Het Labyrint van de filosofie (Robert Lemm)


Enkele fragmenten die je wil onthouden:

HOOFDSTUK II - METAFYSICA

p.25
De Spaanse dichter filosoof Miguel de Unamuno noemt God het Bewustzijn van het heelal.
.
De god van de rede, van de filosofie en de theologie, de "idee God" voldoet niet. Zoals evenmin de Onbewogen Beweger van de aristotelische metafysica of het Opperwezen van de filosofen van de verlichting voldoen. De oermens stelde zich de krachten van wie hij zich afhankelijk wist voor als bezield. Waar stervelingen echter behoefte aan hebben, is een liefhebbende God die ons bestaan en voortbestaan garandeert. De God is in ons en bestaat buiten ons. Existeert, van het Latijnse existir=ex-sistere, is wat buiten ons of objectief bestaat en in ons werkt. Bestaan betekent dat iets op zodanige wijze buiten ons is geplaatst dat het er eerder was dan onze waarneming ervan, en dat het daarbuiten voort bestaat nadat wij verdwijnen.
.
Een liefhebbende God die ons zoekt, en die zich laat vinden door wie hem zoeken vervult het natuurlijk verlangen van de mens  Het "zich laten vinden" impliceert dat de wil van de mens vrij is. Zou Gods bestaan bewijsbaar zijn, dan was er geen vrije wil. 
  • Niet geloven dat God bestaat betekent hem nog niet gevonden hebben. 
  • Niet willen dat God bestaat is de fundamentele zonde die onder het mom van eigengerechtigheid een slecht geweten verraadt.
p.28
Indien wij alleen voor dit leven onze hoop op Christus hebben gesteld, zijn wij de beklagenswaardigste van alle mensen - schrijft Paulus in zijn brief aan de Korintiërs 1:15-19.

HOOFDSTUK III - DE CRISIS IN HET EUROPESE CHRISTENDOM

p.34
Het tragisch levensgevoel wortelt in de strijd tussen ons redelijk vermogen en ons vitale verlangen naar voortduring. Die strijd laat zich niet doven door hem te vergrendelen achter een paar encyclieken. De spaanse filosoof Unamuno brengt de apostel Paulus in het geweer tegen de filosofen. De paradoxale stelling van de Kerk dat het geloof, hoewel te onderscheiden door het verstand, toch ook een kwestie is van genade, overtuigde niet. De honger naar onsterfelijkheid komt voort uit de wil, en niet uit het verstand. Het verstand komt de wil hoogstens te hulp. Maar het ligt in de menselijke natuur, in de aard van de mens, om te willen voortbestaan. Wie die wil mist, is ziek, of ontaard. Daar ligt precies Unamuno's verwijt aan een filosoof als Spinoza, die het geluk toe schrijft aan een ontwikkeld verstand, maar die niet gelooft in het voortbestaan van de individuele ziel. Spinoza, de redelijke mens, zou, indien hij oprecht is, ongelukkig moeten zijn. Want als wij onze hoop alleen hebben gesteld op dit leven  zijn wij de beklagenswaardigste mensen. Het ontwikkeld verstand bewijst niets wezenlijks. Want wat het hart drijft, is de zucht naar voortleven. En een filosofie die dat negeert, verdient de naam niet. Wie niet nadenkt over het leven na de dood, wie op dat punt onverschillig blijft, is voor Pascal een "monster". Want wie wil definitief ophouden te bestaan?
.
Het geloof is in wezen anti rationeel, maar dat vonden de middeleeuwse scholastici onvoldoende. Ze sloten daarom een compromis met de Rede en hieven het Geloof daar bovenuit. Ze maakten van het Geloof een dogmatisch systeem, de zogeheten scholastiek, en dat systeem herleefde onder paus Leo XIII in het laatste kwartaal van de 19e eeuw. Die neoscholastiek  - die in feite niets meer is dan een ingewikkelde advocatuur - bleek onbegrijpelijk voor wie geen theologen waren. De prijs was dat de gelovigen die hun verstand gebruiken zich voor het blok gezet voelden: 
  • het hele systeem te moeten aanvaarden, 
  • of anders de kerkelijke banvloek verduren. 
En niemand is zo bereid te weinig te geloven als degene die begonnen waren met te veel te geloven. Het gevolg was de opkomst van het atheïsme. Dat was de reactie tegen een kerk die het geloof in een rationeel harnas had ingesnoerd.
p.35
Als God niet zou bestaan, poneert Unamuno, dan bestaan wij evenmin.
  • Niet geloven dat God bestaat komt omdat je Hem niet kunt vinden, of omdat je geen plaats voor Hem hebt. 
  • Daarentegen is niet willen dat God bestaat dodelijk.
p.36
Het substantieel bestaan van een bovennatuurlijke werkelijkheid is iets dat op zodanige wijze buiten ons is geplaatst
  • dat het er eerder was dan onze waarneming ervan, en 
  • dat het daarbuiten kan voortbestaan wanneer wij verdwijnen. 
De stoffelijke wereld die de zintuigen ons voorschuiven bestaat alleen bij de gratie van die andere wereld. Ze verzinnebeeldt die andere wereld. Het verlangen naar de onsterfelijkheid van de ziel en het geloof in het bestaan van God vormen één geheel. Het ene kan niet zonder het andere. Het eeuwige leven zonder het lichaam, wat wil zeggen zonder hoe wij als onderscheiden individuen voortduren, is niet alleen onvoorstelbaar, maar bovendien onwenselijk. En het gelukzalig schouwen waarin de theologen sinds het concilie van Trente (1545 -1563) zijn blijven steken is te wazig. Want in het eeuwige leven moeten we kunnen groeien, steeds meer ontdekken, onophoudelijk toenemen in bewustzijn ..., nooit echt aankomen. Geluk is constant actief zijn, dynamisch. Dit is geen statische toestand van contemplatie.
p.37
Men mag niet uit het oog verliezen dat het probleem van de persoonlijke onsterfelijkheid van de ziel de toekomst van heel de menselijke soort raakt, hamert Unamuno.
De crisis in het Christendom gaat terug op de stilstand in de theologie.

HOOFDSTUK VI - HET SYSTEEM VAN DE CULTURELE CORRECTHEID

p.67
"Alles wat zich last herleiden tot systeem
eindigt in handen van domkoppen." (Nicolas Gómez Dávila)
p.69
Wie zich laten betalen, laten zich bepalen.
p.70
Kunst dient per definitie minderheden, of eigenlijk enkelingen.
p.73
Atheïsme is meestal een gevolg van de marteling door het kwaad in deze wereld, wat maakt dat het slachtoffer zich verheft als aanklager van God. Aldus de Russische filosoof Nikolaj Berdjajew.
De Franse schrijver en filosoof Roger Caillois schreef: Kunst moet de (verbroken) relatie tussen de natuurlijke en de bovennatuurlijke werkelijkheid willen terugvinden, zoals in het gedicht Correspondances van Baudelaire.
p.74
De kunstenaars koesteren de utopie en de droom, het verlangen naar een nieuw tijdperk zonder oorlog en geweld, alsof de wereld die mogelijkheid in zich had. En omdat ze heus wel beseffen dat hun verlangens onvervulbaar zijn, vluchten ze in vitalisme, cynisme of nihilisme.
p.75
De democratie, zegt de Argentijnse dichter en essayist Leopoldo Lugones, heeft niet waargemaakt wat ze beloofde. Ze hangt volkomen af van de welvaart en de verdeling ervan.

HOOFDSTUK VII - 'SCIENCE FICTION' OF 'HOE DE HEMEL DE RUIMTE WERD'

p.77
Het verdwijnen van de boerenbevolking en de klassieke menswetenschappen heeft de verbinding van het verleden met het heden verbroken. - Nicolás Gómez Dávila.

HOOFDSTUK VIII - HET TRAGISCH LEVENSGEVOEL

p.96
Wat is het "tragisch levensgevoel"? Kort gezegd: het verlies van het geloof in, en vooral het verlangen naar de onsterfelijkheid van de ziel. Daarmee wordt ons persoonlijk voor(t)bestaan bedoeld.
p.102
'Helaas hangen wij te veel aan de aarde om onze onsterfelijke ziel te voelen', constateerde de grootste katholiek van de laatste twee eeuwen, John Henry Newman. Ziedaar de oorzaak van het tragisch levensgevoel.
In zijn  hoofdwerk 'Het tragisch levensgevoel in de mensen en de volkeren' vertrekt de auteur Unamuno vanuit het natuurlijk verlangen van de mens naar voortbestaan, en komt zo bij het bestaan van God. De tragiek wortelt in de strijd tussen de wil tot voortduren en het verstand dat geen bewijs heeft voor het leven na de dood. Het gevoel kan van de troost geen waarheid maken, en evenmin kan de rede de waarheid omzetten in troost. Er is geen religie zonder filosofische basis, en geen filosofie zonder religieuze wortels. De onzekerheid speelt zowel de gelovige als de rationalist parten. Tot de levende, persoonlijke God komt men niet langs de weg van het verstand, maar alleen langs die van liefde en lijden. Religie is je afhankelijk weten van een hogere macht...
.

HOOFDSTUK X - FREDERIK VAN EEDEN EN ZIJN WEG NAAR DE KATHOLIEKE KERK

p121
In wijsheid toenemen is inzien dat ieder ding dat wij begeren slechts een beeld is van het bovenzinnelijke ding dat wij begeren. - Nicolás Gómez Dávila
p139
Pauls ontwaken (1913), n.a.v. het sterven van zijn vierentwintigjarige zoon:
De twijfel is een 'labyrint dat geen oprecht en diepdenkend mens ontwijken kan. Daarbinnen schuilt de demon van dood en vernietiging. En het enige wat ons eruit redden kan, is de draad, de verbinding met het zeer geliefde'.
'Elk geestelijk feit, elke gedachte, elke emotie, elke herinnering is onvernietigbaar, en dus moet elk mens na zijn verscheiden voortbestaan als een samenhang van herinneringen en nog steeds werkende wilskracht.'
p.141
In Dromenboek (periode tussen 1889 en 1929) constateert Van Eeden het opgaan van ons persoonlijk wezen in een soortwezen, maar met behoud van onze eigen herinnering.
'Er werd mij een vrij uitzicht getoond en het was of mij gezegd werd dat ik mij te veel bekommerde om de erkenning van de mensen en om het niet begrepen worden, want het geluk zelf lag toch in het wijd-zien en veel begrijpen'.
Terug naar de godsdienst kan hij niet, stelt hij in een bijlage uit 1913, want 'als psycholoog weet ik dat er geen godsdienst is die niet het slachtoffer is geworden van illusies, geen filosofie die niet slachtoffer is geworden van de taal.' Met dat laatste bedoelt hij dat woorden geen betekenis hebben omdat ze alleen een persoonlijke betekenis hebben.
p.151
Het werk van de Spaanse mysticus Sint Jan van het Kruis trekt Van Eeden meer dan de catechismus. 'Om alles te zijn, moet je niets willen zijn', leest hij bij Sint Jan.
p.157
Het "leergezag" aanvaarden was voor Van Eeden het grootste struikelblok, en daarin woelt nog de oude vrijzinnige protestant. Want ieder mens voelt zich zelf een beetje uniek, in het middelpunt van het universum, en dat ik-gevoel moet afgezworen worden. Het leergezag van de Kerk berust op "de in God geplaatste autoriteit", en 'wee de mens die zich daartegen opwerpt als beoordelaar, tegen wat hem als goddelijke wijsheid is meegedeeld'.
Geloven in God betekent niet geloven dat God bestaat. Dat gelooft ook de duivel. Het betekent God liefhebben, en liefde plus geloven leidt tot begrijpen.
p.159
Eucharistie, het woord der verzoening (1924):
Na verdwaald te zijn in de duisternis van onwetendheid en zonde, na door de satan te zijn misleid, biedt de dichter God zijn leed aan als zoenoffer. Daarna breekt het licht door waarin hij niet kan staren, maar het is de aankondiging van de gezochte verzoening.
Het lied eindigt met een lofprijzing op de Spijs waarin de Heer zichzelf geeft, en niemand die daarvan eet zal vergaan. Moeizaam was de reis, zalig de thuiskomst.
p.162
Dagboek (1926):
De wereld met de levende wezens zal er zijn als"ik" er niet meer ben en was er voordat "ik" werd. De ruimte buiten het "ik" kan ook "tijd" worden genoemd, en tijd is "beweging". Al wat buiten de waarnemer bestaat, noemt hij "natuur".
p.161'
Ik voel nu hoe wroeging en straf het zelfde is. God kan in de wroeging niets veranderen. En God in mij lijdt met mij. Ik voel dat ik dat lijdend wezen ben. dat door eigen dwaasheid en schuld zichzelf foltert.

HOOFDSTUK XI - GERARD BROM, HERAUT VAN DE KATHOLIEKE HERLEVING

p.165
Het euvel van de Universiteit op het gebied van wat tegenwoordig "geesteswetenschappen" heet, is
  • de schijn van wetenschap, 
  • de afkeer van polemiek, van overtuiging en apologie, 
  • de overschatting van getal, statistiek, kwantiteit.
Het euvel van de Kunst die Literatuur heet is
  • kunnen zonder kennen en 
  • afkeer van het objectieve.
Het euvel van de Kerk is
  • argwaan tegen wetenschap en kunst, 
  • menen dat het geloof voor zich spreekt en 
  • het gemis van intellect.
Het euvel van het Humanisme is
  • dat het geen kunstenaar of wetenschapper serieus neemt die openlijk christelijk is.
Ziedaar enige conclusies die te trekken zijn uit het leven en werk van Gerard Brom (1882-1959), hoogleraar in Nijmegen.
p.168
Tijdens Paus Pius XI kwam de encycliek Quadragesimo Anna, begin jaren dertig, die de aanzet gat tot het "corporatisme", waarbij katholieke werkgevers en katholieke werknemers tot samenwerking werden opgeroepen binnen een nationaal verband. Dit leidde tot het fascisme in Italië, het falangisme in Spanje en de Action française in Frankrijk.
p.170
Gerard Brom was een uitgesproken tegenstander van de scheiding van Kerk en Staat. De Staat, betoogd hij, gleed sinds de scheiding af in een nieuw heidendom met Nietzsche als profeet. Daarbij stemde hij overeen met tijdgenoten als Georges Bernanos, G.K. Chesterton, Giovanni Papini en Miguel de Unamuno.
In zijn essaybundel Vijf Studies (1924) noteert Brom dat de liberaal onpartijdig en neutraal pretendeert te zijn, maar dat het liberalisme wel degelijk een leer is, zij het een ketterse. Wat die leer inhoudt staat uitvoerig toegedicht in Donoso Cortés' sleutelwerk Essay over het katholicisme, liberalisme en socialisme (1850). De grondketterij wortelt in het geloof dat de mens van nature goed is, en dat daarvan uitgaande de maatschappij voor verbetering vatbaar is. Daartoe zouden de instituties slechts geperfectioneerd hoeven te worden. De geschiedenis heeft die verwachting overtuigend gelogenstraft.

HOOFDSTUK XII - LOUIS GRONDIJS

Voor Louis Grondijs vertegenwoordigt
  • Franco de democratie, en 
  • de democratisch gekozen en de door internationale linkse brigades geholpen regering van president Azana de tirannie.
Redder van het katholicisme en de beschaving was de Spaanse generaal Franco voor Louis Grondijs. In het bolsjewisme had hij een uiting van chaos gezien die zijn eerdere visie op de ondergang van het Avondland bevestigde. Spanje dreigde dezelfde kant op te gaan.
Grondijs bespeurde de cynische machinaties van Stalin die van Spanje een filiaal van de Sovjet Unie wilde maken en die alle verweer tegen de nationalistische coupplegers onderwierp aan de communistische partij. Daartoe stimuleerde hij de uitroeiing van de autochtone anarchisten - zoals George Orwell aanklaagde in zijn Homage to Catalonia. De burgeroorlog van 1936-'39 verdeelde alle Spanjaarden tot op het bot in twee kampen die al twee eeuwen hadden bestaan. Spanje is niet tot een synthese gekomen, tot een interne verzoening.
Dat Louis Grondijs (1878-1961) een vooruitziende blik had, wisten zijn familieleden. Zo wist hij dat in Rusland het christendom tegen de verdrukking in groeide, terwijl iedereen tot zelfs nog vlak vòòr 1989 meende dat de rode werkelijkheid zou voortduren. En hij keek verder: het orthodoxe Oosten is geroepen om het christendom te redden met als centrum de Hagia Sophia in Constantinopel.

VPRO impressie (juni 1993):
Boek-recensies:

HOOFDSTUK XIII - SCHULD EN BOETE

Recensie:
https://www.pressreader.com/netherlands/katholiek-nieuwsblad/20170217/281805693686913

BOEK:
https://www.deslegte.be/hoe-een-manisch-depressieve-tiener-in-de-zomer-van-1969-de-rote-armee-fraktion-bedacht-955274/

HOOFDSTUK XIV - DE MAAGD VAN ORLéANS

De inquisitie was niet slechter dan willekeurig welk mechanisme van onze tijd om tegenstanders te demoniseren of uit te schakelen. Pierre Cauchon (rechter van de kerkelijke rechtbank, tijdens het proces van Jeanne d'Arc) was geen monster, maar een geleerde geloofsonderzoeker die gewoon zijn werk deed. Beschuldigingen als godslastering, hekserij en ketterij laten zich in onze tijd vertalen door vergrijpen als schending van de openbare orde, of belediging van Allah en zijn profeet, oplichting, fascisme, jihadisme, terrorisme. Jeanne trok zich niets aan van autoriteiten.
FILM:

NAWOORD

ANDER BOEKEN: 
...met bijdragen over
Favoriete dichtbundel: de 'Spoon River Anthology' van Edgar Lee Masters

--

Recensies

https://hetleveniseeuwig.wordpress.com/recensies-levensbeschouwing/algemeen/het-labyrint-van-de-filosofie-robert-lemm/


Reacties

Populaire posts van deze blog

De levens van Claus (Mark Schaevers)

Modern Hindu Personalism

Harder Dan Sneeuw (Stefan Hertmans)