 
Dit gevecht zal de familie, en FAMILIE-TRADITIE, VERNIETIGEN.
(Hint: Ook heer Caitanya volgde deze traditie, gesuggereerd in BG 1.41: na het overlijden van zijn vader trok hij naar Gaya.)
In het Varnasrama-systeem beschermt de ksatrya iedereen, de brahmaan onderwijst iedereen, etc. ...waarvoor ieder, in zijn familie-traditie, wordt opgeleid. Wel, gans die traditie zou nu verloren gaan, gedreven door een verlangen naar koninklijk geluk.
.
...en hierna legde Arjuna zijn pijl en boog neer, 
wat doet denken aan eerder incident:
Yudisthira werd verwond door (brahmaan) Karna... maar Arjuna weigerde om die Karna ("'t is maar een brahmaan") te doden.
Yudisthira was hierover verbolgen: "Arjuna, jIJ zou beter je boog wegwerpen".
Arjuna's opinie was "wie mij zegt om mijn pijl en boog neer te leggen, moet ik doden".
Arjuna's verwijtende reaktie: "toen Draupadi werd aangerand, heb jij zelf helemaal niets gedaan".
Afijn, later op het veld van Kurukshetra legde Arjuna effectief ZELF zijn pijl en boog neer !
--

20201108 - HOOFDSTUK 2 - SAMENVATTING VAN DE GITA 

Spreker: Janmastami das

--
Dit 2e hoofdstuk had evengoed "De wetenschap van zelf-realisatie" kunnen heten.
Onderwerp: het onderscheid tussen stof & geest, of het materiële en spirituele.
Arjuna, grote held, beroeps-miltair, die danig van streek is, het niet meer ziet zitten en zo door een grote crisis gaat. (tijdelijke situatie, om ons de kans te geven zelf onze zuivere kennis te herwinnen). Zijn boog, waar hij zoveel overwinningen mee had behaald, gleed uit zijn hand.
In dit hoofdstuk komt het antwoord van Kṛṣṇa, Arjuna's innige vriend.
BG 2.1
...verteld door Sañjaya aan koning Dhrtarastra.
Onze ziel heeft zuivere kennis... maar we vergeten dat, door het contact met de materiële natuur.
BG 2.2-2.3
Arjuna's huidige reaktie is een vorm van misplaatst mededogen (net zoals je enkel de KLEREN van de drenkeling uit het water zou vissen, in plaats van de werkelijke drenkeling te redden).s
Het lichaam is als een kledingstuk, terwijl de ziel de persoon in het lichaam is (het stoffelijk omhulsel).
Kṛṣṇa zegt Arjuna: "Jij bent een Aryan - en jouw spreken, op jouw manier, past jou niet."
Citaat uit commentaar:
'Het woord ‘arya’ heeft betrekking op personen 
-die de waarde van het leven kennen en 
-die een samenleving hebben die gebaseerd is op spirituele bewustwording. 
Personen die zich laten leiden door een materialistische levensopvatting weten niet dat zich bewustworden van de Absolute Waarheid, Vishnu of Bhagavan het doel van het leven is; ze zijn te gefascineerd door de externe eigenschappen van de materiële natuur en weten daarom niet wat bevrijding is. Personen die geen kennis hebben over bevrijding van materiële gebondenheid worden niet-Arya’s genoemd. Hoewel Arjuna een ksatrya was, week hij, door de strijd te weigeren, af van zijn voorgeschreven plichten. Deze daad van lafheid wordt beschreven als passend bij niet-Arya’s. Zulke plichtsverzaking zal niemand helpen om vooruitgang te maken in het spirituele leven; het is evenmin mogelijk om op die manier beroemd te worden in deze wereld. Heer Kṛṣṇa keurde het zogenaamde mededogen dat Arjuna voor zijn familie had daarom ook af.'
BG 2.4 - 2.6
Arjuna drukt zijn twijfels uit: "Superieuren te lijf gaan gaat toch in tegen alle goede zeden?"
...wat, volgens Prabhupada, een teken is van Arjuna's grootheid: Arjuna handelt niet impulsief.
Arjuna legt zijn boog neer... maar Kṛṣṇa kan daar geen waardering voor opbrengen.
Kṛṣṇa's latere repliek: "Arjuna, jij moet, als beroepsmilitair, niet flauw doen. Jij moet ni gewoon ervoor zorgen dat gerechtigheid geschiedt."
BG 2.7
Citaat uit commentaar:
'Het hele systeem van materiële activiteiten is voor iedereen een bron van verwarring; zo werkt de natuur. Bij elke stap raken we verward en daarom moeten we een bonafide spiritueel leraar benaderen die de juiste begeleiding kan geven om het doel van het leven te volbrengen. De hele Vedische literatuur raadt ons aan een bonafide spiritueel leraar te benaderen om vrij te raken van de complicaties van het leven, die ons overkomen zonder dat we dat willen. Het is als een bosbrand die om de een of andere reden woedt zonder door iemand aangestoken te zijn. Op dezelfde manier bevindt de wereld zich in een situatie waarin de problemen van het leven vanzelf verschijnen zonder dat we deze verwarring willen. Niemand wil brand, maar toch is het er en we staan perplex. De Vedische wijsheid raadt ons daarom aan dat, als we een oplossing willen voor de moeilijkheden van het leven en we de wetenschap van de oplossing willen begrijpen, we een bonafide spiritueel leraar moeten benaderen, die verbonden is met de opeenvolging van discipelen. Wie een (bona-fide) spiritueel leraar heeft, wordt verondersteld alles te weten. Men moet daarom NIET IN DEZE MATERIËLE VERBIJSTERING BLIJVEN, maar men moet een spiritueel leraar benaderen. Dat is de betekenis van dit vers.
Wie is degene die omgeven wordt door materiële verwikkelingen? Wij allemaal :)
...en daarom gaat Kṛṣṇa Arjuna (die zich, nederig, overgeeft als discipel) nu onderrichten.
BG 2.8
Al deze argumenten van Arjuna zouden op zich geldig kunnen zijn, 
maar worden ongeldig in de totaal-oplossing, in aanwezigheid van Kṛṣṇa (die een hogere rechtvaardigheid wil organiseren in de wereld)... net zoals 
-een agent, aan kruispunt, een hogere autoriteit heeft dan verkeerslichten.
-onkruid eruit moet, om de rijst te kunnen laten groeien.
BG 2.11
Kṛṣṇa zegt: "je weet niet waarover je het hebt.
BG 2.12
Jullie hebben altijd bestaan, en zullen altijd bestaan
BG 2.13
Ziel gaat CONTINUE over van X naar Y... dus is er geen reden om daardoor van streek te zijn.
BG 2.14
Geluk & verdriet zijn tijdelijk, ze komen en gaan... net zoals zomer en winter. Je moet hierdoor niet verstoord worden.
BG2.15
Als je gelijkmoedig kunt worden in geluk & verdriet, word je bevrijd.
BG 2.17
Bewustzijn is het symptoom van de ziel (dat zelf symptoom is van leven)
BG 2.18
De ziel kan niet gedood worden. "Dood" is "veranderen van lichaam".
BG 2.19
"Wie denkt dat het levend wezen kan doden of kan worden gedood, verkeert in onwetendheid. Wie werkelijke kennis bezit, weet dat het Zelf nooit gedood, noch wordt gedood."
Citaat uit commentaar:
'Wanneer een belichaamd levend wezen door dodelijke wapens wordt getroffen, dan moet men begrijpen dat het levend wezen in het lichaam niet gedood wordt. De ziel is zo klein dat het onmogelijk is om haar met welk wapen dan ook te doden, zoals duidelijk zal worden in de volgende verzen. Ook vanwege haar spirituele aard kan het levend wezen niet worden gedood. Dat wat gedood wordt of wat verondersteld wordt te worden gedood, is enkel het lichaam. 
Maar dit betekent niet dat het doden van het lichaam wordt aangemoedigd. Het Vedische voorschrift is mā hiṁsyāt sarvā bhūtāni: (BG 9.4) gebruik nooit geweld tegen wie dan ook. Het besef dat het levend wezen niet wordt gedood, moedigt ook het slachten van dieren niet aan. Zonder toestemming het lichaam van wie dan ook doden is weerzinwekkend en strafbaar, zowel volgens de wetten van de staat als volgens die van de Heer. Maar Arjuna wordt wegens religieuze principes betrokken in het doden en niet zomaar uit grilligheid.'
Bemerk: het is niet omdat je iemand KAN doden dat je die o.h.e. wie wanneer waar of waarom MAG doden. Dat is strafbaar ! Hier is Kṛṣṇa zelf, de allergrootste scheidsrechter, aanwezig... die de strijd beveelt. En daarom is het voor Arjuna geen zonde als hij zijn plicht doet. Arjuna is hierbij gewoon een INSTRUMENT.
BG 2.20
Er zijn zes fases van het lichaam (geboorte, jeugd, volwassen, nageslacht, ouderdom & ziekte, dood)... maar de ziel blijft eeuwig jong !
BG 2.21
Commentaar:
'Alles heeft zijn specifieke nut en gebruik 
en wie gegrond is in volledige kennis weet hoe en waar hij een bepaald ding op de juiste manier kan toepassen. 
Zo heeft geweld ook zijn nut en wie kennis heeft begrijpt hoe het moet worden toegepast. Een rechter die de doodstraf toekent aan iemand die veroordeeld is voor moord, kan zelf niet beschuldigd worden, omdat zijn bevel tot het gebruik van geweld tegen de moordenaar in overeenstemming is met de voorschriften van de wet.
De Manu-saṁhitā, het wetboek voor de mensheid, stelt dat een moordenaar ter dood veroordeeld moet worden, zodat hij in zijn volgend leven niet hoeft te lijden voor de grote zonde die hij heeft begaan. Dat de koning een moordenaar voor straf laat ophangen is daarom heilzaam. Als Kṛṣṇa op dezelfde manier het bevel geeft om te vechten, dan moet men concluderen dat zulk geweld voor het allerhoogste recht is. Arjuna moet daarom de instructie opvolgen, goed wetend dat zulk geweld tijdens het vechten voor Kṛṣṇa in werkelijkheid geen geweld is, omdat de mens, of liever de ziel, toch niet kan worden gedood. Voor toepassing van het recht is zogenaamd geweld dus toegestaan. Een chirurgische ingreep is er niet voor bedoeld de patiënt te doden, maar juist om hem te genezen. De strijd die Arjuna op bevel van Kṛṣṇa moet aangaan wordt met volledige kennis gestreden en daarom zijn reacties op zonden uitgesloten.
BG 2.22
Mooie vergelijking van kledij: eenmaal versleten, trekken we nieuwe aan, of kopen we nieuwe.
Ref. Muṇḍaka Upaniṣad (3.1.2) & Śvetāśvatara Upaniṣad  (4.7):
samāne vṛkṣe puruṣo nimagno
'nīśayā śocati muhyamānaḥ
juṣṭaṁ yadā paśyaty anyam īśam
asya mahimānam iti vīta-śokaḥ
‘Hoewel de twee vogels in dezelfde boom zitten, 
wordt de vogel die eet en de genieter is van de vruchten van de boom volledig in beslag genomen door angst en somberheid. 
Maar als hij op de een of andere manier 
-zijn gezicht naar zijn vriend keert, namelijk de Heer, en 
-wanneer hij Zijn roem kent, 
dan raakt de lijdende vogel onmiddellijk van zijn ellende bevrijd.’ 
BG 2.26
Niet klagen als je je plicht doet, want iedereen gaat toch dood.
BG 2.29
De ziel is verbazingwekkend !
.
Tot hier was het jnana yoga (analytische kennis over lichaam en ziel.
Vanaf hier zal Kṛṣṇa argumenten uit andere wereldbeschouwingen gebruiken.
BG 2.31
De beloning van "het doen van je plicht" is "het doen van je plicht" zelf, m.a.w. de handeling zelf is het resultaat: voor een strijder is er niets beter dan te strijden volgens religieuze beginselen.
Citaat:
‘Wanneer een koning of kṣatriya op het slagveld strijd levert met een vijandige koning, dan is hij gekwalificeerd om na zijn dood de hemelse planeten te bereiken, 
zoals ook de brāhmaṇa’s de hemelse planeten bereiken door dieren te offeren in het offervuur.’ 
BG 2.32
Wat zou het verlies kunnen zijn, als Arjuna zijn plicht NIET zou doen? (in tegenstelling tot Arjuna's argumenten wat het verlies zou zijn als hij WEL zijn plicht zou doen)
Ref. Canakya Pandit: "voor het grotere belang offer je het kleinere belang op".
BG 2.33-36
"Je reputatie zal om zeep zijn!"
Citaat uit commentaar:
'De Heer zegt: ‘Arjuna, als je het slagveld nog voordat de strijd begint verlaat, zullen de mensen je een lafaard noemen. En als je denkt dat de mensen je dan mogen bespotten, maar dat jij je leven zult redden door van het slagveld weg te vluchten, dan is Mijn advies dat je er beter aan doet in de strijd te sneuvelen. Voor een eerbiedwaardig persoon als jij is schande erger dan de dood. Vlucht daarom niet uit angst voor je leven; het is beter om te sterven in de strijd. Dat zal je redden van de schande die over je zal komen als je Mijn vriendschap misbruikt en het zal voorkomen dat je je prestige in de samenleving verliest.’ '
BG 2.37-38
Strijd, om terwille van de strijd, zonder te denken aan zege of nederlaag.
BG 2.39
"karma-kanda": wie zijn plicht doet, krijgt er geen zondige reakties van.
De jnana yoga (uit de vorige verzen) houdt in: afzien van werk, en kennnis ontwikkelen.
Beter dan jnana yoga (af te zien van werk) is afzien van de RESULTATEN van je werk: aktieve yoga (karma yoga)
Wie bovenstaande kennis (over verschil tussen lichaam & ziel) combineert met aktie (karma-yoga), verkrijgt buddhi-yoga. (gerealiseerde kennis)
En als die handelingen gedaan worden voor het plezier van Kṛṣṇa, dan wordt het bhakti-yoga !
BG 2.40
Als we karma yoga nog niet voor Kṛṣṇa doen, komt je sowieso toch niet slecht uit. Er is geen verlies voor deze activiteiten. Wat je ook doet (van spirituele dienst), dat blijft voor altijd behouden.
BG 2.41
Wie met sterk vertrouwen, vastberaden te werk gaat, komt snel goed terecht ... terwijl het, voor wie besluiteloos blijft, slechts in kronkel-wegetjes vooruit gaat (op het yoga pad).
"Wie de instructie van zijn geestelijk leraar het belangrijkste maakt in zijn leven, maakt veel vooruitgang"
Ref. commentaar van Śrīla Viśvanātha Cakravartī Ṭhākura, dat Srila Prabhupada zo getroffen had:
van alle intelligentie is de beste gefocus'd op bhakti yoga. Intelligentie als een laser, zeer vastberaden.
Ref. Śrīla Viśvanātha Cakravartī Ṭhākura's instructie:
yasya prasādād bhagavat-prasādo
yasyāprasādān na gatiḥ kuto ’pi
dhyāyan stuvaṁs tasya yaśas tri-sandhyaṁ
vande guroḥ śrī-caraṇāravindam
‘Door de spiritueel leraar tevreden te stellen, wordt ook de Allerhoogste Persoon-lijkheid Gods tevredengesteld. 
Maar als men de spiritueel leraar niet tevredenstelt, dan is het onmogelijk om op het niveau van Kṛṣṇa-bewustzijn te komen. 
Daarom moet ik drie keer per dag op mijn spiritueel leraar mediteren en voor zijn genade bidden en moet ik mijn spiritueel leraar mijn respectvolle eerbetuigingen brengen.’
Dit rotsvaste vertrouwen in de spiritueel leraar leidt tot volmaaktheid.
BG 2.44
Vastberadenheid wordt verminderd door te sterke gehechtheid aan bepaald comfort of bepaald zinnelijk genot.
...daarom benadrukt dit hoofdstuk het VERMIJDEN van "zinnelijk genot (uit egoïstische overwegingen)", en wordt aanbevolen om het "genot van Kṛṣṇa" te be-ogen.
BG 2.46
Eén grote water-stroom kan hetzelfde bieden als vele kleine waterputten.
Op dezelfde manier: voor degene die het doel van de Veda's kent, zijn alle doelen van de Veda's meteen bediend.
Bij het "Karma-kanda" gedeelte van de Veda's, is het doel om de mensen te gewennen aan het aanvaarden van hogere autoriteit, en in ruil daarvoor zien ze hun zinnelijke wensen in vervulling gaan: door spelregels te volgen, maar tegelijkertijd de wet/regels/hogereAutoriteiten leren te aanvaarden.
...terwijl hij die nu al weet dat het doel van de Veda's is "Kṛṣṇa te kennen", zichzelf veel tijd zal besparen.
BG 2.47
Ref. Narada Muni (SB 1): als je alle plichten doet, maar niets doet om geestelijke ontwikkeling te bereiken, dan heb je niet veel bereikt.
BG 2.48
Dit is de definitie van (aktieve) yoga: 
blijf aktief, maar met kennis van zaken ; leer af van je gemoed te laten afhangen van het resultaat. 
Dit proces zelf (van karma-yoga) brengt je hogerop.
BG 2.49
Bevrijd jezelf van alle baatzuchtig werk door toegewijde dienst, en geef je aan dat bewustzijn volkomen over.
BG 2.51 - 52
Dan wordt je onverschilig jegens alles wat er gehoord is.
BG 2.53
Onverstoorbaar.
BG 2.54
Vraag van Arjuna: "Hoe een standvastige wijze herkennen?"
BG 2.55
Gewoon door de woorden van Kṛṣṇa (Bhagavad Gita) te HOREN, en wat we hebben gehoord te HERHALEN, worden we zelf zo'n "standvastige wijze" ?!
BG 2.57
Wie niet ontmoedigd geraakt door aversie...
BG 2.58
Zoals een schildpad zijn ledematen intrekt onder zijn schuld, sta onwankelbaar in volmaakt bewustzijn.
BG 2.59
Maar... de SMAAK voor materieel zingenot blijft !
Pas als we hogere smaak vinden, geven we niet meer om lagere smaak (van materieel genot). En dan is de ziel verankerd in bovenzinnelijk bewustzijn.
M.a.w. Kṛṣṇa zegt: 'ga NIET naar de Himalaya's, blijf hier en strijd de strijd van het leven... met Mij in gedachten.'
BG 2.61
"Wie zijn zinnen beheerst
en zijn bewustzijn op Mij richt,
is een evenwicht en verstandig mens."
Dit is de hoofd-boodschap van de BG ! (hier in BG 2.61, en ook ergens in BG 9 & BG 18)
BG 2.62 - 2.63
Door aandacht op de zinsobjecten te richten, 
raakt men aan ze gehecht; 
uit zulke gehechtheid ontwikkelt zich lust 
en uit lust ontstaat woede.
Uit woede komt volslagen illusie voort 
en illusie veroorzaakt verwarring van het geheugen. 
Wanneer het geheugen verward is, gaat de intelligentie verloren 
en is de intelligentie eenmaal verloren, dan valt men terug in het materiële moeras.
BG 2.64
BG 2.66
Het tegendeel (van "verbondenheid met de Allerhoogste [door Kṛṣṇa-bewustzijn]") resulteert in intense mentale pijn !
BG 2.67
...want "zoals een boot op het water meegevoerd wordt door een sterke wind, zo kan zelfs één van de ronddolende zintuigen waarop de geest zich richt, iemands intelligentie meevoeren."
De werkelijke vrijheid is daar boven te staan (boven de drang van je zintuigen)  !
BG 2.70
Alleen iemand die niet verstoord wordt door 
de onophoudelijke stroom van verlangens — die als rivieren in de oceaan stromen, die zelf voortdurend wordt gevuld, maar altijd rustig blijft — 
kan vrede vinden, 
maar niet degene die zulke verlangens probeert te vervullen.
BG 2.71
Wie alle verlangens naar zinsbevrediging heeft opgegeven, 
wie een leven vrij van verlangens leidt, 
wie alle bezitsdrang heeft opgegeven 
en vrij is van vals ego 
— alleen hij kan werkelijke vrede vinden.
Op de duur geraakt zo iemand bevrijd van alle verlangens, en wordt diens enige resterende verlangen: het plezieren van Kṛṣṇa.
BG 2.72
"Dat is de weg van het geestelijk en goddelijk leven
en wie hem heeft gevonden kent GEEN VERBIJSTERING meer."
.
Samengevat:
I.p.v. Arjuna's "vechten heeft geen zin meer",
zegt Kṛṣṇa:
niemand kan dood gaan, want de ziel is eeuwig.
Bevrijding is zelf-verwerkelijking (af-studeren aan de school van het leven), eenmaal we beseffen wat onze eeuwige "rol", onze eeuwe "bron van geluk" is: nl. de relatie tussen ons (als ziel) en de SuperZiel.
Methodes:
1. jnana-yoga: theoretisch, afzien van werk en gewoon mediteren op deze kennis
2. karma-yoga: doe toch wat, maar met kennis van zaken. Doe je plichten, maar voor mij. En beheers voor de rest je zinnen, zodat die je niet op sleeptouw nemen. En zo kan je in rechte lijn naar mij gaan. Volg gewoon het principe van de regulerende principes (gebaseerd op: geen geweld, sobere aktiviteiten)
Advies: 
laat de verlangens niet gewoon binnenkomen. 
Wees als een grote oceaan, en blijf onbewogen bij al die instromende verlangens. Hou als je enige verlangen: het plezieren van (de zintuigen van) Kṛṣṇa.
.
Q&A 
Q1: Wat is mijn spirituele plicht?
A1: Dankbaarheid uiten naar Kṛṣṇa, en aangeven dat je jouw spirituele band met Hem wil herstellen.
Q2: Welk voedsel kan geofferd worden?
A2: voedsel in passie kan, in combinatie met voedsel in goedheid, geofferd worden.
--

20201115 - HOOFDSTUK 3 - KARMA-YOGA

Spreker: Hrdaya Caitanya prabhu 

(ex-templePresident - voor 27 jaar! - in Radhadesh ; sinds 2002 GBC W-Europa ; dagelijks bestuur Mayapur & TOVP)
.
Boom produceert zijn vruchten onbaatzuchtig, en geeft schaduw aan iedereen, zonder onderscheid... ook al wordt deze boom mishandeld. 
Zelfs omgezaagd, begint boom terug te groeien, met nieuwe scheuten.
Dit heeft een inzicht om te leven & functioneren in deze wereld en terzelfdetijd afstandelijk te blijven.
"Wees in deze wereld, maar wees niet afhankelijk van deze wereld"
"Leef in deze wereld, maar word in deze wereld niet geleefd"
m.a.w. "word geen slaaf van deze wereld"
karma yoga : pad van onzelfzuchtige aktie
spirituele zoektocht in deze wereld, met alle kwalificaties die je hebt meegekregen via je geboorte... zonder gehecht te zijn aan vruchten of belangen
.
Dit hoofdstuk bestaat uit drie secties.
.
Vers 1-9: onthechting
Arjuna's opinie: "Als ik buddhi-yoga doe, gebruik ik mijn intelligentie om spirituele vooruitgang te maken... door mij terug te trekken uit het aktieve leven."
Twee benadering: 
-sāṅkhya-yoga en 
-karma-yoga of buddhi-yoga.
Commentaar BG 3.03: "Religie zonder filosofie is sentiment, soms zelfs fanatisme, terwijl filosofie zonder religie mentale speculatie is."
Commentaar BG 3.04: "Zonder zuivering van het hart is sannyāsa (4e levensorde , van onthechting) gewoon een verstoring van de sociale orde."
BG 3.05: iedereen heeft een bepaalde "natuur" (set van "kwalificaties"), meegekregen (bij de geboorte) uit vorige levens
Commentaar BG 3.05: "Het is niet zo dat de ziel alleen actief is in haar belichaamde staat; integendeel, het is de aard van de ziel dat ze altijd actief is."
...want de ziel is eeuwig (m.a.w. kent geen begin of einde), als deeltje van Kṛṣṇa, en altijd aktief.
"Het lichaam is niet meer dan een levenloos voertuig, dat bestuurd wordt door de ziel, die altijd actief is en zelfs niet voor een moment kan stoppen. 
De ziel moet daarom betrokken worden in de goede activiteiten van het Kṛṣṇa-bewustzijn; zo niet, dan zal ze bezig worden gehouden met activiteiten die haar door de illusionerende energie worden opgelegd... Als de ziel volgens haar natuur in Kṛṣṇa-bewustzijn functioneert, dan is alles wat ze doet goed." Elke Kṛṣṇa-bewust activiteit is een pluspunt in ons leven, en dat blijft behouden op je "transcendentale bankrekening". Het uiteindelijke doel is om een liefdevolle relatie te hebben met Kṛṣṇa."
Commentaar BG 3.06: "Zulke hypocrieten spreken soms ook droge filosofie om hun ontwikkelde volgelingen te overbluffen, maar volgens dit vers zijn ze de grootste oplichters. Voor iemand die uit is op zinnelijk genot is het beter om in zijn maatschappelijke positie te blijven... Wie zich alleen maar voordoet als een yogī, terwijl hij eigenlijk uit is op zinsbevrediging (financieel profijt, naam, faam, eer, ...), moet de grootste oplichter worden genoemd, ook al spreekt hij soms over filosofie. "
BG 3.07: Een persoon die oprecht is, kan gemakkelijk geestelijke vooruitgang maken, ondanks ups & down in diens praktijk. M.a.w. diens zwakheden worden vergeven, zolang het niet is om andere mensen te bedriegen.
BG 3.08: je terugtrekken, alles voorbarig opgeven, is NIET de oplossing. In deze materiële wereld is aktiviteit een must ! Dus is het beter om te HANDELEN in goedheid, en jezelf uit te zuiveren van de neiging tot zinsbevrediging.
...door deel te nemen aan het proces van Kṛṣṇa-bewustzijn. Als we oprecht zijn, grijpt er systematisch een zuivering plaats... waardoor we vrij kunnen komen van onzuivere gewoontes & neigingen.
BG 3.09: Het varṇāśrama-stelsel is op touw gezet door Kṛṣṇa, zodat iedereen zichzelf op z'n juiste plaats & situatie heeft (in de sociale & ashram-verscheidenheid), waar hij/zij het best kan functioneren, gelukkig zijn en waardevolle dienst doen.
Commentaar BG 3.09: "zowel goede als slechte activiteiten leveren karma op, waardoor degene die zulke activiteiten verricht, gebonden raakt. Men moet dus actief zijn in Kṛṣṇa-bewustzijn om Kṛṣṇa (of Viṣṇu) tevreden te stellen. En terwijl men bezig is met zulke activiteiten, bevindt men zich al op het niveau van bevrijding; dat is de grote kunst van activiteiten verrichten. 
Alles moet juist worden gedaan om Kṛṣṇa tevreden te stellen. Wie zo handelt zal niet alleen geen karma ontwikkelen, maar zal ook geleidelijk aan verheven worden tot transcendentale liefdedienst aan de Heer. 
.
Vers 10-16: Yoga-ladder
Halfgoden zijn PERSONEN die ook in deze wereld aktief zijn en alles (zoals zon, wind, planeet) besturen, en daarvoor gerespecteerd worden. Hun leven (in de materiële wereld) is langer dan het onze, maar hoe dan ook tijdelijk. (terwijl aanwezigen in de spirituele wereld daar eeuwig bestaan)
Er zijn evenveel universa als er mosterdzaadjes zijn in één zak.
Gans de materiële wereld is slechts een KWART van de volledige schepping.
Commentaar BG 3.10: "De Heer van alle wezens (Viṣṇu) schiep de materiële schepping om de geconditioneerde zielen de kans te geven terug te keren naar huis, terug naar God. Alle levende wezens in de materiële schepping zijn geconditioneerd door de materiële natuur, omdat ze hun relatie met Viṣṇu of Kṛṣṇa, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, vergeten zijn. "... en dat is ook ONZE situatie: in ons leven, als mens, hebben we verstand en kunnen we zelf beslissen om ons voor te bereiden om terug te gaan naar het Eeuwige Leven (terwijl we nog in het materiële bestaan zijn), op voorwaarde dat we niet gehecht raken aan deze materiële wereld (gezin, werk, taken).
Srila Prabhupada, als ambassadeur van de Spirituele Wereld, heeft geprobeerd om ons, geconditioneerde zielen, het pad te wijzen terug naar Kṛṣṇa.
BG 3.11: de halfgoden zijn de "ministers", verantwoordelijk voor goed bestuur van deze wereld... ook al heeft de "koning" het laatste woord. Maar de bekrachtiging om dit te doen hebben die halfgoden gekregen van Kṛṣṇa.
Ref. Govardhan-lila: Kṛṣṇa, die vroeg aan Nanda Maharaj wat de bedoeling was van diens grote vuur-yajna. Antwoord: voor het plezier van heer Indra (die alle regen geeft)... want als boeren waren ze zeer afhankelijk van gunstige weer-omstandigheden. Maar Kṛṣṇa vondt dit niet correct: "zulke yagna zou moeten worden gegeven aan de heuvel Govardhan: alles wat jullie hebben voorbereid, gebruik dat om Govardhan te vereren". Nanda Maharaj luisterde. Gevolg: Heer Indra was erg geraakt in zijn vals ego.... en riep Samvartika aan (wolk voor op het eind van de wereld, om die te vernietigen), die zorgde voor storm & regen. Kṛṣṇa nam de heuvel op z'n klein pinkje... Uiteindelijk kwam Heer Indra tot z'n zinnen, en bood zijn verontschuldigingen aan bij Kṛṣṇa. Verschil tussen half-god en demon: beiden kunnen even in illusie komen, maar eenmaal half-god terug tot z'n zinnen komt, verontschuldigt die zich.
Commentaar BG 3.12: halfgoden halen hun kracht & kennis uit heer Vishnu / Kṛṣṇa. Voor mensen die Kṛṣṇa niet zo rechtsreeks kunnen dienen, dienen Kṛṣṇa via de half-goden, om op die manier tot goedheid te komen. Eenmaal in goedheid, staan ze meer open voor spirituele kennis. "Voor hen die in de hoedanigheid goedheid zijn, wordt echter de transcendentale verering van Heer Viṣṇu aangeraden."
BG 3.13: principe hierachter is: er is niets in deze wereld (wat we kunnen zien/aanraken/gebruiken) dat niets te maken heeft met Kṛṣṇa. Kṛṣṇa is de schepper van alles. Er is geen gras-sprietje dat beweegt, zonder de sanctie van de Heer. Ref. gesprek tussen Srila Prabhupada & glas-industrieel. (1)
Commentaar BG 3.14: "De Heer kan worden tevredengesteld door offers, maar wie deze niet verricht, zal in schaarste leven — dat is de wet van de natuur. Om ons op zijn minst voor voedselschaarste te behoeden, moeten we dus yajña verrichten, in het bij­zonder het saṅkīrtana-yajña dat voor dit tijdperk is voorgeschreven." En voor ons tijdperk (waarin het moelijk is om mantra's zuiver te chanten) heeft Heer Caitanya een eenvoudig proces gegeven: de mahaMantra - als meest aangewezen proces voor onszelf (die het chanten) en zij die het horen. Beide hun hart wordt hierdoor gezuiverd: ceto-darpana-marjanam - de stof-aanslag op de spiegel van het hart wordt hierdoor verwijderd. Zo komt men vrij van het valse ego.
Commentaar BG 3.16: "De filosofie van de mammonist, namelijk ‘hard werken en van zinsbevrediging genieten’, wordt in dit vers door de Heer veroordeeld."
.
Vers 17-35: Hoe belangrijk het is om een voorbeeld te zijn voor anderen, of te zien bij anderen
Commentaar BG 3.17: "Iemand die volledig Kṛṣṇa-bewust is en die volkomen tevreden is door zijn activiteiten in Kṛṣṇa-bewustzijn, heeft geen plichten meer te vervullen."
Commentaar BG 3.18: "Wie zelfgerealiseerd is, is niet langer verplicht om welke voor-geschreven plichten dan ook te vervullen, behalve zijn activiteiten in Kṛṣṇa-bewustzijn." ...uit praktische kennis (vijnana), realisatie van "ik ben niet dit lichaam" èn er naar te handelen. Dat is een zelfgerealiseerde ziel.
BG 3.19: gehechtheid is een heel groot onderwerp in deze wereld. En onthecht zijn (maar tegerlijkertijd je best doen om je relatie met de Allerhoogste te ontwikkelen!) is een heel belangrijk aspect in het spirituele leven.
Het volgen van de instructies van de Allerhoogste leidt tot perfectie.
Commentaar BG 3.20: "Ook al heeft een Kṛṣṇa-bewust persoon geen interesse in de wereld, toch doet hij zijn best om de mensen te leren hoe ze moeten leven en handelen. Zij die ervaren zijn in het Kṛṣṇa-bewustzijn zijn in staat zo te handelen dat anderen hen volgen". Dit is de echte functie van een sannyāsa: onthecht, en rondreizend, zijn associatie & kennis gevend aan alle mensen die hij ontmoet.
BG 3.21: 
yad yad ācarati śreṣṭhas
tat tad evetaro janaḥ
sa yat pramāṇaṁ kurute
lokas tad anuvartate
Bv. Diwali (overwinning van Heer Rama, als koning super-voorbeeldig in zijn manier van leven, in onthechting & toewijding... wat alle inwoners van zijn land beïnvloedde)
Ref. Srila Prabhupada's guru-parampara, zorgvuldig doorgegeven: "Als ik in dit verband enige verdienste heb, dan komt die mij niet persoonlijk toe, maar is die te danken aan mijn eeuwige spiritueel leraar Oṁ Viṣṇupāda Paramahaṁsa Parivrājakācārya 108 Śrī Śrīmad Bhaktisiddhānta Sarasvatī Gosvāmī Mahārāja Prabhupāda." (2)
BG 3.22: Ook al heeft Kṛṣṇa geen voorgeschreven plichten, toch volgde ook Hij de Vedische etiquette & geschriften, respectvol naar diens ouderen etc... als voorbeeld, die wij niet kunnen IMITEREN maar wel VOLGEN.
Wat is het verschil tussen volgen & imiteren? Imiteren is sowieso moeilijk, omdat Kṛṣṇa heeft alle kwaliteitein in de grootste vorm. Bv. Srila Prabhupāda: wij horen hem niet te imiteren, maar we kunnen wel proberen hem, in zijn instructies, te volgen en inspiratie uit nemen, en naar hem refereren. Wij zijn VOLGELINGEN.
Commentaar BG 3.22: ‘Zijn lichaam is niet als dat van een gewoon levend wezen. Er bestaat geen verschil tussen Zijn lichaam en Zijn ziel. Hij is absoluut.’ (Śvetāśvatara Upaniṣad 6.7-8)... Omdat alles in alle volledigheid in de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods is en in volledige waarheid bestaat, is er geen plicht die door de Heer vervuld hoeft te worden. " (want Hij is de oorsprong van alles). "Toch is Heer Kṛṣṇa betrokken bij de Slag van Kurukṣetra als de leider van de kṣatriya’s, omdat kṣatriya’s verplicht zijn om bescherming te geven aan hen die in nood verkeren. Hoewel Hij boven alle regels van de geopenbaarde teksten staat, zal Hij ze nooit schenden."
BG 3.23: het is belangrijk dat een leider, of groot persoon, het goede voorbeeld geeft.
Commentaar BG 3.24: "Varṇa-saṅkara is onwenselijke bevolking die de vrede van de algemene samenleving verstoort. " Allerlei situaties die niet goed zijn voor de mensen, en de volgende generaties !
Commentaar BG 3.25: "Een Kṛṣṇa-bewust persoon zal nooit iets doen wat niet bevorderlijk is voor vooruitgang in Kṛṣṇa-bewustzijn. Zijn activiteiten kunnen exact dezelfde zijn als die van een onwetend persoon die te gehecht is aan materiële activiteiten, maar het verschil is dat de een zulke activiteiten doet om zijn zintuigen te bevredigen, terwijl de ander ze doet om Kṛṣṇa tevreden te stellen. "
BG 3.26 
BG 3.27: Misleid door de invloed van het vals ego, denkt de ziel dat zij zelf de activiteiten verricht die in werkelijkheid door de drie hoedanigheden van de materiële natuur worden verricht.
Commentaar BG 3.28: "De kenner van de Absolute Waarheid is ervan overtuigd dat hij door zijn contact met de materie in een benarde positie verkeert. Hij weet dat hij een integrerend deeltje is van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, Kṛṣṇa, en dat hij geen deel uitmaakt van de materiële wereld." Wie kennis heeft, beseft dat hij niet thuishoort in deze wereld. Het is een soort strafkamp waar we doorheen moeten gaan om ons te zuiveren, en terug te gaan naar de Spirituele Wereld.
BG 3.29: Als mensen teveel in onwetendheid zijn, moet je daar niet teveel energie in stoppen.
Commentaar BG 3.29: Toegewijden (sannyāsis) blijken soms meer genadig dan Kṛṣṇa zelf, naar iemand die zo diep verstrikt zit in de materiële wereld.
Commentaar BG 3.30: "Op dezelfde manier moet iemand beseffen dat niets in de wereld eigendom is van een bepaald individu, maar dat alles eigendom van de Allerhoogste Heer is. "
Commentaar BG 3.31: "Net zoals de Veda’s eeuwig zijn, is de waarheid van het Kṛṣṇa-bewustzijn ook eeuwig. Men moet een vast geloof hebben in dit voorschrift, zonder afgunstig te zijn op de Heer. " 
Commentaar BG 3.34: "Zij die Kṛṣṇa-bewust zijn, zijn van nature niet geneigd tot materiële zinsbevrediging, maar zij die niet Kṛṣṇa-bewust zijn, moeten de regels en bepalingen van de geopenbaarde teksten volgen. "
BG 3.35: Het is veel beter om je eigen plicht te vervullen, hoe gebrekkig ook ... want het pad van een ander volgen is gevaarlijk. M.a.w. advies om je te gedragen naar je geaardheid ! Het is riskant om andere dingen (niet in lijn met je geaardheid) te gaan doen, dan waar je voor bent voorbestemd.
Wat is gevaarlijk aan 'het pad van een ander volgen'? Je moet doen wat je dharma is, waar je voor bent voorbestemd. Probeer niet om je plotseling te veranderen.
.
Laatst sectie van hoofdstuk 3
BG 3.36: Arjuna brengt een praktisch probleem naar voor: 'wat is het waardoor iemand zelfs tegen zijn wil in tot zondige handelingen wordt aangedreven, alsof hij ertoe gedwongen wordt?'
BG 3.37: elk levend wezen heeft, in zijn hart/ziel, liefde voor God. Maar er is een probleem met lust die heel dicht bij de liefde is, maar die de perverse uiting is van liefde !
Lust is een vernielende energie.
Commentaar BG 3.37: "Wanneer het levend wezen in contact komt met de materiële wereld, wordt zijn eeuwige liefde voor Kṛṣṇa, DOOR de werkzaamheid van DE HOEDANIGHEID HARTSTOCHT, omgezet in lust. Met andere woorden, iemands liefde voor God wordt omgezet in lust, net zoals melk in yoghurt wordt omgezet wanneer ze in contact komt met zure tamarinde. 
Maar als die lust niet bevredigd wordt, verandert hij in woede; 
woede veroorzaakt illusie, en 
illusie is de oorzaak van de verlenging van het materiële bestaan. 
Lust is daarom de grootste vijand van het levend wezen 
en het is alleen lust die het levend wezen ertoe aanzet om verstrikt te blijven in de materiële wereld. 
.
WOEDE is een uiting van de HOEDANIGHEID ONWETENDHEID. De hoedanigheden onwetendheid en hartstocht manifesteren zich als woede en andere gevolgen. 
.
De Allerhoogste Persoonlijkheid Gods heeft Zichzelf geëxpandeerd in velen voor Zijn altijd toenemende spirituele vreugde en de levende wezens zijn een onderdeel van die spirituele vreugde. Ze hebben een gedeeltelijke onafhankelijkheid, (Kṛṣṇa wil dat het levend wezen vrij & onafhankelijk - niet gedwongen - kiest voor Hem... net zoals moeder/huisvrouw lekker kan koken voor het hele gezin, maar ze het eten niet in ieders mond gaan stoppen. Op zich zijn de omstandigheden van de materiële wereld ideaal: de problemen in deze materiële wereld hebben (zelf-)reflectie als bedoeling.)
te vervullen, maar wanneer ze volledig gefrustreerd zijn door hun aanhoudelijke zinnelijke activiteiten, beginnen ze vragen te stellen naar hun werkelijke positie.
.
BG 3.38: Zovele vbn van hoe lust ons leven gaat besturen. Lust beperkt zich niet tot de zintuigen, maar beînvloedt de geest en de intelligentie (verstand). En ook het valse ego tussen je verstand & je ziel) zal je "helpen" om te denken dat zinsbevrediging net goed voor je is, en het juiste is. De ziel is op zich zuiver, maar als je intelligentie, vals ego etc. zich richt op die zinsbevrediging, dan wordt de ziel in een soort kooi geplaatst, waardoor ze de mooie liefdeskwaliteiten van Kṛṣṇa niet kan manifesteren. Lust is hierbij de kern-oorzaak, om je op die manier in de materiële wereld te trekken, alsof hier je eeuwige verblijfplaats is.
Op deze manier geraken mensen verstrikt in deze materiële wereld, niet enkel met hun zintuigen maar ook hun geest en intelligentie.
BG 3.39: hoe krachtig is die lulst, die je weghoudt van de manifestatie van de zuivere liefde in je hart (die nochtans klaar staat om zich te manifesteren, als jij dat maar toestaat)
Commentaar BG 3.39: "Lust kan door geen enkele hoeveelheid zinsbevrediging bevredigd worden, net zoals vuur nooit geblust kan worden door het voortdurend van brandstof te voorzien. In de materiële wereld is seks het centrum van alle activiteiten en daarom wordt de materiële wereld maithunya-āgāra genoemd, de keten van seksualiteit. Zoals criminelen in een gewone gevangenis achter tralies worden gehouden, zo worden de criminelen die ongehoorzaam zijn aan de wetten van de Heer, geketend door seksualiteit.
De vooruitgang van de materiële beschaving op basis van zinsbevrediging betekent het verlengen van de tijdsduur van het materiële bestaan van het levend wezen. Deze lust is daarom het symbool van onwetendheid die het levend wezen in de materiële wereld houdt. Het kan zijn dat men een zeker geluksgevoel ervaart wanneer men zijn zintuigen bevredigt, maar dit zogenaamde geluk is in de diepste zin de ergste vijand van de levensgenieter."
De schepper heeft het zo in mekaar gezet, dat er een bepaalde bevrediging kan zijn, maar die trekt ons dieper in de materiële wereld.
Commentaar BG 3.40: "De vijand heeft verschillende strategische posities ingenomen in het lichaam van de geconditioneerde ziel en Heer Kṛṣṇa geeft aan wat die posities zijn, zodat iemand die de vijand wil verslaan, weet waar deze te vinden is. 
-De geest is het centrum van alle activiteiten van de zintuigen en wanneer we over zinsobjecten horen, wordt de GEEST over het algemeen een VERGAARBAK VAN ALLERLEI IDEEËN VOOR ZINSBEVREDIGING; de geest en de zintuigen worden hierdoor de plaatsen waar lust zich ophoudt. (onze geest opent zich, via de zintuigen, om lust naar ons toe te trekken)
-Daarna wordt de intelligentie de hoofdplaats van zulke zinnelijke neigingen. 
-De intelligentie grenst direct aan de ziel en wanneer ze VOL LUST IS, ZORGT DE INTELLIGENTIE ERVOOR DAT DE ZIEL HET VALS EGO VERWERFT en zich identificeert met materie en dus ook met de geest en de zintuigen.
-De ziel (zelf zuiver, maar geaffecteerd door alles eromheen) raakt verslaafd aan het genieten van de materiële zintuigen en verwart dit met werkelijk geluk."
Commentaar BG 3.41: Kṛṣṇa raadt ons aan om op de juiste manier om te gaan met lust. D.w.z. dat we de lust niet laten binnendringen in ons systeem (waar het anders een verwoestend effect zou hebben). "Lust is niets anders dan een verwrongen weerspiegeling van de liefde voor God die ieder levend wezen van nature heeft. Als iemand vanaf het begin van zijn leven onderwijs heeft gehad in Kṛṣṇa-bewustzijn, dan kan die natuurlijke liefde voor God niet verslechteren tot lust. (vandaar dat Srila Prabhupāda benadrukte om gurukula's op te starten, om kinderen vanaf jonge leeftijd te trainen in Kṛṣṇa-bewustzijn. D.i. vnl. karakter-training, om te begrijpen wat hij, van datgene wat gekregen heeft bij zijn geboorte, het beste kan gebruiken in zijn leven voor Kṛṣṇa) Ontaardt die liefde voor God toch in lust, dan is het heel moeilijk om terug te keren naar de normale toestand. 
Maar ondanks dat is Kṛṣṇa-bewustzijn zo sterk, dat zelfs iemand die laat begint, liefde voor God kan ontwikkelen door de regulerende principes van devotionele dienst te volgen. Binnen elk levensstadium of vanaf het moment dat iemand de noodzaak ervan inziet, kan men beginnen met het reguleren van de zintuigen in Kṛṣṇa-bewustzijn of devotionele dienst aan de Heer en kan men lust veranderen in liefde voor God, het hoogste niveau van volmaaktheid van het menselijk leven."... wat een zeer hoopgevende, positieve uitspraak van Srila Prabhupāda: het omarmen van Kṛṣṇa-bewustzijn is de oplossing voor alles, en sterker dan lust.
BG 3.42
Commentaar BG 3.43: Lust is niet enkel sexualiteit. het is ook "Het verlangen naar heerschappij en zinsbevrediging is de grootste vijand van de geconditioneerde ziel, maar door de kracht van het Kṛṣṇa-bewustzijn kan men de materiële zintuigen, geest en intelligentie beheersen."
M.a.w. BG 3.43: men moet de geest met een zorgvuldige, spirituele intelligentie [Kṛṣṇa-bewustzijn] beheersen en zo — door spirituele kracht — deze onverzadigbare vijand, genaamd lust, overwinnen.
--
Q&A
Q: Wie is de vader van Kṛṣṇa ? Nanda Maharaj & Yasoda maji... en door de verhalen te horen over Kṛṣṇa's spel & vermaak met al die personen om hen heen (die tevens eeuwige metgezellen zijn), maken we al vooruitgang... want die geven voorbeeld hoe we Kṛṣṇa kunnen bereiken. 
Q: En wie is Vishnu ?
--
(0)
(1)
(2)
==

20201122 - HOOFDSTUK 4 - TRANSCENDENTALE KENNIS

Spreker: Rati Manjari dd

(0)
Q&A
"Wie zijn de ouders van Kṛṣṇa?"
Volgens de inwoners van Mathura is de echte Kṛṣṇa diegene die geboren is in Mathura, als zoon van Devaki. 
Deze Kṛṣṇa werd door Vasudev naar Vrndavan gebracht... om daar verwisseld te worden met het kind van Yasoda (geboren in Vrndavan, die daarna met Vasudev terug naar Mathura trok)
.
(1)
ter illustratie van BG 4:34:
Rati Manjari dd was discipel van 
-eerst Bhagavan ; 
-daarna Tamal Kṛṣṇa Goswami +2002(4) ;
-sindsdien Kesava Bharati Dasa Goswami (5)
.
"Volgen van de 4 principes gaat me niet af, ik heb meer (affectie en) GENADE nodig (van Vaishnava's)... ook al heb ikzelf niets te bieden"
Je maakt aldus grote vooruitgang door het 
-VRAGEN STELLEN
-DIENST BEWIJZEN
aan zelfgerealiseerde zielen.
.
"transcendentale" kennis, als "boven de zintuigen uitstijgend", kennis die we niet met onze zintuigen kunnen bedenken, kennis die van boven wordt doorgegeven aan de mens.
...n.a.v. Arjuna's dilemma "Hoe handelen in de wereld zonder dat je verstrikt blijft in samsara (kringloop van geboorte en dood) ? 
.
BG 4.2: de tand des tijds vermaalt alles tot pulp, zelfs "onvergankelijke kennis" overgeleverd in "geestelijke erfopvolging".
BG 4.4: waarom aan Arjuna? omdat die zowel Zijn toegewijde als Zijn vriend is ("bhakto 'si me sakha ceti")
...maar jouw overgave moet je niet BLIND doen, maar MET KENNIS.
BG 4.5: Eerste keer dat Kṛṣṇa iets over zichzelf zegt.
De Brahma-saṁhitā (5.33) geeft informatie over vele, vele incarnaties van de Heer. Er wordt gezegd:
advaitam acyutam anādim ananta-rūpam
ādyaṁ purāṇa-puruṣaṁ nava-yauvanaṁ ca
vedeṣu durlabham adurlabham ātma-bhaktau
govindam ādi-puruṣaṁ tam ahaṁ bhajāmi
‘Ik vereer de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, Govinda [Kṛṣṇa], de oorspronkelijke persoon, die absoluut, onfeilbaar en zonder begin is. Hoewel Hij in oneindig veel vormen geëxpandeerd is, blijft Hij toch dezelfde oorspronkelijke persoon, de oudste en Hij die er altijd uitziet als een jongen in de bloei van zijn jeugd. Zulke eeuwige, alwetende vormen van de Heer, die vol geluk zijn, worden gewoonlijk zelfs door de beste Vedische geleerden niet begrepen, maar ze zijn altijd zichtbaar voor de zuivere toegewijden.’
In de Brahma-saṁhitā (5.39) staat ook:
rāmādi-mūrtiṣu kalā-niyamena tiṣṭhan
nānāvatāram akarod bhuvaneṣu kintu
Kṛṣṇaḥ svayaṁ samabhavat paramaḥ pumān yo
govindam ādi-puruṣaṁ tam ahaṁ bhajāmi
‘Ik vereer de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, Govinda [Kṛṣṇa], die altijd in verschillende incarnaties verschijnt, zoals Rāma, Nṛsiṁha en ook in vele subincarnaties, maar die de oorspronkelijke Persoonlijkheid Gods is, die Kṛṣṇa genoemd wordt en die ook persoonlijk neerdaalt.’
BG 4.7
BG 4.8 (door elke Indiër gekend)
"paritrāṇāya sādhūnāṁ
vināśāya ca duṣkṛtām
dharma-saṁsthāpanārthāya
sambhavāmi yuge yuge"
Kṛṣṇa komt telkens weer
COMMENTAAR:
In het Caitanya-caritāmṛta van Kṛṣṇadāsa Kavirāja worden deze incarnatieprincipes in de volgende verzen (Madhya 20.263-264) samengevat:
sṛṣṭi-hetu yei mūrti prapañce avatare
sei īśvara-mūrti ‘avatāra’ nāma dhare
māyātīta paravyome sabāra avasthāna
viśve avatari’ dhare ‘avatāra’ nāma
‘De avatāra, de incarnatie van de Godheid, daalt neer uit het koninkrijk van God naar de materiële wereld om te scheppen. De bepaalde vorm van de Persoonlijkheid Gods die neerdaalt wordt een ‘incarnatie’ of ‘avatāra’ genoemd. Zulke incarnaties bevinden zich in de spirituele wereld, het koninkrijk van God. Wanneer zij naar de materiële wereld neerdalen, worden ze ‘avatāra’ genoemd.’
Er zijn verschillende soorten avatāra’s, zoals puruṣāvatāra’s, guṇāvatāra’s, līlāvatāra’s, śakty-āveśa-avatāra’s, manvantara-avatāra’s en yugāvatāra’s, en ze verschijnen allemaal op schema over het hele universum. Maar Kṛṣṇa is de oorspronkelijke Heer, de bron van alle avatāra’s. Heer Śrī Kṛṣṇa daalt neer met het specifieke doel om het leed van de zuivere toegewijden weg te nemen, die er sterk naar verlangen om Hem te zien tijdens Zijn ZUIVERE TOEGEWIJDEN TEVREDEN TE STELLEN (m.a.w. TE PLEZIEREN)."
BG 4.9: het "poort-vers"
janma karma ca me divyam
evaṁ yo vetti tattvataḥ
tyaktvā dehaṁ punar janma
naiti mām eti so ’rjuna
BG 4.10
COMMENTAAR bewijst dat Prabhupada heel goed beseft wat voor soort mensen hij allemaal zou zien toetreden tot zijn gemeenschap.
Citaat: "Als gevolg daarvan beschouwen ze de Allerhoogste als iets onpersoonlijks, en omdat ze zo in beslag genomen worden door materie, is het idee van het behouden van de persoonlijkheid na de bevrijding voor hen beangstigend (door alle miserie die ze in hun huidig leven al hebben meegemaakt). Wanneer ze de kennis krijgen dat het spirituele leven ook persoonlijk is en dat er ook individualiteit bestaat, worden ze bang om opnieuw personen (met navenant pijnlijke ervaringen) te worden en daarom geven ze vanzelfsprekend de voorkeur aan een soort eenwording met de onpersoonlijke leegte. "
BG 4.10: Kṛṣṇa is eerlijk naar iedereen toe.
BG 4.13:
-kwaliteiten ("guna") waarmee je leeft, voor elk individu verschillend
-met navenant verschillende beroepsgroepen ("geledingen", "varna's) in de menselijke samenleving... wat navenant corrumpeerde tot vastgezette kaste-systeem.
-karma
Kṛṣṇa zegt wel: "hoewel Ik de schepper van dit stelsel ben, ben ik er zelf niet aan onderhevig."
BG 4.16: "Zelfs intelligente personen raken verward wanneer ze activiteit en inacti-viteit van elkaar proberen te onderscheiden."
BG 4.17: aktiviteit (karma), verboden aktiviteit (vikarma), inaktiviteit (akarma). 
Toegewijde dienst is zeker aktief, maar zonder dat het goed of slecht karma veroorzaakt. Ref. vredes-vers van BG 5.29
BG 4.25-30: hoe elke groep handelt, en wat ze doen om zich te zuiveren
BG 4.34
"tad viddhi praṇipātena
paripraśnena sevayā
upadekṣyanti te jñānaṁ
jñāninas tattva-darśinaḥ"
BG 4.38
Ref. "illuminations from the Bhagavad Gita" (6)
--
(0)
Intro:
(1)
(4)
(5)
(6)
(x)
==

20201129 - HOOFDSTUK 5 - KARMA-YOGA: ACTIVITEIT IN KRISHNA-BEWUSTZIJN

Spreker: Bhakti Prabhava Swami 

(bhakti.prabhava.swami@gmail.com)
.
Recapitulatie:
BG 2: eeuwige spirituele ziel in tijdelijk lichaam
BG 3: verricht al je activiteiten als offer aan Kṛṣṇa. Wie op die manier handelt, is bevrijd van de gebondenheid aan deze wereld: geen karma. Want het is door karma dat we dit lichaam kregen, en geboorte namen.
BG 4: spiritueel handelen betekent 
-handelen zonder belangen naar winst, en zonder aanspraak te maken op bezit... omdat alles van Kṛṣṇa is, het is niet van ons.
-handelen op zo'n manier dat je plezier geeft aan de ziel... in tegenstelling tot "handelen met materieel verlangen" (om te genieten van deze wereld, plezier te geven aan ons lichaam).
Maar er zijn obstakels op het spirituele pad, van 2 soorten:
-gehechtheid (+) 
-en afkeer (-), als negatieve gehechtheid
...wat betrekking aangeeft tussen 
-de zintuigen en de geest en 
-alle objecten van deze materiële wereld
Waarom hebben we deze gehechtheden? 
Dat komt door de grootste vijand van het spiritueel handelen belemmert, LUST. En om dat te kunnen bestrijden, heb je transcendentale kennis nodig, die uitlegt hoe je kunt handelen in relatie met Kṛṣṇa.
In BG 3 legt Kṛṣṇa de basis van deze transcendentale kennis: hij legt uit hoe Kṛṣṇa verschillend is van ons. Kṛṣṇa verandert nooit van lichaam, hij vergeet zijn vorige geboorten niet, etc. En alle soorten van "toegewijde dienst" (werk gedaan voor mij) culmineert in kennis hierover (als realisaties door het hart).
Kṛṣṇa's advies aan Arjuna, op einde van H4: 'sta op en vecht'.
.
BG 5, v1-9:
BG 5.01
Arjuna is verward door bovenstaand advies, want Kṛṣṇa verwacht 2 dingen:
-werken met devotie, werken in/met kennis
-inaktief zijn, onthecht zijn, stoppen met alle akties (wat blijkt, hieronder? Dit slaat enkel op materiële akties)
BG 5.02
Kṛṣṇa's antwoord: beide manieren zijn hetzelfde... maar toegewijde dienst is superieur, want 
-het bevrijdt iemand van alle reakties op zijn werk (karma), en
-het is veel gemakkelijker dan (en bevat reeds!) onthechting: we werken voor Kṛṣṇa, we offeren ons voedsel, en dan krijgen we die wondervolle prasadam
Verschil tussen "werken op materieel platform" en "werken op spiritueel platform" is een verschil in bewustzijn.
Werk in Kṛṣṇa-bewustzijn (d.w.z. in het bewustzijn dat alles van Kṛṣṇa is, en alles er voor Kṛṣṇa's plezier is) veroorzaakt geen reakties op het materiële platform... en daarom is dat werk hetzelfde als "niets doen".
Ref. BRS 1.2.258: 'Onthechting is pas volledig wanneer ze wordt beoefend met de kennis dat alles wat bestaat eigendom van de Heer is en dat niemand zich wat dan ook moet toe-eigenen.' 
BG 5.03
Alleen maar "stoppen met handelen" zal je hart niet zuiveren. Door de goesting, in je hart, om te blijven genieten van deze materiële wereld (waarvoor je een lichaam nodig hebt!), moet je hier in deze materiële wereld vertoeven.
Je kan het hart hiervan zuiveren enkel door in toegewijde dienst te handelen, want die dienst brengt je in contact met Kṛṣṇa, waardoor je wordt gezuiverd.
Iedereen moet sannyasi nemen ("bedelaar worden"), in het hart. Je moet een "hogere smaak" vinden.
Door handelingen te verrichten met deze kennis, geeft Kṛṣṇa ons, door het hart, realisaties... en gaan we werkelijke kennis realiseren.
BG 5.04-05
In essentie is er geen verschil tuzsen 
-sankhya-yoga (analytische studie van de aard van het spirituele en het materiële, hoe de aarde van een grovere natuur is dan de ziel... met als doel de oorzaak van alles te vinden: Kṛṣṇa) = het "zoeken van de wortels van de boom")
-karma-yoga (toegewijde dienst, het dienen aan Kṛṣṇa) = het "gieten van water op de wortel"
BG 5.06
Je alleen maar onthechen zal je niet gelukkig maken !
Commentaar: 
-'De studenten van de Bhāgavata-school verrichten transcendentale devotionele dienst aan de Heer volgens de regels van de pāñcarātrika en hebben daarom een veelvoud van bezigheden in devotionele dienst. Zulke vaiṣṇava-sannyāsī’s hebben niets te maken met materiële activiteiten en toch verrichten ze verschillende activiteiten tijdens hun devotionele dienst aan de Heer. 
-De māyāvādī-sannyāsī’s daarentegen, die zich bezighouden met sāṅkhya en vedanta en met speculeren, kunnen geen plezier beleven aan de transcendentale dienst aan de Heer.'
BG 5.07
Een toegewijde ziet elk levend wezen als "deeltje van Kṛṣṇa", en ziet zich daarom als "dienaar van iedereen".
Vb. Sanatan Goswami (of: Shrila Gopal Bhatt Goswami??), met kleine salagram-sila's en Kṛṣṇa diety "Radha-Raman" (one who gives pleasure to RadhaRani)(2).
BG 5.08-09: "ik doe helemaal niets" !
Dit is de visie van iemand die toegewijde dienst heeft gepraktiseerd, en tot een hoger inzicht heeft gerealiseerd.
M.a.w. dit is een visie waar wij (die zich met het lichaam vereenzelvigen) weinig ervaring mee hebben
Srila Prabhupada's vb: "zoals een dronken man zich niet bewust is van zijn kleding" (3 ?)
Ref. BG 18.14: 5 factoren in elke aktiviteit zijn:
-de plaats van handeling [het lichaam], 
-de handelende persoon, 
-de verschillende zintuigen, 
-de verschillende soorten inspanning 
-en uiteindelijk de Superziel.
... maar lichaam (aktiviteiten) & geest (herinnering) zijn allemaal materiële natuur, en aldus gecontroleerd door Kṛṣṇa (ref. BG 18.61). We zijn dus, in onze huidige toestand, de "doener"... maar enkel door ons verlangen !
.
BG 5.10-20: 
Na het beschrijven van de superioriteit van toegewijde dienst, legt Kṛṣṇa uit 
-hoe toegewijde dienst kan verricht worden in een sfeer van onthechting.
-de relatie tussen Kṛṣṇa en de materiële natuur.
Het kan lijken alsof de Superziel 
-de materiële natuur controleert, en 
-akties en reakties veroorzaakt. 
Maar Kṛṣṇa zegt: 'IK BEN NIET VERANTWOORDELIJK'. Het levend wezen is verantwoordelijk, want 
-het levend wezen VERLANGT om in zekere situaties geplaatst te worden. 
-Kṛṣṇa reageert op dat verlangen, en "vervult" dat verlangen tot op het punt dat het levend wezen de vervulling van dat verlangen VERDIENT (door diens vorig karma, uit diens verleden).
Maar je volgt de instructies van de SuperZiel niet op, omdat je die, door je onzuiver hart, niet correct hoort.
BG 5.10-11
Commentaar: 'Zelfs iemands materiële lichaam, dat een geschenk is van de Heer voor het uitvoeren van een bepaald soort activiteit, kan worden gebruikt in Kṛṣṇa-bewustzijn. In dat geval kan het niet besmet worden door het karma voor zondige activiteiten, net zoals het blad van een lotus niet nat wordt, ook al bevindt het zich in het water. '
Ref. Srila Prabhupada's voorbeeld over "soldaat die iemand doodt in vredestijd vs. in oorlogstijd". (4)
BG 5.11: handelen om gezuiverd te worden.
Het "zuiveren van het hart" impliceert het "verwijderen van de reakties uit je vorige levens).
In BRS / Bhakti-rasāmṛta-sindhu (1.2.187) beschrijft Śrīla Rūpa Gosvāmī dit als volgt:
īhā yasya harer dāsye
karmaṇā manasā girā
nikhilāsv apy avasthāsu
jīvan-muktaḥ sa ucyate
‘Een persoon die Kṛṣṇa-bewust bezig is (met andere woorden, die Kṛṣṇa dient) 
met zijn lichaam, geest, intelligentie en woorden, 
is zelfs in de materiële wereld een bevrijd persoon, 
hoewel hij bezig is met allerlei zogenaamde materiële activiteiten.’
.
M.a.w. 
-jouw vorig karma wordt gradueel verwijderd, en 
-je krijgt geen nieuw karma.
Zo werkt Kṛṣṇa 
-"antiseptic": je hart wordt gezuiverd van woeede, lust. Als je geest in contact met Kṛṣṇa komt (door chanten, lezen, etc.) wordt je gezuiverd. 
-"profilactic": als vaccinatie tegen nieuwe contaminatie.
BG 5.12
Een toegewijde is zonder vrees, en zonder zorgen voor het resultaat (omdat hij niet gehecht is aan dat resultaat).
BG 5.13
"de stad van 9 poorten" = 2 ogen, 2 oren, neus, mond, anus, geslachtsdeel
Er is geen gehechtheid bij een toegewijde, en daarom is hij vredevol.
Je doet je best, je doet je plicht... maar zonder gehechtheid.
BG 5.14... is zware filosofie:
Het levend wezen is verward door onwetendheid, 
en daarom aanvaardt het levend wezen een lichaam dat op zijn beurt de oorzaak is van aktiviteiten die het gevolg zijn van diens eerdere akties & reakties.
Lijden komt vanzelf, je hebt er geen controle over: je bent niet de heerser, niet de eigenaar... 
Als levend wezen moet je je onthechten van de aktiviteiten van het lichaam door de gereguleerde praktijk van Kṛṣṇa-bewustzijn. Pas dan ben je niet langer de slaaf, maar de bestuurder van dit lichaam en zintuigen en diens drangen. (bv. "honger", "sexuele aantrekking").
Wie dit begrijpt en met deze kennis handelt, wordt vrij van reakties !
BG 5.15: vibhu (alwetend) vs. anu (zeer klein)
Kṛṣṇa laat elk levend wezen toen om zijn/haar verlangens te vervullen, maar Kṛṣṇa is niet verantwoordelijk voor de situaties die ze verlangen, of de corresponderende akties & reakties. 
M.a.w. Kṛṣṇa komt zelf niet tussenbeide ! Hij heeft enkel dit systeem ontworpen.
Je moet komen tot het punt van "ik geef aan Kṛṣṇa, EN VRAAG NIETS TERUG". Deze overgave vergt kennis en vertrouwen, wat je leert van de BG.
Srila Prabhupada zegt: "Verlangen is een subtiele vorm van conditionering". Pas daarom op met je verlangens: contacteer je, met je verlangen, de spirituele natuur, of de materiële natuur/energie ? In het laatste geval ga je hierop reakties krijgen !
BG 5.16
Kṛṣṇa zegt: "wil jij onafhankelijk genieten? Ok, maar dan moet je mij vergeten". En als iemand Kṛṣṇa (terug) verlangt, zal Kṛṣṇa die persoon (terug) inspireren.
Perfecte kennis is kennis over onze relatie met God... wat kan verkregen worden als we een vertegenwoordiger van God (geestelijk leraar) ontmoeten.
Spiritueel geluk ligt op een hoger niveau... maar om dit bereiken moet je eerst beseffen wie je bent, wat je identiteit is.
BG 5.17
Kṛṣṇa zegt: "ik zal uw hart zuiveren. U moet alleen uw intelligentie, akties, geloof... in mij investeren. Dat is alles."
BG 5.18
Iemand die deze kennis heeft gerealiseerd, ziet de persoon/ziel, NIET het lichaam. Die gaat een relatie met de persoon/ziel aan, niet met het lichaam. Dat is de spirituele visie.
...en dan voelen we compassie (voor dieren etc).
Paramatma maakt geen onderscheid in het aanleveren van de reakties.
BG 5.19-20
De kwaliteiten van iemand die deze kennis gerealiseerd heeft: stira-buddhi onwankelware intelligentie
.
BG 5:v21-29 
BG 5.21: het innerlijke geluk
Een Kṛṣṇa-bewust persoon geniet ongelimiteerd plezier door toegewijde dienst.
Een bevrijde ziel heeft geen smaak voor het materiële genieten, want hij geniet een hoger, ongelimiteerd geluk: extase (gedurende het chanten etc).
Spiritueel bewustzijn en seksueel genot gaan slecht samen.
Srila Prabhupada gaf toe "ja, ook ik heb lust in mijn geest... maar ik heb er geen tijd, of smaak voor. Ik ben teveel bezig met toegewijde dienst"
Bij Srila Prabhupada was die extase constant ! (maar je kan dat niet zomaar zien, aan iemands uiterlijk !)
BG 5.22
"Al het plezier dat voortkomt uit het contact van de materiële zintuigen met de zinsobjecten is een bron van ellende en een intelligent persoon houdt zich er niet mee bezig"
Wie met de zintuigen geniet in deze wereld, en niet in Kṛṣṇa-bewustzijn is, moet daarvoor later betalen met eigen lijden. 
Bv. ook veganisten moeten betalen voor het doden van planten. Vegetariër alleen is geen spirituele aktiviteit.
BG 5.23: goswami - Een bevrijd persoon weerstaat de sterke drangen van verlangen en woede.
BG 5.24: de innerlijke vrede en plezier van de ware/volmaakte mysticus
BG 5.25-26
Een serieuze toegewijde kan zichzelf spoedig promoveren tot intrede in de spiritiuele wereld, door voortdurend te denken aan Kṛṣṇa en enkel toegewijde dienst te doen.
BG 5.27-28 (als voorproefje op het volgende hoofdstuk) 
"De yogi is vrij van verlangen, angst en woede".
Dit is het yoga-systeem (aṣṭāṅga-yoga), waarvan Arjuna (in BG 6) zal zeggen: "dat is niets voor mij, mijn geest is te woelig." 
En Kṛṣṇa zal dan antwoorden: "OK, Arjuna, dus moet jij een praktijk van Kṛṣṇa-bewustzijn vinden die beter past bij jouw situatie." 
...En evenzo, in onze situatie in Kali-Yuga, wordt ons enkel aanbevolen: het chanten van de MahaMantra, toegewijde dienst verrichten.
De yogi-methode (aṣṭāṅga-yoga) is dus niet voor ons... maar kan ons veel leren over hoe vooruitgang te maken. 
Kṛṣṇa-bewustzijn is beter dan aṣṭāṅga-yoga, omdat een Kṛṣṇa-bewust persoon zich niet engageert in materiële activiteiten.
Ref. BG 11.54, waar Kṛṣṇa zegt: "Alleen door 'ananayayA-bhakti' (onverdeelde toegewijde dienst) kan je begrijpen wie ik ben, en zo kan je terug naar de spirituele wereld. Dus waarom zou je al die lagere vormen van yoga praktizeren ?"
BG 5.29: 
Kṛṣṇa's vredesformule, als Kṛṣṇa besluit / samenvatting van alle transcendentale kennis:
begrijp dat Kṛṣṇa
-de eigenaar is van alles
-de genieter
-jouw beste vriend (hij kan jouw hart zuiveren, en terugbrengen naar de spirituele wereld)
--
Q&A:
.
Hoe kan ik "de lotusvoeten van Kṛṣṇa dienen" (wat betekent "Kṛṣṇa plezieren") ?
Antwoord:
BG 18:66 zegt "Geef op alle andere activiteiten, en geef je enkel over aan mij. Ik zal je beschermen, en je zal geen reakties meer krijgen. Ik breng je terug naar de spirituele wereld" (10)
...maar het is aan jou om je OVER TE GEVEN, wat betekent: je moet Kṛṣṇa's instructies (zoals opgelijst in de BG) volgen. Dan doe je niet meer wat jou pleziert, maar wat Kṛṣṇa pleziert.
.
Wat is "Verzaken/onthechten in kennis" of "aktie op het onthechte niveau" ?
Antwoord: het besef van "alles is van Kṛṣṇa, en ik doe alles voor het plezier van Kṛṣṇa. M.a.w. ik handel met de kennis van: ik ben de dienaar van God, en handel gewoon om hem te plezieren, zonder te denken dat IK de eigenaar ben."
.
Wat betekent "Sannyasi"?
Antwoord : dit woord heeft 2 betekenissen
-onthechtheid
-persoon die altijd aktief bezig is, die werkt voor Kṛṣṇa met zijn akties, intelligentie & woorden ; en dus diens "Body, Mind, Words"  gebruikt in Kṛṣṇa's dienst. Dit is wat de tri-dandhi stok, die de sannyasi bij zich heeft, naar refereert.
.
Wie is "Satan"? 
Antwoord: in Srimad Bhagavatam wordt die "Kali" genoemd, als diegene die al de (hogere & lagere) principes van religie wil vernietigen.
-het hoger niveau van religie (bewustzijn) wordt uitgelegd in BG
-het lagere niveau van religie bestaat uit 4 delen: boetedoening, compassie, altijd de waarheid zeggen, puurheid in hart/geest/lichaam. 
Zo promoveert Kali bv. niet-toetlaatbare sex (buiten het huwelijk), intoxicatie, ... Kali verblijft waar goud en plezier is.
.
"Is het de bedoeling om Karma-yoga op te geven teneinde de weerslagen ervan te vermijden ? Moet je karma yoga opgeven, en enkel bhakti-yoga beoefenen?"
Antwoord: Nee... want karma yoga bestaat op verschillende niveaus
1. niskam-karma-yoga: je plicht doen, zonder gehecht te zijn aan het resultaat... maar op dat moment is Kṛṣṇa nog uit beeld, en wordt je dus niet gezuiverd van vorige reakties
2. op hogere niveau doe je dezelfde praktijken, in de kennis van "Kṛṣṇa is de genieter": we doen ons werk nog steeds uit plichtsbesef, maar we geven het resultaat aan Kṛṣṇa
3. niet alleen het resultaat, maar ook de aktiviteit zelf, geef/offer je aan Kṛṣṇa
4. doe diezelfde aktiviteiten uit LIEFDE voor Kṛṣṇa... en dat is bhakti yoga
.
Hoe 'Levend wezen is "één met Kṛṣṇa" & "deeltje van Kṛṣṇa"' te begrijpen? Spreken zij elkaar niet tegen ?
Antwoord, ref. BG 15v07:
ieder van ons is een klein deeltje van de grote ziel Kṛṣṇa
-"één met Kṛṣṇa" in kwaliteit (omdat we ook sad-cit-ananda zijn, in onze zuivere staat vol geluk en kennis), 
-niet "één met Kṛṣṇa" in quantiteit (want Kṛṣṇa heeft die kwaliteiten op een ongelimiteerde manier)
.
OPEN VRAAG: 
is "Brahman realizatie" hetzelfde als "brahma-nirvanam" of "brahma-bhutah" (in BG 5.24, waar "brahma" wordt vertaald als DE ALLERHOOGSTE)
Wordt zo de boodschap van de Gita geen mix van dvaita (personalistische benadering) & advaita (onpersoonlijke benadering) ?
--
(L)
(1)
(2)
(3)
(4)
(10)
==

20201206 - HOOFDSTUK 6 - DHYANA-YOGA

Spreker: Ramananda Raya Das Bcs (Ramananda Raya Dasa), 

-geïnspireerd door eerste boek ("wetenschap van zelf-realisatie", als perfecte introductie op BG), gekregen van Gokula Vrndavan prabhu tijdens de GentseFeesten (1984)
-geïniteerd door Bhagavan, Bhakti Caru Swami (1989)
.
Inleiding:
Het menselijk lichaam is toegangs-poort naar de spirituele wereld / Vaikuntha, waar Kṛṣṇa verblijft in zijn oorspronkelijke gedaante.
Voor Arjuna (die zei "wie mij zegt mijn boog neer te leggen, dood ik") was het best heftig om ZELF zijn boog neer te leggen.
God praat in de BhagavadGita, wat gaat over de heel intieme relatie met Kṛṣṇa (die, als persoon, bezig is met elk levend wezen)
Kṛṣṇa is "sarva karana kararanam" ("oorzaak van alle oorzaken", dus ook: de oorzaak van kennis
...dus wat zegt Kṛṣṇa over yoga/meditatie ?
.
Onderwerp van 6e hoofdstuk: meditatie (dhyana, mystieke yoga) + Wat betekent yoga/meditatie in kali Yuga (tijd van schijnheiligheid) ?
.
Drie gedeeltes:
v1-9: Kṛṣṇa behandelt astangha-yoga
v9-32: Kṛṣṇa geeft meer details
v33-47: (praktisch ingestelde) Arjuna die astangha-yoga verwerpt (+ vraag "wat als hij astangha-yoga beoefent, maar faalt")
.
DEEL-1 / BG 6.1-9 
...behandelt ast-angha (8 onderdelen) yoga (2), 
als technische manier om via lichaamsoefeningen en meditatie de geest te kunnen focussen:
Onderverdeeld in:
-yogārurukṣu (begin-fase): 
--Yama (regels over wat je mag doen), 
--Niyama (regels over wat je NIET mag doen) ; 
--Asana, 
--Pranayama
-yogārūḍha (gevorderde fase): 
--Pratyahara (hoe DE GEEST TERUGBRENGEN naar, en de aandacht gevestigd houden op de meditatie / mantra, die niet verschillend is van Kṛṣṇa als persoon), 
--Dharana (DE GEEST VESTIGEN)
--Dhyana (MEDITATIE, continue aandacht op het object van meditatie)
--Samadhi (trance, door in contact te komen met het object van je meditatie - de perfectie van yoga)
.
Deze astangha-yoga is bekend door Patanjali, aanzien als incarnatie van Heer Balarama (eerste afgeleide expansie van Kṛṣṇa, met als taak: te zorgen voor de ideale werk-omstandigheden voor Kṛṣṇa)
.
Yama & Niyama gelden voor alle yoga's (dus ook karma-yoga, bhakti-hoga)
Yama (5 dingen die je NIET moet doen):
-geen ONNODIG geweld - ahimsa (geweldloosheid)... met als resultaat: ook de natuur wordt geweldloos tegenover ons. Bv. 
--Haridas Thakur (die 300.000 namen per dag chantte) en python slang, samen in grot ; 
--Fransiscus van Assisi ;
--Heer Caitanya, door het Jarikanda oerwoud... waarbij alle dieren hun geestelijke identiteit begonnen te manifeseren
-geen leugens - satya (waarheidslievend)
-geen diefstal, niet stelen - asteya
-geen sex - brahmacarya... met als resultaat: KRACHT om de GEEST en de ZINNEN te beteugelen / controleren
-geen drang naar bezit - aparigraga. 
m.a.w. dit gaat over: 
WERK gewoon en leef eerlijk... en dan heb je de mogelijkheid om de echte spirituele rijkdom in het leven te verwerven.
Prabhupada's pointe: het doel van astangha-yoga (volledige controle van geest & zinnen) is vandaag slechts mogelijk voor een heel uitzonderlijke enkeling. Het is veel praktischer om HareKṛṣṇa te chanten en geleidelijk aan alles te REGULEREN. 
Onthechting betekent
-NIET: dat je wegloopt van alles, naar de Himalayas
-WEL: plichtsmatig bezig zijn, doen wat je moet doen, en je op die manier reguleren en geleidelijk aan een STABIELE positie bereiken. Resultaat: tegelijkertijd spiritueel leven en IN de maatschappij staan.
NiYama (5 dingen die we WEL moeten doen):
-(externe en interne) reinheid - saucha
-tevredenheid - santosha, waardoor je spiritueel geluk kunt ervaren
-boetedoening / ascese - tapa, met als resultaat: verwerving van "siddhi's"
-studie/kennis, van de geschriften en van zichzelf - svadhyaya
-overgave aan Kṛṣṇa - Isvara pranidhana
.
BG 6.01
Zonder yajna loopt het helemaal verkeerd in deze wereld. En de enige yajna voor dit tijdperk is sankirtana-yajna
.
Sannyasi (wie NEE zegt tegen alle vormen van zinsbevrediging) 
en yogi (iemand die JA zegt tegen alles wat Kṛṣṇa van ons vraagt om te doen, die al zijn activiteiten verbindt met dienst aan Kṛṣṇa)
...zijn één en hetzelfde, leiden tot hetzelfde resultaat.
.
BG 6.03: Als je je gaat afzonderen voor astangha-yoga, dan nog is WERKEN de methode voor de beginner !
BG 6.04: "Gevorderd in yoga" impliceert "je verlangen naar zinsbevrediging opgegeven"
BG 6.05-06: belangrijk hoe je met je geest omgaat, hoe je met je geest in relatie staat. Een yogi beseft "ik ben niet: mijn lichaam, en ook niet: mijn subtiele geest"
.
DEEL-2 / BG 10-32
"Yoga in de city" is tegenstrijdig. Astangha-yoga is een heel technische aangelegenheid, ref. BG 6-11-14: afgezonderde plaats, kusa-gras, stabiele houding, ...
BG 6.18: niet enkel "yoga brengt rust", maar ook onze oorspronkelijke identiteit (sat-cit-ananda) bereiken (door meditatie op de SuperZiel in het hart)
BG 6.26
BG 6.27
BG 6.30 !
BG 6.31
.
DEEL-3 / BG 33-47
Arjuna was een zeer gefocuste strijder.
Ref. Dronacharya, die boog-les gaf aan 
-Yuddisthira ("ik zie de vogel, maar ook de boom, de bladeren etc)" - afgekeurd door Dronacharya
-Arjuna ("ik zie enkel het oog van de vogel") - goedgekeurd door Dronacharya
BG 6.33-34: Arjuna verwerpt alles uit dit hoofdstuk... terwijl veel aspecten belangrijk zijn, ook voor ons.
BG 6.35-36: "De rusteloze geest bedwingen is mogelijk door de juiste oefening en door onthechting. Wie zijn geest beheerst en op de juiste manier te werk gaat, is verzekerd van succes."  
BG 6.37-39: Arjuna's grote twijfel "wat als je faalt, het proces voortijdig afbreekt?"
BG 6.40-: in jouw volgende leven zal je starten van waar je hier gestopt was, en zal je dus weinig (materiële of andere) problemen ondervinden om dit pad terug op te pikken. En daarom is er geen sprake van falen in spirituele leven.
.
CONCLUSIE
BG 6.45
Astangha-yoga is zeer moeilijk om succes (op het spirituele pad) te behalen, omdat 
-het vele levens vergt 
-het succes dat ze bereiken dikwijls enkel het ONPERSOONLIJK aspect (brahmajyoti) is.
--
(1)
(2)
.
Spreker:
Elders in ISKCON: Vedasara das
.
Prabhupada lezingen met NL ondertiteling

20201213 - HOOFDSTUK 7 - KENNIS VAN DE ABSOLUTE

Spreker: Raghunatha dasa prabhu

-BhaktiYoga begonnen in 1985
-BCS 1e initiatie 1990
-BCS 2e initiatie 2000
-NamaHattaCouncil
-Den Haag: leiding aan Grhasta's (nu: Janaki prabhu)
-laagdrempelige bhakta-training 
-oprichter HinduRaad (Den Haag)
.
BG 7
...met volgende 6 onderwerpen
[1] wat is BG zelf
[2] 3 hoedanigheden
[3] het levend wezen
[4] wie is Kṛṣṇa
[5] mensen die Kṛṣṇa NIET willen aanbieden
[6] toegewijden die Kṛṣṇa WEL aanbidden
.
[1] WAT IS DE BHAGAVAD GITA ?
BG 7.02:
"Ik zal je nu deze kennis, die zowel fenomenale (materiële) als spirituele kennis omvat, volledig verklaren. Heb je deze kennis eenmaal, dan zal er verder niets meer voor je te kennen zijn."
Twee soorten geschriften:
-Bhagavad-Gita zelf
-toegewijden als "lopende" geschriften, omdat ze precies vertellen wat er in de geschriften staat, en ernaar leven
bv. brahmana / Shiva toegewijde, die Shiva bad voor zijn "grootste zegen", werd doorverwezen naar Sanatana Goswami, bij wie hij zag dat diens toets-steen (cintamani) in diens afval-emmer lag. Hij mocht die meenemen... maar toen besefte deze braahmana dat Sanatana Goswami blijkbaar nog iets veel waardevollers/belangrijkers heeft: het chanten van de heilige namen. (2)
.
[2] DE DRIE HOEDANIGHEDEN
BG 7.12:
"Weet dat alle zijnstoestanden — zij het in goedheid, hartstocht of onwetendheid — gemanifesteerd worden door Mijn energie. In zekere zin ben Ik alles, maar Ik ben onafhankelijk. Ik ben niet onderhevig aan de hoedanigheden van de materiële natuur, omdat deze zich juist in Mij bevinden."
BG 7.14 !
"Deze goddelijke energie van Mij, die is samengesteld uit de drie hoedanigheden van de materiële natuur, is moeilijk te overwinnen. Maar zij die zich aan Mij hebben overgegeven, komen haar gemakkelijk te boven."
De drie hoedanigheden (tama, raja & sattva guna) einvloeden alles & iedereen.
-tama: lui, geen zin ; 
-raja: passie, aktief omdat ze willen genieten van deze materiële wereld. Ook zij zijn niet echt gelukkig (want ze hebben geen TIJD om te genieten)
-sattva: goedheid, waardoor we menselijke kwaliteiten verkrijgen, waardoor we geInteresseerd zijn om te leven in harmonie , en de dierlijke neigingen te overwinnen... als springplank naar "spiritualiteit".
Bv. adelaars-eitje neergelegd in kippenhok, groeide op tot slechts een kip, niet wetende wat zijn echte potentieel is (3).
.
[3] HET LEVEND WEZEN
BG 7.4:
"Aarde, water, vuur, lucht, ether, geest, intelligentie en vals ego — samen vormen deze acht Mijn afgescheiden materiële energieën."
BG 7.5:
"O sterkgearmde Arjuna, naast deze energieën heb Ik nog een andere, hogere energie, die uit de levende wezens bestaat die de rijkdommen van deze materiële, lagere natuur benutten."
BG 7.6:
"Alle geschapen wezens hebben hun oorsprong in deze twee energieën. Wees ervan verzekerd dat van al wat spiritueel en materieel is in deze wereld, Ik de oorsprong en de ontbinding ben."
Alle levende wezens bestaan uit een materieel & spiritueel element.
-materiële energie: aarde, water, vuur, lucht & ether
-spirituele energie
Ref. bg 15.7: "mamaivamso jiva-loke jiva-bhutah sanatanah" - "alle levende wezentjes zijn eeuwige deeltjes van mij"
...en Kṛṣṇa is de oorsprong en ontbinding van beide !
.
BG 7.27:
"O afstammeling van Bharata, o bedwinger van de vijand, alle levende wezens worden in verblinding geboren, verward door de dualiteiten die voortkomen uit verlangen en haat."
Elk mens zit vol materiële verlangens ; maar een toegewijde houdt zich daar niet mee bezig.
Bv. ballon-verkoper op kermis, lokt kinderen met opstijgende ballonnen. Jongetje vroeg "hoe kunnen die ballonen opstijgen?" Antwoord: "het heeft niets te maken met de KLEUR (buitenkanr) van de ballon, maar wat er BINNEN zit (helium-gas)".
.
[4] Kṛṣṇa
BG 7.13: 
"Misleid door de drie hoedanigheden [goedheid, hartstocht en onwetendheid], is de hele wereld onbekend met Mij, die boven deze hoedanigheden verheven ben en onuitputtelijk."
...en zonder komst van Srila Prabhupada bleef iedereen vastgeroest in deze 3 hoedanigheden, en had niemand zich boven de hoedanigheid goedheid kunnen verheffen.
BG 7.25: 
"Voor dwazen en onintelligente personen ben Ik nooit zichtbaar"
...en enkel doordat Srila Prabhupada naar het westen kwam, werd Kṛṣṇa ook voor ons zichtbaar.
bv. Srila Prabhupada's gedicht, bij aankomst in USA (4)
BG 7.24
SB bevestigt: "brahmajyoti, paramatma & bhagavan zijn een en dezelfde"
Ref. Arjuan's vraag in BG 12.1: Onpersoonlijke aspect
BG 12.2: Diegenen die mijn persoonlijke aspect vereren zijn het belangrijkste. En waarom?
BG 12.5: 
"Voor personen van wie de geest gehecht is aan het ongemanifesteerde, onpersoonlijke aspect van de Allerhoogste, is het zeer moeizaam om vooruitgang te maken. Vorderingen maken langs die weg is altijd moeilijk voor hen die belichaamd zijn." M.a.w. het onpersoonlijke aspect gaan dienen is voor mensen zoals wij heel moeilijk.
BG 7.7-11 !
BG 7.7:
"O overwinnaar van rijkdom, er is geen waarheid die boven Mij uitgaat. Alles berust op Mij, als parels, aan een draad geregen."
BG 7.8:
"O zoon van Kuntī, Ik ben de smaak van water, het licht van de zon en de maan, en de lettergreep oṁ in de Vedische mantra’s; Ik ben het geluid in de ether en de bekwaamheid in de mens."
BG 7.9:
"Ik ben de oorspronkelijke geur van aarde en de hitte in vuur. Ik ben het leven van al wat leeft en de ascese van alle asceten."
BG 7.10: 
"O zoon van Pṛthā, weet dat Ik het oorspronkelijke zaad ben van al wat is en ook de intelligentie van de intelligenten en de moed van de machtigen."
bg 7.11:
"Ik ben de kracht van de sterken die vrij is van hartstocht en begeerte. En Ik ben seksualiteit die niet tegen religieuze principes indruist, o heer van de Bhārata’s [Arjuna]."
BG 7.26: 
"Als de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods weet Ik alles wat er in het verleden gebeurd is, alles wat er in het heden gebeurt en alles wat er in de toekomst gebeuren zal. "
Het leven van de toegewijde wordt bestuurd en perfect begeleid door Kṛṣṇa, omdat Hij diens verleden/heden/toekomst kent.
Ref. Brahma-saṁhitā 5.1 (5):
"īśvaraḥ paramaḥ Kṛṣṇaḥ
sac-cid-ānanda-vigrahaḥ
anādir ādir govindaḥ
sarva-kāraṇa-kāraṇam"
="Kṛṣṇa who is known as Govinda is the Supreme Godhead. 
He has an eternal blissful spiritual body. 
He is the origin of all. 
He has no other origin and He is the prime cause of all causes.
=‘De Allerhoogste Persoonlijkheid Gods is Kṛṣṇa, 
die een lichaam van eeuwigheid, kennis en gelukzaligheid heeft. 
Hij heeft geen begin, want Hij is het begin van alles. 
Hij is de oorzaak van alle oorzaken.’
M.a.w. 
Kṛṣṇa beschermt al zijn toegewijden, Kṛṣṇa zorgt ervoor dat toegewijde krijgt wat hij nodig heeft of tekort komt".
Kṛṣṇa is onze spirituele vader, en kent ons heden/verleden/toekomst en ons begeleidt/beschermt.
Bv.
Indra's offerandes werden, op aandringen van Kṛṣṇa, aan Govardhan geofferd... met als argument: "Offeren aan Indra is niet nodig, want die doet gewoon zijn plicht: het doen regenen... zelfs boven de oceaan, waar nochtans water genoeg is". (6)
Bv. 
Olifant Gajendra, die vecht met krokodil... en op het moment van verliezen, lotusbloem oppikt en offert aan Vishnu. Resultaat: Vishnu kwam meteen om hem te beschermen. (7)
.
[5] MENSEN DIE Kṛṣṇa NIET AANBIDDEN
BG 7.15:
"Kwaadaardige personen die volkomen dwaas zijn, die de laagsten onder de mensen zijn, die door illusie van hun kennis beroofd zijn en die de atheïstische aard van demonen hebben, geven zich niet aan Mij over."
BG 7.20: 
"Zij die door materiële verlangens van hun VERSTAND (*) beroofd zijn, geven zich over aan de halfgoden en volgen de specifieke regels en bepalingen van verering die overeenkomen met hun eigen aard."
(*), als één van de 8 elementen, waaruit de mens, als materieel wezen, bestaat:
-aarde, water, vuur, lucht, ether&
-geest, VERSTAND, ego
BG 7.21:
"Ik ben in ieders hart aanwezig als de Superziel. Zodra iemand verlangt een halfgod te vereren, sterk Ik zijn geloof, zodat hij zich aan die bepaalde godheid kan wijden."
BG 7.22
"Begiftigd met zulk geloof, spant hij zich in om een bepaalde halfgod te vereren en krijgt hij datgene waarnaar hij verlangt. Maar in werkelijkheid worden deze wensen alleen door Mij vervuld."
BG 7.23: 
"Mensen met weinig intelligentie vereren de halfgoden"
Halfgoden/"Devata's" zijn ministers/bestuurders in de kosmos.
Waarom is het niet intelligent om hen te vereren? Omdat 
-Devata's slechts 306 miljoen jaar mogen regeren, na die regeer-periode kunnen ze jou niet meer helpen. 
-Devata's wonen zelf in de hemelse planeten, die zich situeren binnen de materiële wereld, die op het einde wordt vernietigd !
(ref. BG 8 ?) 
Als je teveel materiële verlangens hebt, gaat je verstand niet goed meer werken, en ga je Kṛṣṇa niet willen dienen.
.
[6] TOEGEWIJDEN (MENSEN DIE Kṛṣṇa WEL AANBIDDEN)
BG 7.03: 
"Onder vele duizenden mensen streeft er misschien īīn naar volmaaktheid en van hen die de volmaaktheid hebben bereikt, kent nauwelijks īīn Mij werkelijk."
Hoe fortuinlijk is ieder van ons, dankzij Srila Prabhupada... die ervoor zorgde dat we Kṛṣṇa kennen & Hem aanbidden.
BG 7.01: 
"De Allerhoogste Persoonlijkheid Gods zei: Hoor nu, o zoon van Pṛthā, hoe je Me volledig en zonder twijfel kunt kennen door yoga te beoefenen met een bewustzijn dat volledig van Mij vervuld is en met een geest die verbonden is met Mij."
HOOR NU 
...als eerste stap in bhakti yoga: eerst goed luisteren/sravanam, daarna pas kirtanam
Fout van de toegewijde: ze DOEN wel iets, maar ze LUISTEREN niet... terwijl een volgeling is iemand die de acharya VOLGT.
"Geest"/"manas" 
...is dat gedeelte van jouzelf dat alle emoties bestuurt. En via die geest/emoties kom je in verbinding met Kṛṣṇa? Welke emotie? Liefde / Kṛṣṇa-prema.
BG 7.28: 
"Zij die in vorige levens en in dit leven vroom gehandeld hebben en van wie de zondige activiteiten volledig zijn vernietigd, worden bevrijd van de dualiteiten van verblinding, waarna ze Mij vastberaden dienen."
Bemerk: in jouw geval is het NIET vroomheid die jou tot op dit punt heeft gebracht. Het is door Srila Prabhupada, die je karma heeft weggenomen.
Karma gaat je niets meer doen, enkel als je Srila Prabhupada goed volgt.
BG 7.29: 
"Intelligente personen die naar bevrijding van ouderdom en dood streven, zoeken hun toevlucht bij Mij in devotionele dienst. Zij zijn werkelijk Brahman, omdat ze alles afweten van transcendentale activiteiten."
BG 7.30:
"Zij die zich volledig van Mij bewust zijn en Mij, de Allerhoogste Heer, kennen als het besturende beginsel van de materiële manifestatie, de halfgoden en alle methoden van offeren, kunnen Mij, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods — zelfs op het moment van de dood — kennen en begrijpen."
Kṛṣṇa is dus ook de bestuurder van de Devata's, alle materiële zaken, ...
BG 7.16: 
"O beste onder de Bhārata’s, vier soorten vrome mensen beginnen Me met devotie te dienen: hij die in nood verkeert, hij die naar rijkdom verlangt, hij die nieuwsgierig is en hij die op zoek is naar kennis van het Absolute."
BG 7.17: 
"Van deze vier is degene die volledige kennis bezit en die voortdurend bezig is met zuivere devotionele dienst de beste, want Ik ben hem heel dierbaar en hij is Mij heel dierbaar."
BG 7.18: 
"Al deze toegewijden zijn ongetwijfeld grootmoedige zielen, maar hij die kennis over Mij bezit, is Me net zo dierbaar als Mijn eigen Zelf. Omdat hij bezig is in Mijn transcendentale dienst, zal hij Mij, het hoogste en meest volmaakte doel, zeker bereiken."
M.a.w. Kṛṣṇa adviseert: vergaar kennis. Als je weet wie Kṛṣṇa is, ga je hem wil dienen.
BG 7.19: 
"Na vele malen geboren en gestorven te zijn, geeft degene die werkelijk kennis bezit zich aan Mij over, wetend dat Ik de oorzaak van alle oorzaken ben en dat Ik alles ben wat bestaat. Zo’n grote ziel is zeer zeldzaam." (su-durlabhaḥ)
.
Belang van Kṛṣṇa ONDER BEGELEIDING te dienen
Bv. Duitse piloot trok, na zijn crash in WWII, naar India, waar hij vele ashrams bezocht... maar geraakte niet geïnspireerd door wat hij daar had gezien: veelal aanbiddng met dubbele agenda's. Later kwam hij onder de vleugels van oude GopalJi aanbidster (die haar murti van GopalJi als haar zoon beschouwde). In haar tempel werd hij door de murti van GopalJi aangesproken als "baba" (grote broer).
.
Q&A
Er zijn meerdere Kṛṣṇa's
-Vasudev Kṛṣṇa, geboren in Mathura (als Kṛṣṇa buiten Vrndavan)
-Yasoda mata had een tweeling (meisje & jongen, als OORSPRONKELIJKE Kṛṣṇa) gekregen, geboren in Vrndavan
.
Wie
-ZELF geen zuivere toegewijde IS
-maar de HANDELINGEN doet van een zuivere toegewijde
wordt door Kṛṣṇa aanzien als een zuivere toegewijde
--
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
--
==

202010103 - HOOFDSTUK 8 - HET BEREIKEN VAN DE ALLERHOOGSTE

.

Spreker Ekachakra prabhu / Edwin Foncke

-30+ toegewijde, sinds 1989
-10 jaar boek-verspreiding
-Sinds 2000 werkzaam in privé-bedrijf
-Over 8 jaar stoppen met werken, om full-time met Kṛṣṇa-bewustzijn bezig te zijn
.
GELUK:
-sukha: materieel, zintuigelijk, lichamelijk GELUK (omgekeerde van dukha: materiële ellende
-ananda: spiritueel, ziels-GELUK
.
BG heeft alles te maken met ananda.
Bestuderen van BG is een feest voor de ziel.
BG is het ABC van spiritueel leven
Ook toegewijden blijven verrukt van het horen van BG (ref. BG 18.74 & BG 18.76, BG 18.77)
Ook Heer Shiva heeft 8 versen besproken over BG:
"iemand kan zich dagelijks douchen met water ; 
maar één bad in het transcendentale water van de verzen van de BG reinigt je van alle vuiligheid van het materiële bestaan"
.
Waarom is BG zo krachtig? Omdat die gesproken is door Sri "Bhagavan" (Kṛṣṇa): 
-"Bhaga" (alle volheden: aantrekkelijk, wijs, sterk, beroemd, onthecht...) 
-"Van" (Hij die ... oneindig bezit, hij die eigenaar is van)
...en de LUISTERAAR van de BG wordt "Bhagya-van" (hij die de bezitter is van spiritueel fortuin)
.
Recapitulatie BG 1-7:
BG 1. Arjuna (een van de stoerste prinsen) is in verwarring, totaal de kluts kwijt 
...en Kṛṣṇa geeft kennis van de verschillende lagen van ons Zijn/zijn.
BG 2. sankhya-yoga: het analyseren van materie & geestelijk... met volgende hierarchie van laag naar hoog: 
-zinsobjecten (bv. geur) 
-zintuigen (neus) 
-mana (geest: voelen, denken & willen ; het MENTALE aspect - zeer wispelturig!)
-intelligentie (buddhi)
(-ego)
-ziel
...met als advies: maak (o.a. door studie van BG) je transcendentale intelligentie sterk, zodat je wispelturige geest onder controle blijft.
BG 3. karma-yoga: hoe activiteiten te verrichten zonder gehecht te zijn aan het resultaat
als uitwerking van BG 2.47"karmani eva...":
-je mag niet gehecht zijn aan de vruchten van je activiteit.
-denk niet dat je de oorzaak bent van de vruchten van je activiteit.
-maar je moet niet zo onthecht zijn, om dan maar gewoon niets te doen
BG 4. jnana-yoga: hoe je jezelf, via transcendentale kennis, kan verbinden met je bron
BG 5. karma-yoga
BG 6. dhyana-yoga: jezelf afzonderen, via pure meditatie je afsluiten van externe factoren
Bemerk: hoofdstukken 1-6 & 13-18 zijn het omhulsel voor de BG ; de kern zit in het midden (7-12) - zoals sandwich, met groentjes binnenin beschermd door broodje eronder & erboven
BG 7. Essentie
Enige hoofdstuk waar Arjuna totaal niet meer aan bod komt... omdat Kṛṣṇa zo enthousiast is over de essentie: Hij begint dingen uit te leggen, ook al had Arjuna daar niet om gevraagd.
Interessante tips hoe je aan Kṛṣṇa kan denken: "Ik ben de smaak van water ; het licht van de zon & maan ; de oorspronkelijke geur van de aarde ; het talent in de mens"
...met laatste 2 verzen vol moeilijke termen (die in volgende hoofdstuk worden uitgelegd).
BG 8. Hoe men de Allerhoogste bereikt
BG 8.01/02: Arjuna begint een sper-vuur aan (acht) vragen te stellen... die worden beantwoord in de volgende verzen 
Bemerk:
Arjuna noemt Kṛṣṇa
-purusottama (allerhoogste Persoonlijkheid Gods)
-madhusudhana (doder van de demon Madhu - Arjuna behoudt zijn eigen twijfels ook als een soort demonen)
BG 8.03, vol definities:
-Brahman: onvernietigbare, bovenzinnelijk levend wezen ; als mijn lichaam sterft, sterf ik niet
-Adhyatma: de eeuwige natuur van het zelf/LevendWezen. (Brahman/ParaBrahman ; Atma/ParamAtma)
-Karma: aktie die zorgt voor de ontwikkeling van een nieuw/volgend lichaam
BG 8.04
-Adhibhuta: eeuwig veranderlijke stoffelijke natuur (bv. ons lichaam, dat door 6 fases gaat doorheen het leven: ze worden geboren, ze groeien, ze houden zich in stand, ze planten zich voort, ze verzwakken en uiteindelijk verdwijnen ze)
-Adhidaiva: universum onder controle van de halfgoden, als deel van de universele gedaante van de Heer.
-Adhiyajna: de Heer in het hart, die als SuperZiel alle offerandes aanvaardt
-waar woont Adhiyajna: in het diepste van je hart (daarom zitten ook al je gevoelens in je hart: ref. twee vogels in eenzelfde boom)
BG 8.05 (en rest van hoofdstuk :) )
-hoe herinneren we Hem ("smaranam") op het moment van de dood ?
Antwoord:
Op het moment van de dood zo'n standvastige geest hebben... is niet gemakkelijk als je ziel onzuiver is.
Om dat toch te bereiken, moeten we tijdens dit leven iets doen: het chanten van de HareKṛṣṇa mahamantra, met de ingesteldheid als beschreven in Siskastakam 3.
Bv. Haridas Thakur werd op 26 markt-pleinen gegeseld, waarna zijn beulen hem vertelden: "Als jij niet sterft, worden wij zelf gedood door onze heerser"... waarna hijzelf, uit compassie, zijn lichaam verliet.
BG 8.06
"Welke zijns-toestand iemand ook in gedachten heeft wanneer hij zijn lichaam opgeeft", als accumulatie van alle indrukken doorheen je leven.
Bv. Mahārāja Bharata was een grote persoonlijkheid, maar ondanks dat dacht hij aan het einde van zijn leven toch aan een hert (ref. historiek: leeuw die moeder-hert aanvalt, en Bharata zich over het baby-hert ontfermt) en werd daarom in zijn volgend leven overgebracht naar het lichaam van een hert. 
BG 8.07
"In dit leven, denk aan mij... en terzelfdertijd vervul je voorgeschreven plichten, in meditatie op Mij"
...en het chanten van de Heilige Namen bereid je voor op dit "herinneren, op het momen van de dood"
CHANT TIPS
1. Begrijp de "Philosophy of the name"
Referenties:
"nāma cintāmaṇiḥ Kṛṣṇaś
caitanya-rasa-vigrahaḥ
pūrṇaḥ śuddho nitya-mukto
'bhinnatvān nāma-nāminoḥ" (uit Padma Purāṇa)
https://vanisource.org/wiki/CC_Madhya_17.133
.
"kali-kāle nāma-rūpe Kṛṣṇa-avatāra
nāma haite haya sarva-jagat-nistāra"
https://vanisource.org/wiki/CC_Adi_17.22
2. People: ga om met andere toegewijden, chant samen met andere toegewijden
3. Practise: 
-op vast tijdstip van de dag
-lichaamshouding
-uitspraak (alle 32 lettergrepen)
-beide oren
-breng je geest terug
-hart
Ref. Queen Kunti: 
"O Lord of Madhu, as the Ganges forever flows to the sea without hindrance, 
let my attraction be constantly drawn unto You without being diverted to anyone else."
https://vanisource.org/wiki/SB_1.8.42
BG 8.08
Dagelijkse BEOEFENING van bhakti-yoga is zo belangrijk.
BG 8.09
Arjuna's vraag: "HOE moet ik jou herinneren?" 
Kṛṣṇa's antwoord: vele manieren
BG 8.10
Yogi's die geen zuivere toegewijden zijn, maar toch bezig zijn met 
-Veda-studie (BG 08.11)
-yoga (BG 08.12)
als meditatie op Kṛṣṇa's spirituele ENERGIE (Brahman-aspect) volgen geen gemakkelijk proces
...terwijl persoonlijke benadering zeer gemakkelijk is (BG 08.14)
Materiële wereld ellendig: 7 aspecten (4 zekerheden: geboorte, ziekte, ouderdom, dood ... plus de ellende die voortkomt uit eigen lichaam & geest, uit andere levende wezens, uit natuur-rampen)
BG 8.17: contrast tussen materiële en spirituele wereld
Ref. levensduur van Brahma: kringloop van kalpa's ; waarbij 
-1 kalpa = 1 Dag van Brahma = 1000 cycli van 4 yuga's (en Nacht is ook zo lang)
-Brahma leeft 100 jaar (= 360x2x100xDagBrahma)= één uitademing van Vishnu
BG 8.2x-8.26
Technische verzen, interessant voor mechanische yoga-beoefenaars
BG 8.27
BG 8.28 (als conclusie van hoofdstuk 7&8)
"Wat als ik me bezig houd 
-enkel met MEDITATIE en 
-NIET met karma/yajna etc, 
mis ik dan niet de resultaten van die andere processen?"
Antwoord van Kṛṣṇa: "Je krijgt automatisch de resultaten van alle andere processen. Daarom: 
-ToDo: Herinner je Kṛṣṇa
-NotToDo: Vergeet Kṛṣṇa"
CONCLUSIE
-Kṛṣṇa hecht veel belang aan SMARANAM (mediteren op Hem, Hem herinneren)
-Prabhupada benadrukt dat dit gemakkelijk is via het proces van het chanten van Hare Kṛṣṇa
-Een zuivere toegewijde is niet geïnteresseerd in 
--enige andere vorm van yoga dan bhakti yoga
--tijdstip van heengaan
-De materiële wereld is een tijdelijk oord van ellende ; de geestelijke wereld is een eeuwig wereld vol vreugde en licht
--
Q&A
BG 8.22: "Kṛṣṇa bestaat in miljoenen expansies", nl. Krishna -> MahaVishnu -> miljoenen universa, elk met hun Garbhodakasay Vishnu -> levende wezens, in wiens hart ParamAtma zich bevindt (als een stille vriend): 
-Alles rust in Hem, en 
-Hij is aanwezig in elk atoom en in elk hart.
.
Ja, elk levend wezen kan Heer Brahma worden.
==

20210110 - HOOFDSTUK 9 - DE MEEST VERTROUWELIJKE KENNIS

.

Spreker Malati (LOK) dd (Mina Mangre)

-Na scheiding 1990 teleurgesteld & boos in God... maar toch benieuwd naar God.
-In 1994 opnieuw in contact met toegewijden (boek-verspreiding), en uitgenodigd tot NamaHatta programma in Den Haag
-Guru: Lokanath Swami
-Professioneel: 
--chemische analyst in ziekenhuis, nadien job met meer regelmatig dagrooster, met tijd voor master opleiding als qualitiy manager & beleidsadviseur (NL & Suriname)
--Overheid, politiek, wereldbank
--Na carrière: full time service 12 jaar vice-president Radhadesh ; sinds 2 jaar regionaal directeur Antwerpen van MensenrechtenOrganisatie 
.
Hoofdstuk 9
-Uitwisseling: gestart als 2 vrienden, daarna guru-discipel (sakhyra rasa -> vatsalya rasa)
-Ondertoon / energie van de uitwisseling: o.a. compassie, zorgzaamheid, interesse in welzijn van de ander, respect, genegenheid en warmte
-transformatie bij Arjuna is effectief omdat de kennis toegediend wordt met deze dragers
-SP hanteert dezelfde stijl: compassie voor de lezer/spiritueleStudent
.
Context van H.9
H1-6; vertrouwelijke kennis (verschil tussen lichaam & ziel)
H7,8: meer vertrouwelijke kennis (hoe devotionele dienst kan leiden tot verlichting)
H9: meest vertrouwelijke kennis (zuivere standvastige "unalloyed", niet-wisselend" devotionele dienst)
In H8 beschrijft Kṛṣṇa dat de ananya devoot zowel het pad van duisternis als licht voorbij kan gaan
Nu in H9 zal Kṛṣṇa uitleggen hoe zo ananya devoot te woorden.
(ananya = zonder af te dwalen, tot niemand anders toevlucht nemend dan Kṛṣṇa)
.
Overzicht H9 verzen
v1-3: realisatie komt als we ons besef (anumana) om zintuigelijke waarneming (pratyaksha) en kennis (shabda) te harmoniseren toepassen
v3-10: onthecht voorziet Kṛṣṇa de materële schepping en vernietiging zonder partijdig te worden
v11-19: mayavad's en zuivere devoten liggen helemaal tegenovergesteld aan elkaar in het begrijpen van Kṛṣṇa
v15-21: de relatei tussen het aanbidden van de universe gedaante en de deva's
22-28: devotionele dienst is niet als karma kanda
vx
vx: aanzetten tot aanbidden van persoonlijke God
.
VRAGEN OVER VERZEN 1-5
verklaar "idam jnanam":
-'deze kennis' ...eigelijk meer dan dat: 'dit weten' (kennis + ervaring = besef)
-'geloof' transformeert naar 'weten' (een feit) door het uitvoeren van de 9-voudige devotionele dienst (sravanam, kirtanam, ... atma-nivedanam)
.
Geef redenen waarom Kṛṣṇa deze kennis "raja vidya" & "raja guhyam" noemt
-Het is de essentie van alle filosofieën (raja vidya)
-Het is de meest vertrouwelijke kennis dat zijn  hoogtepunt bereikt in devotionele dienst. Deze kennis, dit weten, is van groter belang dan de kennis dat het lichaam verschillend is van de ziel (raja guhyam)
.
definieer en beschrijf 6 andere kenmerken van deze kennis
-pavitram: het zuiverste
-pratyakṣāva gamaṁ: geeft een directe perceptie van het zelf
-dharmyaṁ: perfectie van religie/ware aard
-su-sukhaṁ : vrolijk/blij uitgevoerd
-avyayam: eeuwig
-anasuyate: gedaan vanuit een niet-afgunstige positie naar Kṛṣṇa toe
.
wat is ware geloof? hoe wordt geloof in KṛṣṇaBewustzijn ontwikkeld
-ware geloof is een transformatie van 'geloven' naar 'weten' ; weten dat eenvoudigweg door het dienen van de lotusvoeten van Kṛṣṇa alle perfectie bereikt wordt
Deze transformatie van 'geloof' naar 'weten' wordt bewerkstelligd door het gezelschap te zoeken van toegewijden
.
Belangrijkste punten in SP commentaar verzen van 4 & 5?
-Kṛṣṇa kan alleen begrepen worden door devotionele dienst
-Hij is niet waarneembaar met onze materiële zintuigen
-Ondanks dat zijn energieën verspreid zijn over de hele schepping, handhaaft Hij Zijn persoonlijke en afgescheiden bestaan
-Kṛṣṇa's wil om te scheppen is alleen door Hem bevatbaar.
.
VRAGEN OVER VERZEN 6-10
Verklaar de analogie van de wind die waait in de lucht
-De lucht/hemel is de grootste manifestatie die we kunnen waarnemen en binnen dat is wind (lucht) de grootste manifestatie in de kosmische wereld. Ondanks die geweldigheid, is de wind altijd gesitueerd in de lucht/hemel. Het bestaat niet buiten dat en gaat ook niet buiten dat. Zo bestaan alle grootse manifestaties alleen door de wil van God en zijn ze allemaal onderworpen aan die allerhoogste wil
-God wordt niet aangetast door de activiteiten van de wind.
.
Hoe is de kosmische creatie volledig afhankelijk vna Kṛṣṇa's wil ?
.
Welke belangrijke punten kan je halen uit het commentaar van SP uit de versen 6-8
-De schepping, instandhouding en vernietiging van de kosmische creatie zijn volledig onderworpen aan de wil van God.
-De schepping vindt plaats om tegemoet te komen aan de verlangens van de jiva's.
-Tegelijk worden alle andere soorten entiteiten geschapen
.
Wat is belangrijk an het woord 'udasina vat' ? (in vers 9)
-"Udanisa-vat" betekent "als neutraal"
-Al heeft de Heer het volledig beheer over elk detail van de materiële activiteiten, Hij is volledig onthecht van alles.
.
Verklaar het voorbeeld van de bloem in de smriti
In het commentaar bij vers 10: zoals het reukvermogen in ons in contact komt met de geur van een bloem zonder een fysieke verbinding tussen de persoon en de bloem, zo produceert de verbinding tussen de oogopslag van de Heer en de materiële natuur activiteiten zonder een fysieke verbinding tussen de twee.
.
VRAGEN OVER VERZEN 11-15
Verklaar hoe de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods niet een gewoon persoon is
-Het lichaam van de Heer is sat-cit-ananda-vigraha (BS 5,1)
-Een ieder die zich in dienst stelt van Kṛṣṇa kan gemakkelijk uit de grip van maya geraken (BG 7,14), en daarom staat Hij boven die grip.
-Vasudeva & Devaki: eerst in 4-armige gedaante, daarna op verzoek van zijn ouders, in een 2-armige gedaante, als een gewone baby. Zulke activiteiten kunnen niet nagedaan worden.
BG 4,9: janma karma ca me divyam
.
Verklaar en becommentarieer "mudha"
-"Mudha" betekent "dwaas"
-Ondanks zoveel bewijzen over het verheven karakter van de Allerhoogste Persoon Kṛṣṇa, beschouwen de dwazen Hem als een mens.
-Er is een verschil tussen 'mens' (fysieke gedaante) en 'persoon' (binnenin de fysieke gedaante, met waarden & normen)
.
Vat samen de argumenten van SP over de mayavadi filosofie (in het coommentaar van vers 11-12)
1. De Brahma samhita concludeert dat Kṛṣṇa de allerhoogste Persoon is (Brahma-Samhita 5,1: Isvarah paramah Kṛṣṇa...)
2. De juiste interpretatie van SB 3,29,21 is dat Kṛṣṇa in Zijn ParamAtma aspect overal aanwezig is.
3. Daarom moet een ieder's lichaam gerespecteerd worden als de verblijfplaats van God, een temple van Kṛṣṇa.
.
Vat samen de belangrijkste boodschap van vers 14 en commentaar:
-Een mahatma is altijd betrokken in het reciteren van de heerlijkheden van de Heer; volgt de regels en bepalingen zoals doorgegeven door de vorige acharya's en is uitsluitend bezig met devotionele dienst aan de Heer.
.
VRAGEN OVER VERZEN 16-25
Verklaar hoe een devoot van Kṛṣṇa alle voorgeschreven rituelen/offers al heeft uitgevoerd
-Omdat alle bestanddelen van een offer Kṛṣṇa zijn, zijn ook alle rituelen zoals beschreven in het karma-kanda sectie van de Veda's ook Kṛṣṇa. (ref. BG 15,15)
.
Hoe is alles en iedereen deel van Kṛṣṇa? 
-Omdat Kṛṣṇa de bron is van alles
.
Hoe Kṛṣṇa in de materiële wereld gemanifesteerd ?
-warmte, regen, levensenergie maar ook de verpersoonlijking van de dood
.
Kernpunten van SP commentaar in v20-21
Veel mensen zijn aangetrokken tot de verzen in de Veda's zonder het doel van de Veda's te kennen: Kṛṣṇa. Bijgevolg bereiken ze de hemelse planeten door diverse boetedoeningen. Maar als het resultaat van die boetedoeningen op is, keren ze terug in een leven op Aarde.
.
Beschrijf de filosofische draad door de verzen 22-25
-Kṛṣṇa's devoten zijn hem dierbaar.
-Hij onderhoudt ze persoonlijk.
-Anderen die Kṛṣṇa niet vereren, bereiken de bestemmingen waar hun aanbiddenswaardige entiteiten verblijven
-Kṛṣṇa's devoten verblijven uiteindelijk met Hem in de geestelijke wereld.
.
VRAGEN OVER VERZEN 26-34
Wat is de kern van 9,26 & commentaar?
Het is de liefde waarmee de devoot de offering doet, die Kṛṣṇa aanvaardt
.
Naar welk niveau van de yoga-ladder verwijst vers 9,27 ?
-Niskama karma yoga: zolang er nog gehechtheid is aan het proces
-Bhakti yoga: zodra het proces wordt gedaan uitsluitend voor het plezier van Kṛṣṇa
-Ref. uitleg van Romapada Swami: "The ladder of Spiritual Delevelopment"
--Step0: Karma Kanda
--Step4: Bhakti Yoga
Ref. https://askromapadaswami.com/digest-00087-a-description-of-the-yoga-ladder-by-romapadaswami
.
Wat is de betekenis van het woord "sadhur eva" ? (v30)
Een devoot die tijdelijk 'valt' wordt nog steeds beschouwd als zijnde vroom. Niemand zou zo'n persoon daarom moeten bespotten.
.
Hoe wordt een devoot gezuiverd van fouten die per ongeluk zijn gemaakt? (v26-34)
Door devotionele dienst te blijven doen.
.

20210117 - HOOFDSTUK 10 - DE VOLHEID VAN DE ABSOLUTE

.

Spreker: Nikunja Vasini dd

Vroegere spreek-beurten in Radhadesh:
Historiek:
-toegetreden bij Iskcon
-1974 eerste & tweede initiatie van Srila Prabhupada, en huwelijk - https://www.facebook.com/premasiddhi/posts/480395488703948
-eerste dienst: naaien van kleding van beeldgedaanten
-daarna: man overleden, zelf wonende in tempel met dochter - geen makkelijke tijd
-8 jaar later: hertrouwd met Prema Siddhi, dochter 1990 (die nu nog op Radhadesh woont)
-samen verantwoordelijkheid voor Radhadesh altaar (20 jaar samen ; nu meer op achtergrond ; dienst overgedragen aan Kṛṣṇa Sakti)
-Nu: bhakti sastri cursus
-nieuwe inspiratie gekregen door 
--boek over leven Yamuna, en 
--film over leven Srila PRabhupada "sta aub vroeg op, probeer ganse tijd in hoedanigheid goedheid te zijn, chant je rondjes op je japa mala... en dan keer je zeker terug naar Kṛṣṇa, na dit leven"
.
Arjuna stelt al deze vragen, in de Bhagavad-Gita, VOOR ONS !
En hoe meer hij hoorde, hoe meer hij wilde horen... om nog meer redenen te weten om toegewijde dienst te gaan doen.
.
Laatste vers van vorige (9e) hoofdstuk (BG 9.34) is precies het midden van de BG: 
"Zorg dat je geest altijd aan Mij denkt, 
word Mijn toegewijde, 
breng Me eerbetuigingen en 
vereer Me. 
Wanneer je op die manier volledig van Mij vervuld bent, zul je zeker tot Me komen."
...en wanneer je dat stadium kunt bereiken, voel je je nu al, in dit leven, zo dicht bij Kṛṣṇa
Bv. 
Aan koning die overstuur is door overlijden van zijn zoon, vraagt Narada Muni: "wat kan ik doen?" Antwoord: "Breng mijn zoon terug". Narada Muni vindt die zoon, en zegt hem: "jouw vader mist jou". Reactie van de zoon: "Welke vader ? Ik heb zovele vaders gehad"... want hij had al zovele levens gehad.
M.a.w. 
we zijn al zo vaak door de cirkel van geboorte & dood gegaan. Daarom dat Prabhupada, in bijna elk commentaar benadrukt: "je bent niet dit lichaam. Nu je, deze keer, in dit menselijk lichaam zit, zoek uit hoe je zo snel mogelijk terug naar Kṛṣṇa kan gaan."
.
De vier onderdelene van BG 10
(1) v1-7: Kṛṣṇa als oorsprong
(2) v8-11: catur-sloki - de vier belangrijkste verzen ! - https://gosai.com/writings/bhagavad-gita-catur-sloki-bhasya-108-1011
(3) v12-18: Arjuna aanvaardt die catur-sloki, en vraagt om meer volheden te HOREN (en in volgende hoofdstuk: om die volheden te ZIEN)
(4) v19-42: uitleg van de voornaamse volheden van Kṛṣṇa... maar eigenlijk vindt Kṛṣṇa zelf die oplijsting niet zo belangrijk.
.
Pointe: 
Van alle "kwaliteiten" of "creaties" is Kṛṣṇa het beste.
Ref. BG 10.48 Commentaar:
Kṛṣṇa is asamaurdhva, wat betekent dat niemand hoger is dan Hij en dat niemand gelijk is aan Hem.
Maar opgepast: ook al zegt Kṛṣṇa: "ik ben Siva, ik ben Arjuna..." ...maar dat betekent niet dat we dan maar Siva, of Indra, kunnen aanbidden (i.p.v. Kṛṣṇa) !
Ref. commentaar: "Er bestaat een Missie die regelmatig verkondigt dat het aanbidden van ongeacht welke halfgod iemand tot de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods of tot het allerhoogste doel zal leiden. Maar hier wordt het aanbidden van halfgoden sterk afgeraden, want zelfs de grootste halfgoden, zoals Brahmā en Śiva, vertegenwoordigen maar een deel van de volheid van de Allerhoogste Heer. "
.
catur-sloki leggen uit what het DOEL is van al die kennis van Kṛṣṇa's volheden: helemaal van doordrongen geraken dat toegewijde dienst de manier is om Kṛṣṇa te dienen.
Ref. commentaar BG 10.42: "In dit hoofdstuk is in teksten acht tot en met elf het pad van devotionele dienst en aanbidding van Kṛṣṇa heel duidelijk aangegeven. Dat is het pad van zuivere devotionele dienst. Hoe iemand het hoogste niveau van devotionele perfectie kan bereiken, namelijk omgang met de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, is in dit hoofdstuk grondig uitgelegd. Śrīla Baladeva Vidhyābhūṣaṇa, een groot ācārya in de opeenvolging van discipelen vanaf Kṛṣṇa, concludeert zijn commentaar op dit hoofdstuk als volgt:

yac-chakti-leśāt sūryādyā
bhavanty aty-ugra-tejasaḥ
yad-aṁśena dhṛtaṁ viśvaṁ
sa kṛṣṇo daśame ’rcyate
‘Van de krachtige energie van Heer Kṛṣṇa 
krijgt zelfs de geweldige zon haar kracht, 
en door de deelexpansie van Kṛṣṇa wordt de hele wereld instandgehouden. 
Heer Kṛṣṇa is daarom vererenswaardig.’ "
-
BG 10.8: 
"Ik ben de oorsprong van alle spirituele en materiële werelden. 
Alles komt voort uit Mij. 
De wijzen die hiervan volkomen doordrongen zijn, 
-bewijzen Me devotionele dienst en 
-vereren Me met heel hun HART." (waar Kṛṣṇa's boodschap terecht moet komen)
Commentaar:
"Een Kṛṣṇa-bewust persoon moet zich niet door dwazen in verwarring laten brengen; hij moet alle ongeautoriseerde commentaren op en interpretaties van de Bhagavad-gītā vermijden en vastbesloten en vastberaden doorgaan met Kṛṣṇa-bewustzijn." - Heb gewoon GEDULD!
.
BG 10.9:
"De gedachten van Mijn zuivere toegewijden zijn voortdurend van Mij vervuld, 
hun leven is volledig aan Mijn dienst gewijd en 
door elkaar te verlichten en voortdurend over Mij te spreken, 
ervaren ze grote tevredenheid en geluk."
-
Het 8-voudige yoga-proces is heel moeilijk
... en daarom heeft Prabhupada een makkelijk alternatief gegeven: 
het chanten van de Heilige Namen 
(als "weg naar", en "doel"), wat nog steeds een GELEIDELIJK proces is, omdat we niet zo gevorderd zijn.
.
VRAGEN:
Q1: STILTE: "Van geheime dingen ben Ik de stilte"
A1: 
Ref. commentaar bij Bg. 10.38: "Voor vertrouwelijke activiteiten zoals horen, denken en mediteren is stilte het belangrijkst, omdat iemand door stil te zijn zeer snel vooruitgang kan maken." 
Prabhupada beschouwde "het chanten van heilige namen" (japa) als (materiële) STILTE.
Japa = chanten EN HOREN. M.a.w. zonder HOREN is het proces van japa niet compleet.
.
Q2: "Onder de scheppers ben Ik Brahmā.
Onder alle Rudra’s ben ik Heer Śiva;  
onder de mensen ben Ik de koning.
onder degenen die wapens hanteren ben Ik Rāma;
onder de halfgoden ben ik Indra"
Allemaal mooi ...maar "Ik ben ook het gokken van valsspelers" ?!
A2:
Haja, want van ALLE kwaliteiten (ook de "slechte" kwaliteiten) is Kṛṣṇa de hoogste :)
Dus via welk moreel kompas je je leven richt, de hoogste vorm ervan is Kṛṣṇa.
.

20210124 - HOOFDSTUK 11 - DE KOSMISCHE GEDAANTE

Spreker: Stoka-Krishna das

-als 18-jarig in Amsterdamse tempel gaan wonen
-bijwonen (3-maanden) bhakta-programma
-12 jaar boekverspreiding, wat hij heel graag deed (in die tijd: eigen afdeling ; vandaag verwaterd - jammer, want belangrijkste onderdeel van deze beweging: zonder boekverspreiding, geen nieuwe toegewijden), eerst in Amsterdam alleen, later bungalow huren elders in het land en van daar uit verder boeken verspreiden
-guru Bhakti Caru Swami ontmoet in Radhadesh (1e initiatie 1990 ; 2e initatie 1991), die hem ook stimuleerde om boeken te blijven verspreiden
-1999: getrouwd, hoofdkok van Radhadesh, manager MOSU
-2007: buiten de tempel gaan werken
-2015: biologische winkel in Hotton
.
Gandharvika-Giridhari (geïmporteerd uit, via tempel-president van Jaipur)
.
Eén van de langste hoofdstukken van de Bhagavad-gītā.
Zelf initieel niet zo onder de indruk van dit hoofdstuk... terwijl het een van de belangrijkste is !
.
Verband met vorige hoofdstuk:
in BG 10 (over de "vibhutis"/volheden van Krsna) zegt Krsna dat hij de oorsprong is van alle materiële in spirituele werelden, en dat alles uit hem voortkomt.
Reaktie van Arjuna: "Krsna, jij bent de allerhoogste waarheid etc.", die Krsna dus erkent als allerhoogste, maar toch vraagt aan Krsna om die bijzondere materiële manifestaties te laten zien. Krsna: "dat kan ik, maar die zijn oneindig. Ik ga je daarom enkel de voornaamste tonen". Deze volheden/"vibhuti" zijn indirecte incarnaties van Krsna.
Drie soorten incarnaties: 
-prakash: bv. elke gopi denkt dat ZIJ alleen met de echte Krsna danst
-vilas: waar Krsna in andere gedaante verschijnt. Bv. NrsimhaDeva
-Saktyavesa avatara: waar Krsna een persoon bekrachtigt. bv. Buddha. Twee soorten: 
--direct bekrachtigd 
--indirect bekrachtigd (als manifestaties van Krsna, in deze materiële wereld)
https://vanisource.org/wiki/1960_Back_to_Godhead_vol_3_part_22_-_Chaitanya_Charitamrta
.
"Maar waar is al deze gedetailleerde kennis voor nodig, Arjuna? Met één enkel deeltje van Mijzelf doordring en draag Ik dit hele universum."
...als Ksirodakasayi Visnu, die als de Superziel het hele universum doordringt. Dit is dus slechts één enkel deeltje van Krsna.
Krsna wil meer interesse opwekken voor Svayam Bhagavān... maar Arjuna dringt aan: "ik hoor wat je zegt... maar toch zou ik eerst willen zien hoe Je deze kosmos bent binnengegaan. Die gedaante van Je wil ik zien." 
M.a.w. Arjuna wil 
-niet enkel: de 82 vibhuti's van Krsna zien, maar 
-de hele manifestatie: de 'kosmische gedaante'. 
En waarom? Omdat Arjuna wil graag de andere mensen ervan kunnen overtuigen dat Krsna de allerhoogste Persoonlijkheid Gods is.
Want vaak wordt de lila van Krsna verkeerd begrepen... wat Krsna ook zelf zegt: "als ik neerdaal in mijn menselijke gedaante, verstaan de dwazen/mudha's mijn spirituele natuur niet." (BG 9.11)
bv. 
-als Krsna de kleren van de gopi's steelt, 
-of de vele belevenissen in Mahabharata (bv. afschieten van vruchten, in het bos van Roma-Rsi). http://www.bhagavatam-katha.com/mahabharata-story-sage-romarishi-the-pandavas-and-bhagavan-sri-krishna/

BG 11.7
O Arjuna, aanschouw in één oogopslag alles wat je wilt zien in dit lichaam van Mij! Deze kosmische gedaante kan je alles laten zien wat je nu en in de toekomst ook maar verlangt te zien. Alles — zowel het bewegende als het niet-bewegende — is hier volledig aanwezig, op één plaats.
BG 11.8
COMMENTAAR
"Een zuivere toegewijde ziet Kṛṣṇa niet graag in een andere gedaante dan Zijn gedaante met twee armen; een toegewijde moet de kosmische gedaante door Zijn genade zien, en niet door de geest, maar met spirituele ogen. Om de kosmische gedaante van Kṛṣṇa te kunnen zien, wordt Arjuna gezegd niet zijn geest, maar zijn manier van waarnemen te veranderen. De kosmische gedaante van Kṛṣṇa is niet zo belangrijk, wat duidelijk zal worden in latere verzen. Maar omdat Arjuna deze gedaante wil zien, geeft de Heer hem het bijzondere gezichtsvermogen dat daarvoor nodig is."
M.a.w. Arjuna HAD al de hoogste visie (want hij zag Krsna als Syama-Sundara)... maar om Krsna's (materiële) kosmische gedaante te kunnen zien, gaf Krsna Arjuna nu voor even een LAGERE visie.
Krsna heeft 2 energieën:
-MahaMaya, die je de materiële wereld/energie laat zien (hoe die werkt)
-YogaMaya, de innerlijke energie van Krsna, die de toegewijde bedekt (zodat die Krsna niet meer ziet als God), en deze doet denken "Krsna is onze vriend / minnaar / kind : ..." (in verschillende "rasas"), wat Krsna veel meer pleziert.
Bv. moeder Yasoda die Krsna verdenkt van modder te hebben gegeten, en daarom in zijn mond kijkt... waarin ze de hele kosmische manifestatie ziet: op dat moment beseft Yasoda dat Krsna God zelf is... maar dat vindt Krsna niet leuk, en daarom "bedekt" hij terug Yasoda, zodat haar volgende reaktie werd: "geen modder meer eten, hé, kleine deugniet" ;)
http://www.harekrsna.de/artikel/krishnas-mouth.htm
.
BG 11.12
Geciteerd door scheikundige Robert Oppenheimer (vader van de atoombom, en ook Sanskriet-geleerde), tijdens eerste ontploffing van atoombom op 16-juli-1945. 
Ref YT interview - https://www.youtube.com/watch?v=pzA88OTdwR0&ab_channel=tumblerpigeon2
.
Krsna presenteert zijn kosmische gedaante in 2 vormen:
-adbhuta (wonderbaarlijke) vorm, beschreven tot BG 11.19
-kala (tijd), vanaf BG 11.20-31... die een pak minder "vriendelijk" oogt: een afschuwelijke en angstwekkende kijk op een berg met monden die de levende wezens fijn kauwen.
Ref.
TEXT 28: Zoals de vele golven van rivieren de oceaan binnenstromen, zo gaan al deze grote strijders Je fel brandende monden binnen.
TEXT 29: Ik zie alle mensen in volle vaart Je monden binnenstormen zoals motten zich ijlings in het verderf storten in een laaiend vuur.
.
BG 11.31
Soms weten we niet tegen wie we het hebben.
Bv. Jaḍa Bharata, die vervanger-drager werd aangesteld voor koning Mahārāja Rahūgaṇa
https://vanisource.org/wiki/SB_5.10:_The_Discussion_Between_Jada_Bharata_and_Maharaja_Rahugana
http://www.bhagavatam-katha.com/bharat-maharaj-katha/
Evenzo voelde Arjuna zich nu wat ongemakkelijk, over zijn eerdere vertrouwelijkheid: "Ik wil meer over Je weten, want ik weet niet wat Je missie is."

BG 11.32: God als TIJD
Deze grote gedaante is bedoeld om ontzag op te wekken, om mensen zich te doen overgeven, uit vrees, aan God.
"Time & Tide wait for no men"
Tijd is heel kostbaar & heel belangrijk... en Krsna is tijd. Tijd brengt ouderdom, dood... maar een toegewijde wordt niet beïnvloed door tijd.
Ref. SB 2.3.17, waar Suta Goswami zegt:  
"ayur harati vai pumsam
udyann astam ca yann asau
tasyarte yat-ksano nita
uttama-sloka-vartaya"
EN:
"Both by rising and by setting, the sun decreases the duration of life of everyone, except one who utilizes the time by discussing topics of the all-good Personality of Godhead."
NL:
"Wat de levensduur van de ordinaire mens wegneemt, is het rijzen en dalen van de zonder
terwijl voor diegenen die deze tijd gebruiken om Krsna te verheerlijken, de tijd geen impact heeft."
https://vaniquotes.org/wiki/SB_02.03.17_ayur_harati_vai_pumsam..._cited
https://www.srimadbhagavatamclass.com/srimad-bhagavatam-canto-02-chapter-03-text-17/
...Maar toegewijden gaan toch ook dood? 
"Ja", zegt Prabhupada, "maar voor toegewijden is hun huidig leven hun laatste leven".
.
BG 11.33
-Savya-sāci: zeer bedreven in het afschieten van pijlen op het slagveld (Arjuna wordt hier dus aangesproken als een bekwaam strijder, die bedreven is in het afschieten van pijlen om zijn vijanden te doden)
-Nimitta-mātram: ‘Word eenvoudig een instrument.’ ...en dan kan je wonderlijke dingen doen.
.
BG 11.34 (mèt expliciete vermelding van Jayadratha) vs. BG 11.27 (zonder Jayadratha): "of jij nu vecht of niet, al deze soldaten zijn straks al dood... zelf Jayadratha"
Jayadratha, de man van Dushala (de zus van Duryodhana), de koning van Sindhu-desh (Pakistan), had een oogje op Draupadi en was daarom niet zo blij met haar huwelijk met de Pandava's.
Jayadratha probeerde Draupadi te versieren, en kidnapte haar. Toen de Pandava's haar bevrijden, sloeg Bhima hem bijna dood... totdat Arjuna tussenbeide kwam: "spaar deze man, want die man is aangetrouwde familie van ons. Als alternatief: scheer hem helemaal kaal, en introduceer hem overal als slaaf". Zo'n vernedering is voor een Kshatriya even erg als de dood.
Daarna vroeg, en kreeg, Jayadratha 2 zegeningen, als levensverzekering, van Shiva.
Later, op het slagveld van Kurukestra, had Abhimanyu geen kans om te winnen van het gevecht, en de Pandava's wilden tussenbeide komen... maar Jayadratha hield hen tegen. Sindsdien wou ook Arjuna deze Jayadratha dood... wat lukte met een pijl.
https://vaniquotes.org/wiki/Jayadratha
.
BG 11.47 "Vóór jou heeft niemand deze oorspronkelijke gedaante, die onbegrensd is en verblindend fel schijnt, ooit gezien."
...maar had Krsna diezelfde kosmische gedaante al niet eerder laten zien aan Duryodhana (toen hij Krsna, tijdens diens vredes-aanbod wou arresteren), of zijn moeder Yasoda (in de mond van Krsna) ?
Antwoord: 
Deze kosmische gedaante, getoond aan Arjuna, houdt ook de kala-rupa in, die in vorige manifestaties NIET aanwezig was.
.
BG 11.55
"Beste Arjuna, degene die Mij zuivere devotionele dienst bewijst, die vrij is van de onzuiverheden van resultaatgerichte activiteiten en speculatieve kennis, die voor Mij werkt, die Mij het hoogste doel van zijn leven maakt en die vriendelijk is voor alle levende wezens, die zal zeker tot Mij komen."
COMMENTAAR
Iedereen die de allerhoogste van alle Persoonlijkheden Gods wil benaderen op de Kṛṣṇaloka-planeet in de spirituele hemel en die op een vertrouwelijke manier verbonden wil zijn met de Allerhoogste Persoonlijkheid, Kṛṣṇa, moet zich aan deze formule houden, die door de Allerhoogste Zelf gegeven is. Dit vers wordt daarom als de essentie van de Bhagavad-gītā beschouwd.
.
Om dit hoofdstuk samen te vatten: 
-Kṛṣṇa toonde Zijn kosmische gedaante, die een tijdelijke manifestatie is, en ook 
-de gedaante van de tijd, die alles verslindt, en 
-Hij toonde zelfs de vierarmige gedaante van Viṣṇu. 
Kṛṣṇa is dus de oorsprong van al deze gedaanten. 
Kṛṣṇa is niet een gedaante van de oorspronkelijke viśva-rūpa of van Viṣṇu. Kṛṣṇa is de oorsprong van alle gedaanten. Er zijn honderden en duizenden Viṣṇu’s, maar voor een toegewijde is geen enkele gedaante van Kṛṣṇa zo belangrijk als de oorspronkelijke gedaante van de twee-armige Śyāmasundara. In de Brahma-saṁhitā staat dat zij die met liefde en devotie gehecht zijn aan de gedaante van Kṛṣṇa als Śyāmasundara, Hem altijd kunnen zien in het hart en dat ze niets anders kunnen zien. De betekenis van dit elfde hoofdstuk is daarom dat men moet begrijpen dat de gedaante van Kṛṣṇa de allerhoogste en meest essentiële is.
.
--
Q&A 
Putrada-ekadashi (geen granen, geen peulvruchten) is de "moeder van bhakti": putra(zoon) da (geeft) - wie deze ekadashi goed volgt, wordt gezegend met een zoon.
.
BG 11.15: "heilige slangen" ?!
-Vasuki (koningrijk van slangen, onder de levensvormen in het universum)
-Kaliya (waar Krsna op danst)
-Sesha (waar KRsna op ligt)
.
Kala(tijd)-rupa(vorm, gedaante) & virat/vishwa(universum, kosmos)-rupa(vorm, gedaante).
De kracht van tijd is datgene wat het universum, in dit materiële bestaan (met een begin & eind), doet draaien.
kala-chakra (het wiel van tijd)
.
"Surrender unto me" (Bhurijana) verdeelt dit hoofdstuk 11 in 5 onderdelen.
.
Waarom bestaat kwaad?
Antwoord van Einstein:
Kwaad bestaat niet. Het is "minder goed". Net zoals kou een lagere vorm is van hitte, of duisternis de laagste vorm is van licht.
Daarom: blijf niet in de duisternis, maar ga naar het licht. De zon schijnt voor iedereen.
https://gelovenleren.net/verhalen/bestaat-het-kwaad/
.
Twee vormen van impersonalisme:
-maya-vadi: kent Krsna, maar aanvaardt niet dat Krsna God is
-brahma-vadi: weet dat Krsna God is, maar heeft toch voorkeur voor onpersoonlijke benadering. Bv. de 4 Kumara's.
.
Het is NIET noodzakelijk om uit te komen op de madhurya-rasa. Andere benaderingen/reaties (zoals "santa"/neutrale) zijn NIET verkeerd!

20210131 - HOOFDSTUK 12 - DEVOTIONELE DIENST

Spreker: Prema Siddhi das 

(66 jaar)
-1978: in Amsterdam in aanraking gekomen met toegewijden
-1980: komen wonen in Radhadesh
-eerst bhakta programma (3 maanden), daarna 5 jaar boek-verspreiding 
-meehelpen aan constructie (van o.a. tempel-kamer)
-1985: steeds meer werkzaamheden als pujari, naast Nikunja ; 
-1986: getrouwd, en 21 jaar samen pujari, daarna andere toegewijden gezocht als pujari
-2007: zelf even "iets anders" gaan doen in Antwerpen
-1986: ook zorg voor (Krsna- en Rama-)tulasi (250 tulasi-blaadjes/dag)
-vandaag bekend in Radhadesh om ganse dag non-stop chanten (omdat hij, nu al wat ouder geworden, gewoon steeds meer Krsna-bewust wil worden)
-fervent lezer van BG & SB (vooral canto 10, met Krsna lila's)
.
BG is niet verschillend van Krsna
Doel is van Krsna te zien/ervaren... door het lezen van BG, het chanten van de heilige namen etc.
.
BG 12.1
"Arjuna vroeg: Wie worden er als volmaakter beschouwd, zij die Jou altijd op de juiste manier toegewijd dienen of zij die het onpersoonlijk Brahman, het ongemanifesteerde, vereren?"
.
BG 12.2 
"De Allerhoogste Persoonlijkheid Gods zei: Zij die hun geest op Mijn persoonlijke gedaante concentreren en Me altijd vol transcendentaal vertrouwen vereren, beschouw Ik als het volmaaktst."
Antwoord: op Krsna persoonlijke gedaante mediteren
...wat enigszins moeilijk is, want we kunnen Krsna niet rechtstreeks horen/zien (omdat we nog niet zover gevorderd zijn)... maar wel Krsna ervaren in ons leven VIA 
-toegewijde dienst 
-zijn heilige naam te horen & chanten
-over hem te horen/lezen
We zijn vandaag hier (op aarde), omdat we zelf 
-Krsna willen ZIJN, 
-genieten als Krsna
...denkende dat wij zelf de belangrijkste zijn, m.a.w. het VALS EGO.
Het proces van toegewijde dienst dient precies om van dat VALS EGO verlost te geraken.
Maar waarom zou je dat VALS EGO willen opgeven, als je hier tevreden bent? Het feit is dat je hier niet gelukkig KAN zijn. 
De enige manier om gelukkig te zijn is door Krsna te dienen.
Commentaar: "Voor zo’n Kṛṣṇa-bewust persoon bestaan er geen materiële activiteiten, omdat hij alles voor Kṛṣṇa doet."
M.a.w. i.p.v. ikkeIkkeIkke (vals ego), moet alles draaien rond Krsna.
-De geconditioneerde ziet alles, behalve Krsna ; 
-de toegewijde ziet alleen maar Krsna.
Stromend naar de oceaan van de Absolute Waarheid
-is bhakti yoga de belangrijkste rivier
-zijn alle andere processen gewoon zij-riviertjes van die grote rivier.
Ref. definitie van "samadhi" in Bg. 6.20-23:
"In het stadium van volmaaktheid, dat de toestand van diepe meditatie of samādhi wordt genoemd, wordt de geest volledig van materiële mentale activiteiten weerhouden door de beoefening van yoga. Deze volmaaktheid wordt gekenmerkt door het vermogen om met de zuivere geest het zelf te aanschouwen en daarbij plezier en vreugde in het zelf te ervaren. In die vreugdevolle toestand ervaart men oneindig transcendentaal geluk met transcendentale zintuigen. Bevindt men zich eenmaal in die toestand, dan verwijdert men zich niet meer van de waarheid, en wanneer dit bereikt is, denkt men dat er geen grotere rijkdom bestaat. Wie zich in een dergelijke positie bevindt, raakt nooit verstoord, zelfs niet te midden van de grootste moeilijkheden. Dit is werkelijke vrijheid van alle ellende die voortkomt uit het contact met materie."
Wat is de hoogste ervaring? Om Krsna te zien. Zie gewoon wat er gebeurt met toegewijden die 
-Krsna zien, of 
-Krsna's fluit te horen, of 
-gewoon HareKrsna op de juiste/zuivere manier chanten: 
die zijn allen in hoogste extase, Krsna is in hun hart, en ze hebben niets meer nodig.
.
BG 12.3-4; BG 12-5
Krsna heeft merdere aspecten (ref. SB 1.2.11 - https://vanisource.org/wiki/SB_1.2.11)
-Bramhavadi: mediteert op ONPERSOONLIJKE aspect van Krsna
-Mayavadi: zijn TEGEN Krsna. Ref. hun filosofie: "(pas) als Absolute waarheid wordt bedekt, ontstaat God". M.a.w. ze beschouwen ook Krsna zelf als Maya!
COMMENTAAR
"De groep van transcendentalisten die het pad van het ondenkbare, ongemanifesteerde, onpersoonlijke aspect van de Allerhoogste Heer volgen, worden jñāna-yogī’s genoemd, en 
personen die volledig Kṛṣṇa-bewust zijn en devotionele dienst aan de Heer verrichten, worden bhakti-yogī’s genoemd. 
Het verschil tussen jñāna-yoga en bhakti-yoga wordt hier exact beschreven. Het proces van jñāna-yoga is heel moeilijk, ook al leidt het uiteindelijk tot hetzelfde doel, terwijl het pad van bhakti-yoga, het proces waarbij men direct de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods dient, voor de belichaamde ziel gemakkelijker en natuurlijker is."
M.a.w.
-Ook al maken die jñāna-yogi's geen nieuw karma meer aan, zij moeten  wel nog steeds hun oud karma verwerken. 
-De bhakti-yogi's daarentegen wordt hun karma weggebrand door Krsna.
(ref. Śrī brahma-saṁhitā 5.54 https://vedabase.io/en/library/bs/5/54/)
.
BG 12.6-7
"Maar voor hen die Mij vereren, die al hun activiteiten aan Mij wijden, die Mij met onverdeelde aandacht toegewijd zijn, die devotionele dienst aan Mij verrichten en voortdurend op Mij mediteren door hun geest op Mij te richten, voor hen, o zoon van Pṛthā, ben Ik degene die hen zeer snel uit de oceaan van geboorte en dood bevrijd."
Ref. schilderij van Krsna op Garuda, die toegewijde uit het oceaan optilt.
Ref. COMMENTAAR:
"Zij die gevorderd zijn in yoga kunnen door middel van de yogamethode de ziel naar eigen wens overbrengen naar willekeurig welke planeet. Anderen maken op verschillende manieren van deze gelegenheid gebruik, maar over de toegewijde wordt hier duidelijk gezegd dat de Heer hem Zelf tot Zich brengt. De toegewijde hoeft niet te wachten tot hij zeer gevorderd raakt om zichzelf naar de spirituele hemel over te brengen."
.
Voor wie zich afvraagt: "maar is enkel HareKrsna chanten voldoende?"
Vergelijk: 
Caitanya heeft geen enkel boek geschreven, en heeft enkel 8 verzen nagelaten (als "Sri Siksastakam")
http://www.prabhupada-books.de/chaitanya/siksastakam_en.html
Maar er is zoveel literatuur beschikbaar, die Krsna's spel & vermaak beschrijft. 
Bv. Venu-Gita (SB 10.21)
...en zo kan je Krsna altijd herinneren
.
BG 12.8
"Richt je geest alleen op Mij, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, en gebruik al je intelligentie in Mijn dienst. Op die manier zul je ongetwijfeld altijd in Mij leven."
BG 12.9
Wie "je geest met onverdeelde aandacht op Mij te concentreren" te moeilijk vindt, 
kan (als 2e/alternatieve methode) de REGELS van bhakti-yoga volgen (als "sadhana-bhakti", het OEFENEN).
COMMENTAAR
In dit vers worden twee verschillende methoden van bhakti-yoga aangegeven. 
-De eerste heeft betrekking op iemand die door transcendentale liefde werkelijk aantrekking voor de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, Kṛṣṇa, heeft ontwikkeld. 
-De tweede methode is voor iemand die geen aantrekking voor de Allerhoogste Heer heeft ontwikkeld door transcendentale liefde. Voor deze tweede groep bestaan er verschillende voorgeschreven regels en bepalingen, die men kan volgen om uiteindelijk verheven te worden tot het niveau waarop men aangetrokken zal zijn tot Kṛṣṇa.
BHAKTI-YOGA HOUDT IN DAT MEN DE ZINTUIGEN ZUIVERT. Nu zijn de zintuigen in het materiële bestaan altijd onzuiver, omdat ze worden gebruikt voor zinsbevrediging. Maar door het beoefenen van bhakti-yoga kunnen deze zintuigen gezuiverd worden en in een gezuiverde staat komen ze direct in contact met de Allerhoogste Heer.
Opmerking: Het ENgelse woord "Deity" werd in het NL krakkemikkig vertaald als "Beeld/BeeldGedaante"... maar Krsna IS geen beeld! Een beter woord was simpelweg "MURTI" geweest, want die Murti is Krsna zelf !
.
BG 12.10
Als "het volgen van alle regels van bhakti yoga" je te zwaar valt, ga dan werken voor Krsna (full-time, of toch zeker een bepaald percentage van, de resultaten van zijn activiteiten offeren aan Krsna)
.
BG 12.11
Als full-time werken voor Krsna niet mogelijk voor jou is, doe dan AFSTAND van alle resultaten van je werk en probeer zelf-beheerst te zijn.
.
BG 12.12
Wanneer je dat niet in praktijk kunt brengen, 
-houd je dan bezig met het cultiveren van kennis. Maar 
-beter dan kennis is meditatie en 
-beter dan meditatie is onthechting van de vruchten van je activiteiten, want door zulke onthechting kun je tot gemoedsrust komen.
.
BG 12.13-14 (favoriete vers van Prema-Siddhi :) )
Wat ieder, die Krsna-bewust wil worden, zou moeten zijn:
in tegenstelling tot "LUST, MEER, HEBZUCHT, KWAAD, IRRITATIE, ...":
"Hij die niet vijandig is, maar een goede vriend is van alle levende wezens, die zichzelf niet als een eigenaar beschouwt en vrij is van vals ego, die zowel in geluk als ellende gelijkmoedig blijft, die verdraagzaam, altijd tevreden en beheerst is, die met vastberadenheid en met zijn geest en intelligentie op Mij gericht devotionele dienst verricht — zo’n toegewijde van Mij is Me zeer dierbaar."
...en de beste manier om "met zijn geest en intelligentie op Mij gericht devotionele dienst verricht" blijft het chanten van de heilige namen.
COMMENTAAR:
"De toegewijde wordt niet de vijand van zijn vijand. Hij denkt: ‘Deze persoon gedraagt zich als mijn vijand door mijn eigen wandaden in het verleden. Het is daarom beter te lijden dan te protesteren.’ In het Śrīmad-Bhāgavatam (10.14.8) wordt gezegd: tat te ’nukampāṁ susamī-kṣamāṇo bhuñjāna evātma-kṛtaṁ vipākam. Telkens wanneer een toegewijde lijdt of in moeilijkheden raakt, ziet hij dat als de genade van de Heer. Hij denkt: ‘Door mijn vroegere wandaden zou ik veel, veel meer moeten lijden dan ik nu doe. Het is dus door de genade van de Allerhoogste Heer dat ik niet alle straf krijg die ik verdien. Door de genade van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods krijg ik alleen maar een beetje.’ Hij is daarom altijd kalm, zwijgzaam en geduldig, ondanks veel moeilijke of pijnlijke omstandigheden. Een toegewijde is verder altijd vriendelijk voor iedereen, zelfs voor zijn vijand."
Zoals Prabhupada zei: "If you WANT to become Krsna-conscious, what is the difficulty?"
M.a.w. ALS je het wil, DAN is er geen probleem meer. Het probleem is dat je het niet echt wil !
Ref. vers van Rup Goswami:
http://www.bvmlu.org/SBPPG/varsa-sesa.html
"kṛṣṇa-bhakti-rasa-bhāvitā matiḥ
krīyatāṁ yadi kuto ’pi labhyate
tatra laulyam api mūlyam ekalaṁ
janma-koṭi-sukṛtair na labhyate"
“‘Pure devotional service in Kṛṣṇa consciousness cannot be had even by pious activity in hundreds and thousands of lives. It can be attained only by paying one price—that is, intense greed to obtain it. If it is available somewhere, one must purchase it without delay.’”
.
BG 12.15-17
Ref. Bhaktivinoda Thakur: "zowel in geluk en verdriet, chant Hare Krsna"
.
BG 12.18-19
.
BG 12.20
"Zij die dit onvergankelijke pad van devotionele dienst volgen, die zich er vol vertrouwen volledig op toeleggen en Mij tot het hoogste doel maken, 
zijn Me zeer, zeer dierbaar." (extra nadruk: zeer zeer)
COMMENTAAR:
"Men begint te chanten en de regulerende principes van devotionele dienst te volgen, waardoor men betrokken raakt in transcendentale devotionele dienst aan de Heer. Dat is het pad dat in dit hoofdstuk wordt aangeraden. Er bestaat daarom geen twijfel over dat devotionele dienst het enige absolute pad is voor zelfrealisatie, voor het bereiken van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods.
.
Het concept van de onpersoonlijke Allerhoogste Absolute Waarheid, dat in dit hoofdstuk is beschreven, wordt aangeraden tot het moment dat men zich overgeeft aan zelfrealisatie. 
Met andere woorden, zolang men niet de kans heeft om met een zuivere toegewijde om te gaan, kan het onpersoonlijke concept nuttig zijn. Met het concept van een onpersoonlijke Absolute Waarheid zal men actief zijn zonder zelfzuchtige resultaten en zal men mediteren en kennis cultiveren om het spirituele en het materiële te begrijpen. Dit is noodzakelijk zolang men niet in het gezelschap van een zuivere toegewijde is. 
Maar als een fortuinlijk persoon direct een verlangen ontwikkelt om Kṛṣṇa-bewust te leven door zuivere devotionele dienst, dan hoeft hij geen stapsgewijze vorderingen in spirituele bewustwording te maken. Devotionele dienst, die in de middelste zes hoofdstukken van de Bhagavad-gītā beschreven is, is aangenamer. Men hoeft zich niet druk te maken over het veiligstellen van dingen om zijn lichaam en ziel bij elkaar te houden, omdat alles door de genade van de Heer vanzelf in orde komt."
prema vivarta: 100 verzen over resultaten van het chanten van de heilige namen - met als pointe: 
"ik zit in het hart van iedereen, 
en ik geef hen het resultat van hun chanten, 
al naargelang het vertrouwen dat ze leggen in dat chanten"
https://www.thegaudiyatreasuresofbengal.com/2020/04/30/sri-prema-vivarta-composed-by-srila-jagadananda-pandita/
http://www.gaudiyadarshan.com/wp-content/uploads/2015/02/Sri-Sri-Prema-vivarta.pdf
https://www.purebhakti.com/resources/harmonist-monthly/91-year-6-special-editions/1435-gurudeva-s-tirobhava
http://saraswati.pro/en/books/sri_sri_prema_vivarta/
https://www.gaudiyadarshan.com/posts/sri-sri-prema-vivarta/
.
Andere referenties over dit VERTROUWEN
-BG 4 "zij die geen vertrouwen hebben in dit proces kunnen me niet bereiken en keren terug naar de cyclus van geboorte & dood.

-Nectar of Devotion: "wie een keer Lord Jagannath op de kar heeft gezien (of de tulsi-blaades ruikt die aan KRsna's voeten zijn geoffered), hoeft nooit meer aan een moederborst te zuigen."
https://vanisource.org/wiki/NOD_9
https://vanisource.org/wiki/NOD_9
.
Q&A
Q: Hoe je onthechten van de vruchten van je activiteiten ?
A:
-Blijf in je positie zitten 
-geef vruchtdragende activiteiten en het vergaren van onpersoonlijke/speculatieve kennis op
-hoor van de toegewijden van Krsna (want die hebben mij overwonnen)
Ref. BG 11.55
.
De essentie blijft: altijd chanten & altijd aan KRSNa denken... wat makkelijker wordt als je ouder wordt (en niemand meer iets van je verlangt)

20210207 - HOOFDSTUK 13 - NATUUR, GENIETER EN BEWUSTZIJN

Spreker: Kadamba Kanana Swami 

(68 jaar)
opgegroeid uit Heemstede
aantrekking tot muziek (gitaar)
vanaf 17e op reis, met "magic bus", naar spirituele plekken in NL & Europa
op zoek naar de grote betekenis van het leven
op reis (per bus!) naar India voor 125,- dollar
terechtgekomen in Krsna Balaram Mandirb(echt voelbaar dat Srila Prabhupada deze tempel heeft opgericht en daar aanwezig was ; nu is diens samadhi daar)
-hij allerlei toegewijde dienst verleende
-aldaar diens Guru ontmoette: Jayadvaita Srila 
.
1990-1995 tempel-president
1997 sannyasi
2001 initiërende guru
ook veel in Zuid-Afrika en Australië
.
2020 was moeilijk / saai jaar: weinig reizen (enkel NL & DE)
.
Andere Projecten:
-Brooklyn, NY (USA): tempel-president via Zoom-meetings ; Plan voor extra gebouw met multiculturele functie (eco-café, boetiek, studie-ruimte, bibliotheek, japa-kamer, dak-terras... rond centrale plek van tempel)
-vertical farming: kast in gebouw in de stad... waarbij je kast weglaat & gebouw overblijft, waar je in meerdere etages groenten & fruit kunt produceren
...waarvoor veel geld (honderdduizenden €) nodig is
.
Toekomstplannen: 
meer interactief predikeren, verder reizen & Krsna-bewust overbrengen naar nieuwe mensen
.
Onderwerp van 13e hoofdstuk:
BG is een boek dat gaat over onze oorsprong.
Aan het begin van BG zie je uitleg van Sri Baladeva Vidyabhushana:
...over BG: 5 onderwerpen, waarvan 13e hoofdstuk beschrijft: isvara, jiva & prakrti
.
BG 13.1-2
-jnanam: kennis 
-jneyam: wat er geweten kan worden, doel van kennis.
Zie dit samen als filosofische kennis over de positie van Krsna / ziel / materie, en hun onderlinge relatie.
-kṣetraṁ: veld (het LICHAAM, met diens zintuigen) & de invloed ervan 
-kṣetra-jñam: de TWEE kenner(S) van het veld: (1) de EIGENAAR van het veld: KRsna, de Isvara en  (2) diegene die WERKT op het veld, de jiva
Vandaar dat de stelling van "MIJN lichaam" niet klopt: we ZIJN dit lichaam niet, het lichaam is een voertuig (yantra) waarmee we doorheen de wereld bewegen, maar onze eigenlijk identiteit is de ZIEL die in een fijn- en grofstoffelijk aanwezig is.
Wij zijn niet de eigenaar van dit veld, Krsna is de eigenaar
Wij werken op dat veld (dat niet van ons is), en krijgt iets van de vruchten van al je werk, maar het merendeel van wat er op dat veld groeit kan je niet voor jezelf nemen. Krsna is de eigenaar van alle vruchten van onze daden.
De kennis die WIJ hebben over ons eigen lichaam is heel beperkt ; Krsna weet er alles over.
De basis van dit 13e hoofdstuk is aldus: kṣetra-jñam - Krsna is de werkelijke kenner, en wij zijn de werkers, van dit veld... en het is bedoeld dat wij de resultaten van de werken op dit veld aanbieden aan Krnsa. "we hebben wel recht op werk, maar geen recht op de resultaten van ons werk"... wat gebaseerd is op liefde (zoals een ouder alles overdraagt aan zijn/haar kinderen).
.
BG 13.5
Oorzaak & gevolg, in de Vedanta Sutra... die begint met " janmady asya yatah" (zelfde als 1e vers van SB), 
wat betekent: 
-Krsna is de oorsprong van alles, en tegelijkertijd bestaat hij ook onafhankelijk (apart van die energieën) als Krsna.
-Hij is ook alwetend, weet alles van deze gemanifesteerde energieën.
M.a.w "Achintya-bhedabheda-tattva": onbegrijpelijk één en verschillend tegelijkertijd.
Bv. Krsna die beschuldigd werd van klei te hebben gegeten, waarna moeder Yasoda in zijn mond ging kijken 
(als in een "droste"-plaatje: https://nl.wikipedia.org/wiki/Droste-effect)
...met als pointe: 
-Krsna is IN het universum & 
-tegelijkertijd is het universum in Hem.
Alles wat bestaat is in Hem, en tegelijkertijd is Hij onafhankelijk van dit alles.
.
BG 13.6-7
Analyse van dit "veld (van aktiviteiten)":
Gelijkaardig aan BG 7: "aarde, water, vuur lucht & ether ; geest, intelligentie & valse ego. Zintuigen & de geest die daar een relatie mee hebben. 
11 zintuigen:
-5 kennis-vergarende 
-5 uitvoerende
-de geest
Krsna is de perfecte kenner, oorzaak & doel van dit veld.
.
Met vreugde verwelkomen de vogels 's morgens de zon. Het is hun natuurlijke relatie.
Net zo is devotie iets wat we zien op verschillende niveaus in het universum, waar elk levend wezen vanuit zijn natuur zijn toevlucht tot neemt.
De afhankelijkheid die we hebben van uiterlijke omstandigheden is een teken dat we hopen dat alles aangenaam & prettig is. Uiteindelijk is alles pas echt aangenaam & prettig, als die verbinding met Krsna er is. Dan geeft het een blijvend positief resultaat. Wezenlijke geluk/zekerheid/tevredenheid vind je alleen in je relatie met Krsna.
Bv. glazen buis in Amsterdamse stadhuis, die niveau van zee-water weergeeft (laag water = +2 m ; hoog water =  + 5 m !)
We zitten nu in ons lichaam, en kunnen ons daar niet van bevrijden. Alles wat we doen (ook spirituele activiteiten) doen we met/via dit lichaam. (hint: "uittreding", zoals bij yogi's, is niets anders dan een tijdelijke reis van grof- naar stof-stoffelijk lichaam). We kunnen alhier niet bestaan in de zuivere vorm van enkel ziel.
De verandering van de materie is niet eeuwig: De bevrijdende energie van de materie is er enkel zolang die gebruikt wordt voor Krsna ; daarna werkt diezelfde materie terug verstrikkend !
.
BG 13.8-12: lange lijst van kwaliteiten
-amānitvam — nederigheid; "nitvam" = naar beneden, onderworpen. Nederigheid is iets van belang, want dan erkennen we hoe het zit met kṣetra-jñam. Nederigheid is moeilijker voor bv. miljonairs, die met hun rijkdom hun ideeën kunnen waarmaken. Het menselijk bestaan maakt het moeiljk om nederig te zijn. (vergelijk jouw leven van 100 jaar met het 1-dag leven van een mier)
Brahma manifesteert de dingen vanuit zijn geest ; zijn ideeën worden waar.
-adambhitvam — bescheidenheid, trots-loosheid
-anabhiṣvaṅgaḥ putra dāra gṛha-ādiṣu: vrijheid van verstrikking met kinderen, vrouw, huis en de rest:
de BG is niet TEGEN het gezinsleven, maar stelt wel dat gezinsleven (incl. voortplanten) NIET het doel van het leven is  !
Als het gezinsleven het DOEL wordt van ons leven, wordt het een probleem... want dan zijn we bezig met een TIJDELIJK doel.
Maar in de ideale familie houden we allemaal van elkaar, en leven lang & gelukkig samen... Maar dit is toch niet voor eeuwig, en heeft dus zijn beperkingen.
Als er in de familie een eeuwig doel is, dan heeft het gezinsleven (en het Radhadesh-kasteel dat we bouwen) zin... anders blijven het tijdelijke zand-kasteeltjes. Ze worden pas betekenisvol als er ermee iets voor Krsna doen.
.
BG 13.14
Uitwisseling tussen Caitanya Mahaprabhu & Advaita Acharya
http://rgyatra.blogspot.com/2009/06/pastimes-of-advaita-acharya.html
Toen Caitanya Mahaprabhu zijn goddelijke natuur begon te tonen, ging hij zitten, in het huis van Sridhar, op het altaar... en vertelde over iedereen iets vertrouwelijk. Toen hij bij Advaita Acharya kwam, zei hij: "voor zo lang heb jij geprobeerd om de ware uitleg van de BhagavadGitaZoalsZeIs ("gita charaya pat" ?) te geven, die draait om Krsna als de centrale hoogste Persoonlijkheid Gods.
Advaita Acharya had geworsteld met precies dit BG vers: is dit geen impersonalisme ? Hoe dit uitleggen op een persoonlijke manier?
Toen zei Caitanya Mahaprabhu: dit vers gaat niet over jou als Ziel, maar over de Superziel, ParamAtma... ook al wordt SuperZiel niet expliciet genoemd in het Sanskriet vers (maar wel in de vertaling NAAR DE BETEKENIS - in tegenstelling tot bv. Winthrop Sargeant's vertaling van de Gita)
Verdere uitleg over de SuperZiel in de daaropvolgende BG verzen BG 13.15-18.
Het onpersoonlijke idee werd reeds verworpen, in BG 7.24  
https://vedabase.io/nl/library/bg/7/24/
.
Hoe God te benaderen: via diens Persoonlijke, of onpersoonlijke kant?
Ook in de katholieke traditie werd dit behandeld. Bv. Teresa van Avila, die in haar boek "de innerlijke burcht" het spiritueel leven beschreef als een kasteel met vele kamers:
-in de ontvangst/receptie-ruimte zijn er nog veel invloeden van buitenaf
-maar hoe dieper je het kasteel binnengaat, hoe persoonlijker de benadering wordt.
God is dus:
-Energie
-Persoon erachter, die een DOEL geeft aan het gebeuren: alle levende wezens verheffen tot deelname aan liefdevolle omgang met God
.
Q&A:
.
Karma = aktie/werk & diens reakties/effect (op diens psyche & noodlot)
Wie Krsna dient, wordt bevrijd van die karma en ontstijgt naar een hoger niveau, spiritueel bestaan
.
ParamAtma is 
-de innerlijke stem in ons die ons aanmoedigt/ontmoedigt 
-de getuige
-degene die toestemming geeft voor wat er gebeurt
Bemerk: Paramatma & geweten zijn NIET hetzelfde !
-Ons geweten is een vorm van zelfbewustzijn waarin we zelf morele inzichten hebben, omdat we wel degelijk begrijpen dat leed niet aangenaam is (omdat we het zelf meegemaakt hebben). geweten is daarom gebaseerd op EIGEN ervaring, inzichten & morele realisaties.
-Paramatma helpt & voedt ons geweten, als innerlijke stem... en wekt zo je verharde/afgestompte geweten terug op.
Die "innerlijke stem" is 
-soms de Paramatma, en 
-soms iets wat er al was in je geweten !
.
"Naar binnen keren" is niet per se hoger dan "aktief bezig zijn". Beide hebben hun plaats. Alles is afhankelijk van het DOEL.
-Voor wie werkt voor een spirituele doel, zijn diens activiteiten hoger.
-Voor wie bezig is met studie van de BG, is die bezinning hoger.
Het enthousiasme van de jeugd verlies je op latere leeftijd. In Ashram-cultuur worden 
-jonge mensen vergeleken met de benen (aktief zijn, rondrennen), en 
-ouder mensen met het hoofd (reflectie, nadenken).
Beide zijn nodig: bezinning & aktief zijn. Vandaar dat het belangrijk is om ook op jonge leeftijd iets horen over spirituele kennis.
.
Loesje:
.
Andere lezingen

20210214 - HOOFDSTUK 14 - DE DRIE HOEDANIGHEDEN VAN DE MATERIELE NATUUR

.

Spreker: Sarasvati Devi Dasi (Saskia Wilmink)

BG 14.2
COMMENTAAR:
Over het algemeen is het in de materiële wereld zo dat alle kennis die we krijgen, aangetast is door de drie hoedanigheden van de materiële natuur. Kennis die niet door de drie hoedanigheden van de natuur is aangetast, wordt transcendentale kennis genoemd. Zodra iemand gegrond is in die kennis, bevindt hij zich op hetzelfde niveau als de Allerhoogste Persoon. ... In werkelijkheid krijgt men in de spirituele hemel een spirituele gedaante. In die spirituele hemel vinden spirituele activiteiten plaats en die activiteiten maken samen het devotionele leven uit. Van die sfeer wordt gezegd dat ze onaangetast is en dat men er kwalitatief gelijk is aan de Allerhoogste Heer. 
Om deze kennis te krijgen, moet men alle spirituele kwaliteiten ontwikkelen. 
Wie deze kwaliteiten ontwikkelt, is niet verstoord door de schepping en evenmin door de vernietiging van de materiële wereld.
.
BG 14.3
De subtiele vorm van materiale energie (pradhAna, in het lichaam van MahaVishnu),expandeert (door de tijd) verder naar mahat-tattva.
.
BG 14.5
"Wanneer het eeuwig levend wezen in aanraking komt met de materiële natuur, o sterk-gearmde Arjuna, raakt het door deze hoedanigheden geconditioneerd."
Die conditionering kan je te boven komen
-niet: zelfstandig
-Enkel: door kennis (die we van Krsna geven) en door de geestelijke leraar (die deze kennis doorgeeft)

BG 14.6
Hoe herkennen & distantiëren
Besef dat je ook geconditioneerd kna geraken door een gevoel van geluk en kennis !
Bv. vele brahmanan zijn wel expert in het hoedanigheid goedheid (met blijheid tot gevolg, en minder lijden omdat ze minder zondige activiteiten begaan, en dus minder terugslagen krijgen)... maar in dat gevoel van geluk kunnen ze verstrikt raken !
.
BG 14.8
Commentaar:
"De hoedanigheid onwetendheid is precies het tegenovergestelde van de hoedanigheid goedheid. Door de hoedanigheid goedheid, door het ontwikkelen van kennis, kan men begrijpen hoe alles in elkaar zit, maar de hoedanigheid onwetendheid is precies het tegenovergestelde. Iedereen die in de greep van de hoedanigheid onwetendheid is, wordt gek en een gek kan niet begrijpen hoe alles in elkaar zit. In plaats van vooruitgang te maken, gaat zo iemand achteruit."
In de geaardheid goedheid wijkt de waanzin.
In de hoedanigheid onwetendheid zijn we in een staat van duisternis, handelend in het wilde weg zonder te weten waar we uit komen.
.
BG 14.9
O afstammeling van Bharata, 
-door de hoedanigheid goedheid raakt men geconditioneerd door geluk; 
-door de hoedanigheid hartstocht raakt men geconditioneerd door resultaatgericht werk, en
-de hoedanigheid onwetendheid, die iemands kennis versluiert, bindt iemand aan waanzin.
.
BG 14.11
De 4 principes zijn een waarborg om ten minste in de geaardheid goedheid te blijven.
.
BG 14.12
"O beste onder de Bhārata’s, wanneer de hoedanigheid hartstocht toeneemt, beginnen zich de kenmerken van grote gehechtheid, resultaatgerichte activiteit, zeer grote inspanning, onbedwingbare begeerte en vurig verlangen te ontwikkelen."
Commentaar: Hieraan komt geen eind !
.
BG 14.19
Commentaar:
Wie zich aan Kṛṣṇa heeft overgegeven, wordt verlost van de activiteiten van de materiële natuur. Voor wie in staat is de dingen te zien zoals ze zijn, zal de invloed van de materiële natuur geleidelijk aan afnemen.
De kunst is om altijd te blijven in die overgave, door bewust weg te blijven van de lagere geaardheden.
.
BG 14.20
Commentaar:
Ook al bevindt men zich in een materieel lichaam, men kan door zijn vooruitgang in spirituele kennis vrijkomen van de invloed van de hoedanigheden van de materiële natuur. Men kan zelfs in dit lichaam al reëel spiritueel geluk ervaren. 
Met andere woorden, devotionele dienst in Kṛṣṇa-bewustzijn is het teken van bevrijding van materiële gebondenheid. Wie bevrijd is van de invloed van de hoedanigheden van de materiële natuur, kan met devotionele dienst beginnen.
.
BG 14.21
Arjuna's belangrijke 3 vragen:
Vraag(1) Waaraan kan men iemand herkennen die aan deze drie hoedanigheden ontstegen is? 
Vraag(2) Hoe gedraagt hij zich? 
Vraag(3) Hoe ontstijgt hij aan de drie hoedanigheden van de materiële natuur?
.
Belangrijk om de methode te kennen om altijd transcendentaal te blijven:
nl. 
-altijd in Krsna bewustzijn zijn & 
-activiteiten in Krsna-bewustzijn verrichten
.
BG 14.22-25: Krsna's antwoorden
Antwoord(1):
-wie geen hekel heeft aan verlichting, gehechtheid en illusie wanneer deze zich voordoen, maar er evenmin naar verlangt wanneer ze verdwijnen; 
-wie onbewogen en onverstoorbaar is tijdens al deze wisselwerkingen van de materiële hoedanigheden en neutraal en transcendentaal blijft, omdat hij weet dat alleen de hoedanigheden werkzaam zijn; 
-wie verankerd is in het zelf en geluk en ellende als hetzelfde beschouwt; 
-wie dezelfde waarde hecht aan een kluit aarde, een steen en een brok goud; 
wie neutraal is ten opzichte van alles wat wenselijk en niet wenselijk is; 
Antwoord(2)
-wie standvastig is en gelijkmoedig blijft tijdens eer en schande of wanneer hij geprezen wordt of bespot; 
-wie vriend en vijand op dezelfde manier behandelt en 
-(wie) zich van alle materiële activiteiten onthecht heeft 
— van zo’n persoon wordt gezegd dat hij aan de drie hoedanigheden van de materiële natuur is ontstegen.
.
Bewustzijn zit in ons hart, en verspreidt zich via onze zenuwen doorheen ons lichaam.
Wie los is van zijn identificatie met het lichaam (en los is van: de interacties van dit lichaam met die hoedanigheden), die zal NEUTRAAL blijven.
.
In goedheid ziet men over de ziel (die al dan niet verstrikt zijn in de materiële natuur).
Commentaar:
"Men heeft dit materiële lichaam niet nodig en men hoeft de bevelen van dit lichaam niet op te volgen. De kwaliteiten van de materiële hoedanigheden zullen werkzaam zijn in het lichaam, maar omdat het zelf de ziel is en spiritueel, is het verheven boven hun activiteiten. Hoe bereikt het die verheven positie? Het moet er niet naar verlangen van het lichaam te genieten of eruit te ontsnappen. Wanneer een toegewijde zich op die manier op een transcendentaal niveau bevindt, wordt hij VANZELF VRIJ. HIJ HOEFT GEEN MOEITE TE DOEN OM ZICH VRIJ TE MAKEN van de invloed van de hoedanigheden van de materiële natuur."
.
BG 14.26
Antwoord(3):
"Wie in alle omstandigheden volledig en onfeilbaar opgaat in devotionele dienst, ontstijgt onmiddellijk aan de hoedanigheden van de materiële natuur en komt zo tot het niveau van Brahman."
We moeten weten wat Brahman is, en dan kunnen we ook in die staat verblijven.
.
BV 14.27
Door te chanten (en diens zuivering) geraken we geleidelijk aan van de drie hoedanigheden van de materiële natuur onthecht.
Brahma-Muhurta (het uur van de Schepper, wanneer de haan kraait) is het deel van de dag waarin het nog niet licht is, en de mensen nog niet bewegen. Die tijd komt het dichtst bij de zuivere goedheid. Wie in die periode chant, zal merken dat die hoedanigheid zeer zacht is. 
Citaat uit Krsna-boek:
"Lord Kṛṣṇa used to lie down with His sixteen thousand wives, but He would also rise from bed very early in the morning, three hours before sunrise. By nature’s arrangement the crowing of the cocks warns of the brāhma-muhūrta hour. There is no need of alarm clocks: as soon as the cocks crow early in the morning, it is to be understood that it is time to rise from bed. Hearing that sound, Kṛṣṇa would get up from bed, but His rising early was not very much to the liking of His wives. The wives of Kṛṣṇa were so much attached to Him that they would lie in bed embracing Him, and as soon as the cocks crowed, Kṛṣṇa’s wives would be very sorry and would immediately condemn the crowing.

In the garden within the compound of each palace there were pārijāta flowers. The pārijāta is not an artificial flower. We remember that Kṛṣṇa brought the pārijāta trees from heaven and implanted them in all His palaces. Early in the morning, a mild breeze would carry the aroma of the pārijāta flower, and Kṛṣṇa would smell it just after rising from bed. Due to this aroma, the honeybees would begin their humming vibration, and the birds also would begin their sweet chirping sounds. All together it would sound like the singing of professional chanters engaged in offering prayers to Kṛṣṇa. Although Śrīmatī Rukmiṇīdevī, the first queen of Lord Kṛṣṇa, knew that brāhma-muhūrta is the most auspicious time in the entire day, she would feel disgusted at the appearance of brāhma-muhūrta because she was not very happy to have Kṛṣṇa leave her side in bed. Despite Śrīmatī Rukmiṇīdevī’s disgust, Lord Kṛṣṇa would immediately get up from bed exactly on the appearance of brāhma-muhūrta. An ideal householder should learn from the behavior of Lord Kṛṣṇa how to rise early in the morning, however comfortably he may be lying in bed embraced by his wife.

After rising from bed, Lord Kṛṣṇa would wash His mouth, hands and feet and would immediately sit down and meditate on Himself. This does not mean, however, that we should also sit down and meditate on ourselves. We have to meditate upon Kṛṣṇa, Rādhā-Kṛṣṇa. That is real meditation. Kṛṣṇa is Kṛṣṇa Himself; therefore He was teaching us that brāhma-muhūrta should be utilized for meditation on Rādhā-Kṛṣṇa. By such meditation Kṛṣṇa would feel very much satisfied, and similarly we will also feel transcendentally pleased and satisfied if we utilize the brāhma-muhūrta period to meditate on Rādhā and Kṛṣṇa and if we think of how Śrī Rukmiṇīdevī and Kṛṣṇa acted as ideal householders to teach the whole human society to rise early in the morning and immediately engage in Kṛṣṇa consciousness. There is no difference between meditating on the eternal forms of Rādhā-Kṛṣṇa and chanting the mahā-mantra, Hare Kṛṣṇa."
--

220210221 - Hoofdstuk 15 - De Allerhoogste Persoon

Spreker: Purusottama prabhu

-in contact met KrishnaBewustzijn, geïnspireerd door Mukunda Rama prabhu
-gelift naar New Mayapur, waar hij tijd service deed
-sep1977, gejoind in New Mayapur newmayapur.com/fr/
-daarna tempel in Parijs, en daarna Amsterdam, daarna Radhadesh (boek-verspreiding, tapijten, 
-geïnitieerd door Srila Goura Govinda Maharaj
-later naar Suriname & omringende eilandjes
-later Mayapur, 3 jaar Vrndavan
-uiteindelijk terug in België: Antwerpen
-toekomst onduidelijk
.
--
Pointe van 15e hoofdstuk:
Als js BG bestudeert, aanbidt je Krishna met je intelligentie.
Het begrijpen van Krishna is het doel van de Veda's.
Wie toegewijde dienst verricht in Krsna-bewustzijn, is dat doel van de Veda's aan het bereiken.
.
BG 15:1-5 - Hoe los te komen van je zwakheden
BG 15:6-20 - de yoga van de allerhoogste persoonlijkheid Gods
.
BG 15.1
Materiële verlangens kunnen per definitie niet vervuld worden, en daardoor moet je telkens terugkomen om je onvervulde verlangens te vervullen. En daarom worden, voor wie resultaat-gericht is (genieter, bezitter & bestuurder spelen) de vertakkingen van deze banyan-boom eindeloos.
Dit lijkt een onmogelijke situatie... maar 
"Krishna-surya sama; māyā haya andhakara, yahan Krishna, tahan nahi mayara adhikāra." 
(Śrīla Rūpa Goswami, in NOD/NOI?)
https://vaniquotes.org/wiki/CC_Madhya-lila_22.031_krsna_--_surya-sama;_maya_haya_andhakara..._cited
https://www.scribd.com/document/408625131/207511852-NOI-Notes-docx

Krsna wordt vergeleken met de zon, en maya wordt vergeleken (al die onvervulde/vervulde verlangens). Als de zon er is, dan heeft maya geen kwalificatie.
.
Deze banyan boom is slechts een weerspiegeling van de echte boom van de Veda's.
Zo rust de weerspiegeling van deze materiele wereld op onze verlangens. Die ganse boom weerspiegelt zich op het VERLANGEN.
De oorsprong/wortel van deze boom is Heer Brahma.
Wie aangetrokken is door de 4 (dharma, artha, kama, moksha) kan het werkelijke doel van de Veda's niet begrijpen.
.
BG 15.2
De 3 guna's zijn als koorden die je binden aan deze wereld.
COMMENTAAR:
Door het ontwikkelen van de verschillende hoedanigheden van de materiële natuur ontwikkelen we verschillende zintuigen om van verschillende zinsobjecten te genieten. 
-De toppen van de takken zijn de zintuigen: oren, neus, ogen enz. die gehecht zijn aan het genieten van verschillende soorten zinsobjecten. 
-De twijgen zijn de zinsobjecten: geluid, vorm, gevoel enz. 
-De bijwortels zijn de verschillende voor- en afkeuren, die bijproducten zijn van verschillende soorten leed en zinnelijk genot. De neiging tot vroomheid en zonde ontwikkelt zich uit deze secundaire wortels, die zich in alle richtingen uitspreiden. 
-De werkelijke wortel ontspruit in Brahmaloka en de andere wortels bevinden zich in de menselijke planetenstelsels. 
Nadat iemand op de hogere planetenstelsels van de resultaten van deugdzame daden heeft genoten, komt hij omlaag naar de aarde en hernieuwt hij zijn karma of resultaatgerichte activiteiten voor promotie. Deze planeet van de menselijke wezens wordt gezien als het veld van activiteiten.
.
BG 15.3-4
"met het wapen van onthechting moet men deze diepgewortelde boom vastberaden vellen."
Brahma <- de 3 Vishnu's <- Krishna ("aham tvam sarva-papebhyo moksayisyami ma sucah" - BG 18.66)
"onthechten" betekent "(geleidelijk) hechten aan de juiste dingen, aan spirituele activiteiten... met tegelijkertijd onthechten van materiële activiteiten"
mama maya durasyaya
Ref. BG 7.14: 
daivi hy esa guna-mayi
mama maya duratyaya
mam eva ye prapadyante
mayam etam taranti te
"This divine energy of Mine, consisting of the three modes of material nature, is difficult to overcome. But those who have surrendered unto Me can easily cross beyond it."
...als een hoef-indruk van een klein kalfje, waar je makkelijk overstapt -- https://vaniquotes.org/wiki/Hoofprint
.
BG 15.5
Zij 
-die vrij zijn van 
--hoogmoed, 
--illusie en 
--verkeerd gezelschap, 
-die het eeuwige begrijpen, 
-die niets meer te maken willen hebben met materiële lust, 
-die bevrijd zijn van de dualiteiten van geluk en ellende en 
-die, omdat ze niet verward zijn, weten hoe ze zich aan de Allerhoogste Persoon moeten overgeven, 
bereiken dat eeuwige koninkrijk.
.
Onze "goesting (om genieter, bezitter & bestuurder spelen)" heeft verregaande consequenties:
-geboorte, ziekte, ouderdom & dood
-ellende veroorzaakt door adhyatmic, adhibautic, adhidaivic. -- https://theharekrishnamovement.org/2011/07/12/the-hare-krishna-explosion-15/
Advies: Ontwikkel nederigheid, door kennis van je werkelijke positie op aarde.
.
BG 15.6
Door het juiste gezelschap, toegewijde dienst leren
Bv. sadistische jager die door Narada Muni een zachtmoedige toegewijde werd 
.
Krishna is "adosya darsi": hij is blind voor jouw fouten, hij ziet enkel wat je goed doet
.
paramam mama: alles is van hem, maar zijn eigen spirituele wereld is perfect (want heeft alle volheden: roem, rijkdom, schoonheid, verzaking, kracht, kennis)
.
BG 15.7
Elk individu/LevendWezen is eeuwig.
-Krsna, met zijn vele "incarnatie"s (wat betekent "hij komt ons helpen/bijstaan om tot bij hem te komen")
-jiva tattva, de zielen
We hebben de kwaliteiten van Krsna in minimale hoeveelheid (want we zijn maar een klein deeltje van Krsna)
Door ons misbruik van deze kwaliteiten geraken we gebonden in deze materiële wereld, door vals ego.
.
mama — Mijn; eva — zeker; aṁśaḥ — afzonderlijk integrerende deeltje, we zijn ALTIJD een eeuwig deeltje (van Krsna),dat je niet kan afbreken (van Krsna) of plakken aan iets/iemand anders! 
Worsteling ("karṣati") is de "strijd om het bestaan, om elk - eeuwig onvervuld blijvend - verlangen proberen te vervullen"
Wie dit begrijpt, begrijpt dat hij/zij architect is van diens eigen toekomst.
.
BG 15.8
We zijn de architect van ons eigen lichaam !
.
BG 15.9
Krsna heeft ons een vogel-perspectief, hij laat ons zien waar we ons bevinden in deze materiële wereld.
.
BG 15.10
Door de verschillende soorten guna's krijg je verschillende soorten lichamen.
.
BG 15.11
kennis die moet GEHOORD worden van "jñāna-cakṣusaḥ" (zij die de ogen van kennis hebben)
.
BG 15.11
Wie oprecht bezig is met toegewijde dienst, krijgt heel snel inzicht (over hoe de dingen in elkaar zit)
Ook een groene mango is reeds een mango. Maar die mango moet zorgen dat hij aan de boom blijft, om een rijpe mango te worden.
Beoefen de yoga die wordt aangegeven door Krsna zelf.
.
BG 15.12-13
Krsna maakt duidelijk hoe afhankelijk we zijn 
van zon/maan/vuur.
.
BG 15.14
We zijn afhankelijk van Krsna, voor het verteren van ons voedsel 
.
BG 15.15
Krsna 
-zit in ons hart, 
-zorgt 
--dat we ons vorige leven vergeten, 
--dat we in dit leven kunnen verdergaan met het koesteren van de verlangens die we voorheen hadden
...en Krsna geeft de aanwijzingen hoe we die dingen kunnen verkrijgen.
Wees daarom voorzichtig in wat je verlangt !
.
De Veda's is onderverdeeld in verschillende niveaus (zodat ieder, vanuit zijn niveau, naar Krsna kan gaan)
.
BG 15.16
Krsna staat iedereen - de bevrijde & gebonden zielen - bij.
-veranderlijk: geboorte, groei, behoud, voortplanting, aftakeling en dood.
-onveranderlijk (in spirituele wereld)
.
BG 15.19
Men moet kunnen horen zonder zelf te speculeren!
.
Bhajan

220210228 - HOOFDSTUK 16 - DE GODDELIJKE EN DE DEMONISCHE EIGENSCHAPPEN

Spreker: Janakinatha das

-1970: eerste toegewijden ontmoet op de Dam
-1977: Toulouse eerste prasadam
-4 aug 1979 luchthaven (Suriname, waar hij lesgever gaat worden), waar hij Druma matta das (ACBSP disciple) ontmoet - en meteen vegetariër geworden
-1984:  Miami NewYork
-1990; Paramaribo opstart tempel, met service van pujari / kok / boekverspreiding
-initiatie 1993/1994
-2005 definitief terug naar NL
-2006: India (Mayapur, Vrindavan), nadien terug naar NL
-2017: nationale secretaris (Dutch National Council)
-2020: nationale coördinator van namaHatta's
-Living Village
-HarinamSankirtanNL
--
BG Inleiding: "Wat is de Bhagavad-gītā eigenlijk? Het doel van de Bhagavad-gītā is om de mensheid te bevrijden van de onwetendheid van het materiële bestaan. Iedereen wordt op zo veel manieren geconfronteerd met problemen, net zoals Arjuna het moeilijk had omdat hij in de Slag van Kurukṣetra moest vechten. Arjuna gaf zich over aan Śrī Kṛṣṇa en daarom werd de Bhagavad-gītā gesproken. Niet alleen Arjuna, maar iedereen is vervuld van zorgen door het materiële bestaan. Ons bestaan zelf bevindt zich in een sfeer van niet-bestaan. Eigenlijk zijn we er niet voor bestemd bedreigd te worden door dit niet-bestaan. Ons bestaan is eeuwig. Maar op de een of andere manier zijn we in asat geplaatst. Asat verwijst naar dat wat niet bestaat."
.
H1: Arjuna die gaat weeklagen, in paniek (wat we vandaag ook zien in de wereld om ons heen), als grondslag van de BG
H16, als een spiegel en graadmeter (hoe ver zit ik nog in demonische kwaliteiten)
.
BG 16:01-03
-"samskara"'s (als gemeenschapsgebeuren, met Prabhupada's boeken als wetboeken) zijn een belangrijk aspect om het goddelijk bewustzijn te bekomen.
-"varnasrama-dharma" (niet op basis van geboorte, maar van kwaliteiten) omvatten o.a. deze samskara's
Ref. BackToGodhead artikel van juli/aug 2000, dat Varnasrama dharma opdeelde in 3 categorieën:
-asura varnasrama-dharma (onze samenleving van vandaag), met 2 doelen: arta (economische vooruitgang) & kama (zinsbevrediging)
-vedische varnasrama-dharma (materialistische), met 3 doelen: dharma (je handelingen in evenwicht brengen met de natuurlijke manier zoals je zou moeten handelen in deze wereld), arta, kama, moksa... vervormd tot kaste-systeem opgedeeld volgens geboortes. In alle geval: een georganiseerde samenleving, met min of meer een religieus doel... met brahmana's als belangrijkste mensen
-daiva varnasrama-dharma, met 5 doelen: dharma, arta, kama, moksa, premaBhakti. Ook hier 4 kastes, maar ieder is even belangrijk ! Het doel van Iskcon is NIET: zoveel mogelijk brahmana's creëren ; WEL: Krsna-bewustzijn zoveel mogelijk verspreiden.
-
.
Ref. brief van Srila Prabhupada (14 aug 1968), aan algemeen gouverneur van Canada:
"ISKCON (the International Society of Krishna Consciousness) is a non-lucrative organization, whose purpose is to promote the well-being of human society by drawing its attention to God. We are a non-sectarian society, and our members include people from Christian, Jewish and Moslem as well as Hindu faiths. The aim of ISKCON is not to found a new religious sect, but to invoke the living entity's dormant love of God, and thus provide the human society of all faiths with a common platform of clear theistic knowledge and practice. Members of ISKCON may retain their own respective religious faiths, as ISKCON is meant to establish a clear, practical common formulation of the common ideal of all theists, and to defeat the unnecessary dogmatic wranglings that now divide and invalidate the theistic camp. This common ideal of theism is to develop love of God."
Vertaling:
"Het doel van Iskcon is: het welzijn van de samenleving bevorderen door de aandacht van de wereld te richten op God.
We zijn een niet-sectaire organisatie, met leden van christelijke / moslim- / joodse & hindu-religies.
Het doel van Iskcon is 
-niet: om een nieuwe religieuze sekte te beginnen, 
-maar wel: om een beroep te doen op de slapende liefde voor God van elk levend wezen
om op deze wijze alle geloven een theologisch platform, dat voor alle religies geldt, aan te bieden.
We willen het nodeloze geharrrewar verslaan door een gemeenschappelijk en duidelijk theologisch ideaal te verwoorden, nl. liefde voor God te ontwikkelen."
-
.
De eerste, belangrijke, kwaliteit die Krsna opnoemt: ONBEVREESD zijn, d.w.z. volledig vertrouwen op Krsna als de allerhoogste Peroon
De tweede kwaliteit: het zuiveren van je bestaan, via regels en bepalingen (over hoe we met elkaar omgaan)
.
BG 16:4 - belangrijk vers.
Demonische materialistische kwaliteiten beginnen met: trots, arrogantie, eigenwaan.
.
BG 16.7-20
==
nieuwsbrief ISKCON www.balarama.nl  
Mail naar als u mee wilt doen met de NLse lezingen over de Srimad Bhagavam: bg108nederlands@gmail.com
==

20210307 - HOOFDSTUK 17

.
Spreker: ?
==

20210314 - HOOFDSTUK 18 - CONCLUSIE: DE VOLMAAKTHEID VAN ONTHECHTING

Spreker: Henk Keilman (Hare Krishna das)

Biografie:
-jaren '60: flower power ; interesse in indiase filosofie
-"als we God zijn, waarom zitten we in deze wereld vol ellende?" - mayavadi filosofie volgend, maar gaf geen antwoord op z'n vragen
-Die antwoorden heeft hij pas gevonden bij toegewijden van Srila Prabhupada: "we zijn een deeltje van God, en niet God zelf. Onze positie is om te dienen."
-begin jaren '70: 1e tempel Bijlemeer, Amsterdam
-1971: eerste toegewijde van Srila Prabhupada NL
-1972: gaan wonen in Amsterdamse tempel, waar Srila Prabhupada de dieties installeerde (die later verhuisden naar Radhadesh)
-Beweging in volle expansie
-1974: Heregracht
-1976: UK tempel, 4 jaar, tempelPresident London, opstart tempel SOHO street
https://www.iskcon-london.org/visit/govindas-restaurant
-1980: terug in Benelux, in dienst van Bhagawan, zeer ambitieus
-Sri Vaishnavisme gaf veel houvast, en overtuiging dat deze filosofie de ganse wereld ging veroveren
-verspreiding, via spreekbeurten in universiteiten
-in bestuur van NederlandseVegetariërsBond (NVB), vanuit inspiratie van Prabhupada, die zei: de grootste zonde in de Westerse wereld is het massaal doden van dieren (op industriële schaal). Als we dit kunnen indijken, zal dit een groot karmisch effect hebben op ons bestaan op deze aarde.
https://www.vegetariers.nl/ ; NVB http://www.vegetariers.nl
-boek: "Intelligentie of chaos". Pointe: onmogelijk dat universum (met dusdanig grote, en georganiseerde, complexiteit) uit toeval is kunnen ontstaan (bewezen via wetten uit natuurkunde & wiskunde).
-plannen: nieuwe locatie voor tempel in Amsterdam
.
18e hoofdstuk 
als afsluiter/conclusie van allerbelangrijkste boek ooit, gesproken door Krsna zelf
.
De slag van Kurukṣetra
Krsna moet de dynastie (met zijn principes van rechtvaardigheid) verdedigen tegen materialisten
De BG gaat over: Hoe handelen om ons bestaan zo succesvol mogelijk te maken, met als eindelijke doel: realisatie dat we hier niet thuis horen, om back to Godhead / terug naar Krsna/God te gaan... met als voorwaarde: ONTHECHTING !
.
Essentie van spiritueel bewustzijn
1.wij horen hier niet thuis
2.er moet een methode zijn om te begrijpen waarom we hier zijn, en hoe we hier uit komen
.
Er zijn drie "soorten" / "hoedanigheden" van materiele natuur, en effect daarvan op ons handelen.
Wat zijn die "hoedanigheden"? Het zijn verschillende bewustzijnsniveaus !
We zijn omringd door spirituele energie (sat-cit-ananda / eeuwig-puurBewustzijnIntelligentieEmotie-gelukzaligheid), als normale zijns-toestand 
Wij hebben, in onze eeuwige reis/bestaan, een keuze gemaakt voor wat meer eigen onafhankelijk om eigen macht te kunnen proeven
M.a.w. dit gaat over de tweestrijd tussen
-"macht voor de LIEFDE (als binnende kracht, als allerhoogste vorm van gelukzaligheid, vaikuntha) 
-versus "liefde voor de MACHT"
Krsna, met zijn 6 attributen/kwaliteiten... waar elk levend wezen toe aangetrokken is (tot elk van die 6 attributen).
Soms zijn we meer aangetrokken tot het attribuut macht/power... en 
Elk levend wezen is gehecht aan / verliefd op Krsna... maar in welke vorm: 
-rechtstreeks, als OORSPRONG van alle schepping? 
-of onrechtstreeks, als ENERGIE van alle schepping ?
Prabhupada's advies: richt je liefde terug op de BRON, dus Krsna zelf.
Je macht (meer aan jezelf, je eigen positie, denken) doet je afdwalen van je liefde (als totaal overgave, niet aan jezelf denken).
Die macht brengt je niet noodzakelijk in de hel. Evengoed belandt je in de hemelse planeten, waar je als een Brahma een gans universum bestuurt... en die macht gebruikt IN DIENST VAN KRSNA.
Het moment dat je meer verstrikt raakt in het GENOT van die macht, word je verstrikt in de wetten van karma.
Door macht uit te oefenen waardoor we andere wezens pijn doen, ontstaat er karma.
Dit heeft te maken met ons niveau van ons bewustzijn.
Naar mate we meer verstrikt raken in het verlangen naar, en genot van, macht, dalen we af in een lager bewustzijnsniveau.
De ganse creatie is gemaakt om ons verlangen te accomoderen, aangepast aan onze bewustzijnstoestand.
BG 18.1-18: hoe die hoedanigheden zich manifesteren op gebied van plicht, handelen, intelligentie, gehechtheden, vastberadenheid, kennis, ...
Door het volgen van de Vedische principes / bhakti-yoga, kunnen we geleidelijk aan uitkomen van tamas - rajas - sattva - zuivere dienst.
.
Daarna: 
posities van het levende wezen in deze materiële wereld, en handelingen die we hierbij verrichten (handelen is iets wat we altijd doen)
BG 18.13-18: 5 factoren/oorzaken
Eén van de illusie van jiva/LevendWezen: als hij handelt, denkt hij dat hij alleen 
-verantwoordelijk is voor die handeling
-de doener is
-de macht heeft
Een dier handelt puur intuïtef, vanuit diens instinct... aangestuurd vanuit de SuperZiel.
De mens heeft daar nog een laag tussen (geweten, besef van goed/kwaad/juist/nietJuist), naast de SuperZiel. Dus "volledig onafhankelijk/vrij" is een totale illusie.
.
Idee van macht heeft ook te maken met het verlangen naar vrijheid.
...wat je doet uitkomen op het terrein van atheïsme (met evolutie-leer, bigBang uit het Niets)
Er zijn 2 soorten zielen:
-zij die afdalen
-zij die, tijdens die afdaling, genoeg hun hoofd hebben gestoten en zich realiseren dat 
--er hier niets te halen is, en 
--er maar één ding valt te doen: zo hard mogelijk werken om terug te keren naar Krsna
Er zijn allerlei krachten waar we geen controle over hebben. We zijn zeer kwetsbaar, ons bestaan is zeer kwetsbaar. We hebben weinig controle. Daarom adviseert Krsna: wees onthecht. Sta boven de dualiteit van succes & falen.
.
BG 18.1.35: interacties tussen de 3 hoedanigheden

BG 18.36-39: de diepe waarheid over de drie soorten geluk
Elke ziel is doordrongen van het verlangen om gelukkig te zijn.
De meester van het verlangen naar gelukk, en de meester van het vermijden van pijn... zijn de 2 meesters aan wie wij allemaal onderworpen zijn (Jeremy Benton).
Drie soorten geluk:
-sattva: datgene wat vergif is in het begin, wordt nectar op het einde. Spiritueel geluk
-rajas: wat nectar is in het begin, wordt vergif op het einde
-tamas: vergif van begin tot einde
Heel diepe uitspraak van Krsna: het aardse geluk wordt bepaald door datgene wat nectar is in het begin, en vergif op het einde... zoals zintuigelijk genot, verslavingen.
Terwijl alle goede dingen in het leven in het begin niet gemakkelijk zijn.
.
BG 18.40: de 4 varna's, 
-niet als rigide systeem om mensen te beperken in hun machtspositie
-maar wel: hoe mensen, vanuit hun talenten, gevormd worden - de ene meer intellectueel geörienteerd zijn, de andere meer dienend, de andere meer...
Eerlijke zelf-analyse: 
-waar ben ik goed/slecht in ? 
-En hoe kan je je zwakke punten aanvullen, je sterke punten versterken, hoe handelen om succesvol te zijn in dit leven (ook materieel) 
En dat aanvaarden maakt het praktiseren van je Krsna-bewustzijn makkelijker.
Belangrijk: dit varnasrama-dharma bestaat NU al ; opleiding gebaseerd op ieders talenten... ook al ontbreekt nog persoonlijkheids- & spirituele ontwikkeling.
.
BG 18.47: iedereen moe zijn eigen plicht doen, conform zijn dharma. Blijf bij jezelf, wees jezelf, ken je goede & zwakke punten, handel overeenkomstig je kwaliteiten.
BG 18.48: elke inspanning die je doet gaat gepaard met fouten. (zoals vuur gepaard gaat met rook). We zijn niet feilloos. Ons bestaan wordt gekenmerkt door het feit dat
-onze zintuigen imperfect zijn
-we met imperfecte situaties geconfronteerd worden
...maar laat dit jou niet ontmoedigen. Weet dat dit gebeurt, en probeer er van te leren.
.
BG 18.50-60: handelen op het hoogste niveau.
Wat is de ideale zijnstoestand van onthechting, handelen volgens je dharma. Als je dit koppelt aan toegewijde dienst, bereik je perfectie.
.
BG 18.61: 
Realisatie: wij zijn niet de doener, we bevinden ons in een machine waar we geen flauw besef hebben van wat er echt gebeurt als we op de pedalen of knoppen drukken. ("yantrarudhani mayaya")
Al die processen bevinden zich buiten ons bereik/begrip.
.
BG 18.65-66: essentie van BG 18
TEXT 65: Denk onafgebroken aan Me, word Mijn toegewijde, aanbid Me en breng je eerbetuigingen aan Mij. Op die manier zul je zeker tot Me komen. Dat beloof Ik je omdat je Mijn zeer dierbare vriend bent.
TEXT 66: Laat alle vormen van religie achter je en geef je alleen over aan Mij. Ik zal je verlossen van alle reacties op je zonden. Vrees niet.
denk onafgebroken aan mij, en word mijn toegewijde
laat alle vormen van religie achter je, en geef je alleen over aan mij. Ik zal je verlossen van alle reakties. Vrees niet.
Kom tot de conclusie: we zijn allemaal dienaar van dienaar van dienaar van ... van God.
Nederige positie, als toegewijde, vanuit het heel diepgaand realiteitsbesef dat we maar heel erg nietig/klein/afhankelijk zijn, maar desondanks een eeuwige relatie hebben met dat/diegene die/dat het allerbelangrijkste is, nl. God is... in de juiste gemoedstoestand, nl. als dienaar van dienaar van dienaar van ... van God.
.
BG 18.74
Terugkomend op slagveld van Kurukṣetra, waar gesprek tussen Krsna & Arjuna (vanop afstand, telepatisch) werd waargenomen door Sanjaya, en dit doorgaf aan Dritarastra
Voor ons een groot voorrecht, dankzij de inspanningen van Srila Prabhupada... waar we alleen maar eeuwig dankbaar voor kunnen zijn.
Tijdloze boodschap, volledig van toepassing ook op ons leven, in onze maatschappij.
.
We leven in een wereld gedomineerd door atheïstische filosofieën.
Het is een enorme taak om die muur van onwetenheid/illusie, opgeworpen o.a. door wetenschap, te slechten: aan de hand van wetenschap laten zien dat Krsna-bewustzijn geen geloof is, maar een filosofie diep geworteld in rationaliteit (met aannemelijk geloof)
-Albert Einstein: ontdekking van realitiviteit. Nl. Materie & energie zijn hetzelfde, als transformaties van elkaar: Brahman, energie-veld. Ref. "e= mc2". 
-Jaren '20: quantum-fysica: alles in het universum (incl. atomen) zijn energie-velden, waarbij uit het niets ogenschijnlijk opeens atomen tevoorscijn komen
-kwantum-leer (in de laatste 40 jaar): kwantum-veld (energie-veld, als Brahman) is geen dom veld, maar met intelligente processen.
Ref. Vier basis-krachten in het heelal - https://www.quantumuniverse.nl/de-zwaartekracht-als-entropische-kracht
-zwaartekracht
-electro-magnetische kracht
-sterke kernkracht
-zwakke kernkracht
...bestaan onafhankelijk van elkaar, maar in dusdanige verhouding waardoor atoom stabiel is, en zon / melkwegstelsel bestaan
Die vier krachten bestaan, reeds vanaf het begin van de bigBang, in perfect evenwicht. De kans dat dit uit toeval is ontstaan is volstrekt onmogelijk !
...dus heeft het plaatsgevonden vanuit intelligente coördinatie. Dit is het perfecte Gods-bewijs.
Religie gekoppeld aan filosofie / logica / wetenschap leidt tot daadwerkelijke conclusies.
.
Wetenschappelijk tegen-argument: "er zijn ook parallelle universa, met _andere_ verhoudingen"
...maar dit idee is per wetenschappelijk niet te verifieren / bewijzen (en dus op zich ook al een geloof!), en daarom geen argument pro/contra Gods-bewijs.

Finally V canto of bhagavatam can be understood! A must read for those who study Vedic literature.
.
Over prediking:
TEXT 68: Wie dit allerhoogste geheim aan de toegewijden uitlegt, zal zeker tot zuivere devotionele dienst komen en zal uiteindelijk bij Mij terugkeren.
TEXT 69: In deze wereld is geen dienaar Me dierbaarder dan hij en nooit zal iemand Me ooit dierbaarder zijn.
D.i. de essentie van de sankirtan-beweging, opgestart door Caitanya Mahaprabhu, en verder uitgezet door Srila Prabhupāda in het Westen. 

Reacties

Populaire posts van deze blog

De levens van Claus (Mark Schaevers)

Modern Hindu Personalism

Harder Dan Sneeuw (Stefan Hertmans)